„Shirt uit! Shirt uit! Helikopter piloot. Zwaai hem boven je hoofd. Shirt uit, shirt uit, shirt uit, shirt uit, shirt uit, shirt uit.” Rapper Sef (Yousef Gnaoui) heeft zijn T-shirt uit en draait dat boven zijn hoofd rond als de wieken van een helikopter. Op zijn aanmoediging stikt het van die energieke propellers in het publiek.
In de grootste tent op muziekfestival Lowlands – de Alpha is een soort hangar – wordt ‘Shirt Uit’, de samenwerking van de band Jungle by Night met rapper Sef, een memorabel moment. Al vanaf het eerste refrein is het één groot opzwepend festivalfeest: samen helikopteren op het jungleritme met de zwiepende ‘swiesjjj’ van een roterende wiek.
Een festivalhit. Hup, valt-ie zomaar ineens in je schoot. Die zag de Amsterdamse band Jungle by Night even niet aankomen. Op het podium weet Jungle by Night-gitarist Jac van Exter het, net als de andere zes bandleden, even niet hoe hij het heeft. „Ik had verwacht dat een paar mensen bij het laatste refrein wel eventjes zouden meedoen”, vertelt hij: „Het bleek een zee van zwaaiende mensen.”
En het was al een opvallende schaalvergroting voor de zevenkoppige band, die instrumentaal laveert tussen lichtvoetige instapjazz en funky jarenzeventigexotica waarin de groove van Afrikaanse percussie en drums onverminderd doorloopt; het driedaagse Lowlands mogen openen op het allergrootste podium. Emotioneel voelden ze zich, tussen hun uitgedachte podiumontwerp van lichtstellages; het was hun allergrootste productie ooit. In 2010 speelden ze nog op het kleinste podium. „Daar op die Alpha staan”, zucht percussionist Tienson Smeets. „Dat had ik nooit kunnen bedenken. Zelf stond ik daar twee jaar geleden bij Billie Eilish.”
Rovershol
Een oude autobandenloods in Amsterdam-Noord. Een bestickerde no-nonsens entree leidt naar het muzikale rovershol van Jungle by Night. Een oude bar, vintage afbeeldingen van bokser Muhammad Ali en Marianne Faithfull, gekleurde lampjes en vlaggetjes en een discobol. Erachter een opslag boordevol instrumenten. En daarachter een lange, zelf afgetimmerde studioruimte vol akoestische panelen, waar nu de Amsterdamse brassband Gallowstreet zit te repeteren.
„Achter een do it yourself-plek als dit zit ook een bepaalde gekte”, wijst gitarist Jac van Exter rond. „Het hier draaiend houden is ook lekkages verhelpen, muurtjes bouwen. Alles doen we zelf. En er is ook altijd iets aan de hand. Staan we nog gauw wat te repareren voor we naar een show moeten.” Tienson Smeets: „Hier in de hoek bij de bar dromen we nog van een podiumpje. Cool voor kleine publiekshowtjes.”
Ongestoord muziek maken, op zo’n schaal; het is in Amsterdam een ongekende luxe. Niet dat de buren, de populaire alternatieve uitgaansplek Het Skatecafé – Jungle by Night is er kind aan huis – er last van zouden hebben. Maar soms wil je gewoon klooien, pielen, ontdekken. „We hebben in de loop der jaren steeds meer microfoons en spullen verzameld zodat we hier eigenlijk altijd kunnen opnemen”, vertelt gitarist Van Exter. „Een goede repetitie, een bepaalde sfeer. Zoiets kunnen we meteen vangen.”
Dat Jungle by Night ‘ineens’ al vijftien jaar bestaat is geen quasi-naïeve vaststelling, het lijkt werkelijk een reuzensprong in de tijd. In 2010 waren de, toen nog, negen Amsterdamse jongens – broertjes, neefjes en schoolvrienden – een revelatie. Van Exter herinnert zich zijn ‘krabbel’ via platform Hyves aan trompettist Bo Floor: ‘Hey, we gaan een band beginnen’. In de studio van de vader van drummer Sonny (jazzsaxofonist Rinus Groeneveld) stortten de jonge honden zich even vrolijk als toegewijd op de ruime sortering van instrumenten en de eclectische platencollectie.
Microbuurtfeest
Hun eerste optreden? Een verjaardag. Maar lang was het hoogste doel te spelen op de Aprilfeesten, „een soort microbuurtfeest op de Nieuwmarkt”. „Daar hadden we bijna een jaar voor gerepeteerd”, grinnikt gitarist Van Exter. „Verder kraakpandjes. En er waren vele toelatingsexamens”, herinnert percussionist Smeets zich. Wie naar een muziekopleiding ging en auditie moest doen, kreeg meteen de hele band. „Dan was ik altijd benieuwd wat ze daar eigenlijk van ons vonden. Want het was allemaal heel erg… nou ja gewoon al onze eigen muziek.”
Met analoge apparatuur en 24-sporenbanden werd een mini-cd’tje geproduceerd. Via via kreeg dat direct kansen op het Kindred Spirits-label van Paradiso. Zeker, wat studieus en braafjes klonken ze, met hun van de Nigeriaanse muzikant Fela Kuti afgekeken repetitieve afrogrooves en Daptone-vintage sounds als The Budos Band. Maar ook: fris en dansbaar. Jungle by Night was direct in trek: er kwamen festivals, optredens in De Wereld Draait Door en meer opnames.
Een leuke, speelse tijd, omschrijft Smeets. „En onbezonnen, zonder management. Pieter van Exter, onze saxofonist, hij is twee jaar geleden gestopt, deed alle mailtjes. ‘Jongens, we kunnen voor 200 euro spelen. Zullen we dat doen? Wél een lekkere fee!’ ”
Met de jaren kwamen grooves als dravende paarden, en zwoele en zompige modderbasjes
Zeg je Jungle by Night, dan voel je een hartslag – de ritmesectie inclusief percussie. Altijd live gespeeld. Natúúrlijk, zeggen de muzikanten met klem: alles is analoog, geen computer of backingtrack komt erin. Met de jaren kwamen grooves als dravende paarden, zwoele en zompige modderbasjes. Of onnavolgbare kluwen overzeese beats, van afrobeat tot highlife, tot funky electrosounds. Lekker vet en bezwerend ook: de door blazers en tegenwoordig ook synthesizers, opgetuigde melodieën.
Exemplarisch voor hun aantrekkingskracht en muzikale bandbreedte was deze festivalzomer: Jungle by Night ging alle soorten festivals af. Op Wilde Weide, North Sea Jazz, Lowlands, Into The Great Wide Open was hun instrumentale muziek net elektronische pop. Klonk hun dance best jazzy. Tegenwoordig vinden ze ‘analog dance music’ een best geschikte term.
Samen werden ze volwassen. Er kwamen dubbelrollen: studies ernaast, andere bands en ze begonnen gezinnen. De vrijblijvendheid van zo’n collectief verdampt langzaam naarmate de belangen groter worden. Dertigers zijn ze nu. En toch, zegt Jac van Exter, zijn ze nog een hecht bandje dat democratisch besluit over elk shakertje in nummers, breaks na solo’s of dat ene basloopje, de selectie van liedjes en die zelf ontworpen albumhoes. „En die als die jonge honden van toen overvallen kunnen worden door die beginvonk: ja, gaan we dit doen? Wow.”
Wegzappen
Twee feestconcerten in Paradiso zijn in aantocht. Met extra overdag nog een kortere, rustigere kindershow. De lancering van het nieuwe album, dat niet voor niets Synergy heet – Jungle by Night breekt muzikaal aan alle kanten open (horen we daar ook Krautrock-invloeden?) – wordt dit vijftiende jaar groots aangepakt.
Maar het meest opvallende is het vocale aspect, de helft van de nummers is met bekende vocalisten. Hoe leuk dat is, bleek al op Lowlands. Spinvis, Sef en de zangeressen Merol, Meral Polat en Pitou schoven aan voor sprankelende vertolkingen van hun nummers. Zoals ‘Yeni Bin Yer’, waarin de Turkse zang van Merel Polat aantrekkelijk versmelt in de grooves.
Bewust had Jungle by Night nooit een vocalist. Maar hoe vaak ze niet de vraag kregen om als begeleidingsband van een zanger te fungeren in een televisieshow. „Want ja, instrumentaal,… moeilijk, moeilijk op tv. Dan gaat iedereen wegzappen”, duidt Van Exter even snel. „Er wordt om die reden ook bijna geen instrumentale muziek gedraaid op de radio. Dan zijn mensen ook bang dat mensen het niet aankunnen of zo.” Maar even invliegen voor een of ander soulcovertje, iets funky gezelligs, ze hebben er altijd graag voor bedankt.
Tien jaar terug werkten ze in een Nederpop-project op het Noorderslag-festival eens met zangers. Vorig jaar dook de stem van trombonist Ko Zandvliet ineens op in ‘In de Steek’. De band sloeg aan het experimenteren. Er kwamen vrijblijvende sessies met zangers in hun clubhuis. De single ‘Oog om Oog’ met Spinvis is een blijmoedige versmelting van twee werelden: een heerlijk ongrijpbare tekst op een stuwend ritme. Hem hadden ze – gewoon – een berichtje gestuurd via Instagram, lachen ze. „Hij had ons eens genoemd op de radio, hij vond onze single ‘Eclypsi’ te gek. Dan denk je: wow, líjp, een artiest als Spinvis checkt onze muziek. Toen durfden we hem wel wat te sturen.”
Door zang communiceer je als band op een heel ander level, stelt Van Exter vast. Ze merken het nu aan alles. Van de fysieke publieksreacties op het nummer met Sef, tot de airplay die ze nu krijgen – ook door hun samenwerking met Spinvis. Dat spreekt bijvoorbeeld radio-programma De Taalstaat bij Radio1 erg aan, dat het nummer veel draait. Maar ook komen ze ineens avonden aaneen op 3FM voorbij.
Ineens zit Smeets steeds weer Spotify te checken, merkt hij. „We hadden de afgelopen maand voor ons een recordaantal streams. We mogen vijftien jaar bestaan, maar heel veel mensen kenden ons toch helemaal niet. We bereiken nu een nieuw publiek, dat is allemaal heel mooi meegenomen.” De komende maanden heeft Jungle by Night optredens in Spanje en een Nederlandse clubtour. Daarna volgen shows in Duitsland.
Als collectief hebben ze zich steeds opnieuw proberen uit te vinden, zeggen de muzikanten. „Deze plaat is een soort XL-versie van ons”, zegt Smeets. In het najaar volgt een clubtour met een aantal gastartiesten erbij. „We zijn er wel over uit dat we de nummers alleen spelen met de zanger erbij. Anders niet. Geen tapes.”
Zie hier het nadeel van gastzangers – volkomen onpraktisch voor een tournee met al die volle agenda’s. Maar de verdere aandacht ervoor: heerlijk. Is er nu ook een klein stemmetje dat roept: hadden we er maar eerder vocalen bij gehaald? Van Exter schudt beslist zijn hoofd. „Jungle by Night heeft nooit verlangd naar hits. Mooi te merken wat er opeens met deze plaat gebeurt. Maar het legt precies het interessante verschil tussen instrumentaal en níét-instrumentaal bloot.” Smeets knikt. „Het blijft onze gewone speelse versie die openstaat voor samenwerkingen. Laatst heb ik de kinder-festivalkrant op Vlieland al laten weten wie dat wat mij betreft zijn: Froukje en S10. Hopelijk lazen ze die.”