Het ministerie van Financiën zal ook in 2025 met zzp’ers werken die volgens het arbeidsrecht eigenlijk in dienst genomen moeten worden. Dat zei staatssecretaris Fiscaliteit en Belastingdienst Folkert Isdinga (NSC) donderdag tijdens een commissiedebat in de Tweede Kamer.
Het werken met zzp’ers in deze zogeheten schijnconstructies is sinds 2016 verboden, maar de Belastingdienst handhaaft dit verbod niet. Daar komt vanaf 1 januari 2025 verandering in: overtreders kunnen vanaf die datum een waarschuwing of zelfs een naheffing verwachten.
Bij die overtreders hoort dus ook Idsinga’s eigen ministerie van Financiën. Het departement telde in juni van dit jaar duizend potentiële schijnzelfstandigen. Het merendeel daarvan is werkzaam bij de Uitvoeringsorganisatie Herstel Toeslagen (UHT), de organisatie die zich bezighoudt met compensatie voor gedupeerden van de toeslagenaffaire.
Geen uitzondering
Op andere afdelingen bouwt het ministerie het werken met zzp’ers af, maar voor de UHT maakt het een uitzondering, aldus de staatssecretaris. De Belastingdienst – die ook onderdeel is van het ministerie van Financiën – zal echter wel gewoon controleren.
Of dit betekent dat de fiscus de UHT een naheffing op zal leggen, is niet duidelijk. Volgens Idsinga zal „ook de overheid zich aan zijn eigen wetten moeten houden” en zal „in het handhavingsbeleid geen uitzondering worden gemaakt voor overheidwerkgeverschappen.”
Idsinga zei echter ook „niet hysterisch” te zullen controleren op schijnzelfstandigheid. „Er zijn nu tachtig belastinginspecteurs die op schijnzelfstandigheid handhaven en dat blijven er tachtig”, aldus de staatssecretaris.
Lees ook
Tegen schijnzelfstandigheid wordt door fiscus nauwelijks opgetreden
Ze zeggen het over kinderen, maar ook over nagels: dat ze ’s zomers sneller groeien. Is dat zo?
Koen Quint weet het antwoord. Hij is dermatoloog, oftewel huidspecialist, bij het Leids Universitair Medisch Centrum. Nagels vallen onder de dermatologie, vertelt hij, evenals haren, want beide soorten uitgroeisels ontspringen in de huid. De haren uit de haarfollikels en de nagels uit de nagelmatrix. Het zijn huidstructuren die anatomisch gezien veel op elkaar lijken.
„De nagelmatrix ligt onder de nagelriem”, vertelt Quint. „Hij steekt er een klein stukje onderuit: dat is dat lichtere halvemaantje.” De nagelmatrix bestaat uit delende nagelcellen. Die produceren keratine: een hard, hoornachtig eiwit waarvan ook je haren zijn gemaakt, en de buitenkant van koeienhorens.
In de nagelmatrix ontstaan door celdeling steeds nieuwe nagelcellen, die de oude – met keratine en al – samenpersen en naar buiten duwen. Maar terwijl je bij een haar onder de microscoop nog de structuren van de samengeperste cellen kunt herkennen, in de vorm van hoornige schubben die dakpansgewijs over elkaar liggen, zijn nagels zodanig samengeperst dat je die structuur niet meer ziet.
Vingernagels groeien gemiddeld zo’n 3 mm per maand, teennagels zo’n 1 mm. Die groeisnelheid hangt af van allerlei factoren, waaronder je leeftijd: vanaf je 25ste loopt de nagelgroei heel langzaam terug. „Maar ook andere factoren spelen mee”, zegt Quint. „Tijdens een zwangerschap groeien nagels bijvoorbeeld sneller. Ze groeien overdag sneller dan ’s nachts. En ’s zomers sneller dan ’s winters.”
Voor die voortdurende celgroei zijn veel voedingsstoffen en zuurstof nodig, legt hij uit. Die worden aangevoerd via een fijnmazig netwerk van haarvaatjes rondom de matrix. „Bij warm weer gaan die vaatjes wat verder openstaan, waardoor de aanvoer van zuurstof en voedingsstoffen beter is. De nagel groeit dan sneller.”
Ook tijdens een zwangerschap is de doorbloeding vaak overal net iets beter. En zonlicht lijkt mee te helpen, via de verhoogde productie van vitamine D en daarmee een efficiëntere kalkstofwisseling. „Die stimuleert de nagelgroei indirect, want nagels bestaan voor maar 0,07 procent uit kalk”, merkt Quint op. Hoe dan ook: ’s zomers groeien nagels dus sneller dankzij warmte en zonlicht.
Andersom kunnen stress en ziekten leiden tot een verstoorde nagelgroei, aldus de dermatoloog. Bij bepaalde hart- en vaatziekten ziet hij bijvoorbeeld soms ‘trommelstokvingers’ en ‘horlogeglasnagels’: karakteristiek verbrede vingertoppen met grote, bolle nagels. Mensen met de auto-immuunziekte psoriasis hebben vaak witte, brokkelige nagels. Stress veroorzaakt soms verkleuringen, putjes of ribbels. En ook het stoten van de nagelmatrix of van de nagel zelf kan verkleuringen geven, zoals witte vlekjes. Die laatste ontstaan dus niet door een gebrek of teveel aan calcium, wat veel mensen denken.
Nagels zijn een ondergeschoven kindje in de dermatologie, merkt Quint op. „In het handboek dat ik hier voor mij heb liggen, gaat maar één hoofdstuk over haar en nagels. En vier vijfde daarvan gaat over haar.” Nagels verdienen volgens hem meer aandacht: ze zijn nuttig (als gereedschap, en als bescherming van de vingers en tenen) en cosmetisch belangrijk. Ook geven ze dus soms aanwijzingen die kunnen bijdragen aan een diagnose. Een collega van Quint werkt aan een model van de nagel voor onderzoeksdoeleinden: een nagel die groeit in een petrischaaltje. „Dat blijkt nog niet zo makkelijk te zijn. Het nagelapparaat zit geweldig complex in elkaar.”
Wat is de overeenkomst tussen kikkers en boemerangs? Antwoord: de Nederlandse natuurkundige en kunstenaar Felix Hess (1941-2022).
„Ik heb heel lang gedacht dat boemerangs niet bestonden, net als vliegende tapijten”, zei Hess in 1997 in een interview voor de Rijksuniversiteit Groningen, waar hij heeft gestudeerd. Maar toen hij ergens las dat boemerangs wel degelijk bestaan, „wou ik weten hoe het mogelijk was dat, als je een stuk hout weggooit, het weer terug komt. In natuurkundeboeken kon ik geen goede verklaringen vinden voor dit verschijnsel.”
Hij besloot erop te promoveren. In 1975 was zijn proefschrift klaar, maar Hess ging naar Australië om zich verder te verdiepen in het fenomeen. Daar werd een andere fascinatie gewekt: kikkerkoren. „Achter mijn huis in Adelaide stroomde een bergbeekje en elke nacht hoorde je daar geluiden”, zei hij in 2002 tegen NRC, in een interview met Ine Poppe. „In het struikgewas en in het water zaten kikkertjes te roepen: een concert met allerlei ritmes, erg ruimtelijk.”
Van die kikkers heeft hij vele geluidsopnames gemaakt. „Bij een kikkerkoor is de ruimtelijkheid werkelijk essentieel. Ik heb geluidsapparatuur aangeschaft en ben stereo-opnames gaan maken.”
Hij ontdekte dat de kikkers sterk reageren op hun omgeving. Als ze soortgenoten horen, reageren ze op elkaar en zwelt het gekwaak aan tot een reusachtig koor. Maar als er vreemde geluiden klinken, zoals voetstappen van voorbijgangers, dan worden ze stil en raakt het koor gedempt.
Terug in Nederland heeft Hess dit fenomeen gebruikt voor een kunstproject met ‘geluidsbeestjes’, apparaatjes met een luidspreker, een microfoon en een batterij. Die reageerden op elkaar en gingen pas geluid maken als het helemaal stil was. Als de beestjes ‘goede’ geluiden hoorden bleven ze doorgaan, maar bij ‘slechte’ geluiden werden ze weer stil.
Een selectie van de kikkeropnamen die Hess tussen 1978 en 1990 maakte in Australië, Japan en Mexico, is nu beschikbaar gekomen, mede dankzij de inspanning van geluidskunstenaar Frans de Waard, onder meer bekend van de groep Kapotte Muziek.
Wie Frogs, a Selection of Field Recordings thuis beluistert gelooft niet meteen dat het om kikkers gaat. Het lijken tapeloops, opnamen van dezelfde klanken die net niet synchroon worden afgespeeld, waardoor er ritmes ontstaan die ook weer wegebben. Soms treedt ineens één luide kikker op de voorgrond. Het hypnotiserende, bijna artificiële koor wordt zo weer een gewone veldopname.
Het eigenaardige van Frogs is, dat je er op twee manieren naar kunt luisteren. Je dompelt je erin onder om van alles te ontdekken, liefst met een hoofdtelefoon op, maar je kunt er ook een boek bij lezen en de kikkers accepteren als een deel van de geluidsomgeving, waar intussen ook bomen ruisen en vogels zingen.
De goede oude prinses Beatrix zoekt al een tijdje iemand die af en toe voor een busje haarlak naar de buurtsuper wil en die in de bossen rond haar kasteeltje haar hondje wil uitlaten. Ik denk dat dat hondje geen pitbull is, dus ik durf het baantje wel aan. Of lopen er wolven rond Drakensteyn? Kortom: ze mag me bellen. Ik heb tijd.
Wel op voorwaarde dat ik dan op Prinsjesdag met haar vanachter een of ander Haags venster naar de rijtoer mag koekeloeren en dat we dan allebei ongegeneerd commentaar mogen geven. Niet met de beleefdheidshandrem erop, maar gewoon in stevige straattaal. Daar houdt ze namelijk van. Ooit stond ik op een verjaardag van Paul van Vliet met Trix aan de witte wijn en toen merkte ik dat ze zeer geestig uit de hoek kon komen. Plus dat ze qua weerwoord ook wel tegen een stootje kan.
Daarom vroeg ik me af hoe dat afgelopen dinsdag ging. Toen zat ze braaf koetsjes te kijken met de bejaarden Loek Hermans, Edje Nijpels en Sjakie Tichelaar. Alle drie ex-commissarissen van haar en we weten: dat zijn afbouwfuncties voor net niet gelukte politici. Zeker als je Friesland en Drenthe toebedeeld krijgt. Hugo de Jonge zit voorlopig in Zeeland. Dat zegt genoeg.
Die Hermans en Nijpels hebben na hun pensioen meer banen dan Wimbledon en Roland Garros samen. Vaak baantjes met een luchtje. Zo zit Loek in de raad van toezicht van die frisse omroep WNL. Hij heeft er afgelopen week voor gezorgd dat een onderzoeksrapport over de in opspraak geraakte Bert Huisjes niet openbaar wordt. Daarna heeft hij de omstreden Bertje weer schaamteloos op het Gooise pluche geplakt. Of Bertje schuldig is? Jan Slagter staat vierkant achter hem en dan weet je eigenlijk al genoeg.
Maar het had me heerlijk geleken als ik in de plaats van dit supertrio dinsdag naast Trix had gezeten. Dan had ik met onze voormalige vorstin de oude carnavals-hit van Wim Kersten ingezet toen de volstrekt gestoorde dictator Marjolein Faber in een smakeloos bloemetjesgordijn in beeld kwam. En ik had graag snedig commentaar van Trix gehoord op de Urker klederdracht van Caroline. Wat zag dat er tragisch uit. Wat is er toch met onze vrouwelijke politici aan de hand? Waarom hijsen ze zich de laatste jaren op Prinsjesdag allemaal in de meest wanstaltige vintage carnavalskleren? Vooral die droeve hoedjespolonaise van onze dames geeft het niveau van ons land zo overduidelijk weer. Alleen de familie van Trix zelf zag er goed uit. Is het een idee om de koning volgend jaar ook in een feestkostuum te proppen? Dan moet hij alleen niet in de verkleedkist van zijn opa Bernhard gaan struinen, want daar zitten nog een paar discutabele uniformen in. Of mogen we die niet meer noemen?
Maar met Willy zijn moeder had ik graag keihard gelachen toen hij in de Troonrede over migratie begon. Zijn vader, zijn opa en zijn overgrootvader waren migranten en die vrouw die dinsdag naast hem zat komt ook niet uit Roelofarendsveen. En heeft ook niet lang in Ter Apel rondgehangen.
Ook had ik graag aan Trix gevraagd of ze ook zo’n medelijden heeft met dappere Dickie Schoof. En of ze weet hoe die wekelijkse ontmoetingen tussen haar zoon en deze charlatan verlopen? Krijgt hij een boodschappenlijstje van Geertje mee? Is het een idee als Willy hem binnenkort uitlegt wat democratie inhoudt? En wat de functie van de Tweede Kamer is? En wanneer we een crisis een crisis noemen?
Ook had ik haar meteen mijn briljante idee kunnen toelichten over het verkleinen van de veestapel. Zou het niet aardig zijn als haar zonen en hun montere neven een paar keer per jaar in plaats van op de Hoge Veluwe arme zwijntjes af te knallen, een varkensstal binnenstappen om daar met hun jachtgeweren een paar duizend biggen uit hun lijden te verlossen? Dat lest hun bloeddorst en is meteen goed voor het mestoverschot.