Griezelen zonder subtiliteit in Amerikaanse versie ‘Speak No Evil’

Europa versus Hollywood: wie wint? Twee jaar geleden kwam Speak No Evil uit. Een bejubelde Deens-Nederlandse horror, over een lusteloos Deens gezin dat hun Nederlandse vakantievrienden bezoekt. Met schuifelende horrorstapjes wordt het bezoek steeds akeliger. Kinderen worden bruusk afgeblaft, een beschonken dans wordt nét te erotisch. Wanneer stopt de beleefdheid en vlucht je? Spoiler! Te laat: de Denen worden gestenigd op een bouwplaats. De film werd alom geprezen.

Hollywood zag, kwam en kocht de rechten. Onnodig, denk je, want het origineel was al grotendeels in het Engels, maar de spaarzame Deense en Nederlandse zinnetjes waren kennelijk te veel. Twee jaar later is er een Hollywoodversie, met min of meer identieke plot, zónder alle subtiliteit.

Een unieke mogelijkheid voor een casestudy: wat is het verschil tussen een Europese en een Hollywood-film? Ten eerste: de Amerikaanse Speak No Evil voegt héél veel achtergrondinfo toe. Het ‘slachtoffergezin’ is werkloos, heeft een dochter met een stoornis, kampt met ontrouw. Er is zelfs een vorm van ‘penisnijd’ bij het weke vaderfiguur. Motieven voor hun meegaandheid vliegen in het rond. Niks wordt aan de kijker overgelaten.

Ten tweede: de horror is opzichtiger. Niet alleen omdat de Amerikaanse versie uitloopt op een lekkere explosieve vechtpartij. Het zit voornamelijk in het acteren. Het spel van Fedja van Huêts kwaadaardige vakantievriend in het origineel is subtiel en ambigu. Hij is eng én aardig tegelijk. Je herkent dat als kijker: je zintuigen signaleren een aardige man, maar van binnenuit kruipt er toch een angst door je aderen. James McAvoy, in dezelfde rol, floreert juist in de Johan Cruijff-draai van het acteren. In drie seconden kan hij muteren van familieman naar beest en terug. Alsof er niks is gebeurd. Dat is knap en ontzagwekkend om naar te kijken, maar het levert ook een plotprobleem op. De spanning vlakt uit omdat je écht niet begrijpt waarom iemand langer dan een seconde met dit stel zou doorbrengen, laat staan bij ze zou blijven slapen. Daarmee valt ook het belangrijkste thema van de film weg: die sociale angst en beleefdheid die je ervan weerhouden gevaar te zien voor wat het is.

Maar goed, dat het origineel beter is, verrast niet per se. Mensen prefereren altijd het origineel boven de kopie, om Jean-Marie Le Pen eens te citeren (toch de Johan Cruijff van extreem-rechts).

Er valt desalniettemin lol aan Speak No Evil (2024) te beleven. Meer traditionele horrorlol weliswaar: ‘Ga die kelder niet in!’ Wij zien het gevaar, maar de karikaturen in de hoofdrollen niet. Je geniet ervan te zien hóé het gezin naar de slacht wordt gebracht, want ze zijn zó goedgelovig dat ze het eigenlijk wel een beetje verdienen. James McAvoy speelt het geweldig uit als leeuw die met zijn prooi speelt.

En, toegegeven, je verlaat de zaal met een véél minder akelig gevoel dan bij het origineel. Speak No Evil (2022) is kwalitatief en existentieel griezelen in het weekend. Speak No Evil (2024) is lekker je popcorn op de grond schrikken na een lange werkdag. Ook belangrijk.