Tv-recensie | ‘De Rijles’ leidt tot hernieuwd respect voor de sociale gaven van (goede) rijinstructeurs

Elles (48) ging eens even naar haar zonnevlecht. Daar liet ze een vlammetje groeien, legde ze uit vanachter het stuur van de geparkeerde lesauto. „En het vlammetje wordt groter en groter. Lieve gidsen”, zei ze met haar ogen dicht, plotseling kalmer dan ze de hele rit was geweest: „zouden jullie mij willen helpen, vanaf elf uur veertig aardse tijd, om een healing te geven bij Romeo, in overeenstemming met zijn I AM Presence?”

Rijinstructeur Romeo (54) zat inmiddels onbeheersbaar te giechelen in de passagiersstoel. Waarschijnlijk wist hij net zo min als de kijker wat een I AM Presence was (wel het googlen waard: ‘de bron van volmaakte levensenergie die jij BENT’), maar hij liet zich toch gewillig door zijn pupil over zijn hoofd aaien met haar helende handen. „Wat voel je nu?”, vroeg Ellen. „Ehm, ahem”, zei Romeo. „Ik voel me heerlijk ontspannen.”

Het uitgangspunt van KRONCRV-programma De rijles (waarvan dinsdagavond de tweede aflevering werd uitgezonden) is simpel: een vast clubje rijinstructeurs en aspirant-autobestuurders wordt dagelijks gevolgd tijdens de lessen en examens. Als kijker waan je je de derde passagier in de auto, die zwijgend luistert hoe de smalltalk tussen leraar en leerling zich regelmatig ontwikkelt tot verrassende interacties en persoonlijke verhalen.

Zo ontmoette instructeur Fatma (46) een jonge leerling die zijn lessen hervatte na een tijdje in een kliniek te hebben gezeten vanwege een drugsverslaving. De twintigjarige Yoël sliep daar op een jongensgang, met „stoere boys die hun schild hoog ophouden op straat: kin hoog, borst vooruit”. Maar in de veilige omgeving van de kliniek gingen de schilden omlaag. „Elke avond gaven we elkaar allemaal een knuffel. Onze ‘slaap lekker’-wens”, glimlachte Yoël met zijn blik op de weg. „Hoe hard mag je hier?”

Het terloopse uitwisselen van verhalen, afgewisseld door nerveus gerommel met versnellingspoken, leverde verrassend aangename human interest op. En hernieuwd respect voor de sociale gaven van (goede) rijinstructeurs. De leraren in De rijles kregen zenuwachtige studenten aan de praat over onderwerpen die hen de rijstress even deden vergeten en wisten net die vervolgvragen te stellen die de beste verhalen opleverden. Daarbij durfden ze ook een stapje buiten hun eigen comfort zone te zetten. Zoals Romeo: die zou zich niet gauw spiritueel noemen, maar toen hij merkte hoe de praatgrage Elles rust haalde uit haar rituelen, verzocht hij zelf een kleine healing om zijn hoofdpijn te verhelpen. Het was haar eerste les, dus het duo zal nog aardig wat tijd samen doorbrengen voor ze haar papiertje kan halen.

Onwerkelijke situatie

Van een andere groep mensen blijft de queeste naar papieren intussen grotendeels ongezien. Documentairemaker Nawa Sira van Sluijs besteedt in de online 3LAB-documentaire Ik besta niet (Omroep Zwart) aandacht aan ongedocumenteerde en staatloze jongeren in Nederland. Voor de korte docu volgde ze Bubacar (27) en Viktoria (24), die allebei sinds hun tienerjaren in Nederland wonen. De eerste probeert al twaalf jaar te bewijzen dat ze staatloos is omdat haar ouders na het uiteenvallen van de Sovjet-Unie geen paspoort kregen, de ander vluchtte in zijn eentje uit Gambia en wacht ruim zeven jaar op bericht van de IND. Tot zij documenten krijgen leven ze in een onwerkelijke situatie: voor de staat bestaan ze niet.

Toch toonde de docu ook hoe het tweetal tegen de stroom in een leven probeerde op te bouwen. Allebei deden ze vrijwilligerswerk, allebei hielden ze er een sociaal netwerk op na dat haast echte familie was geworden. Bubacar vierde zijn verjaardag bij een pleeggezin. „Waar heb je voor gewenst?”, vroeg zijn pleegzus toen hij de kaarsen had uitgeblazen. Bubacar bleef hoopvol. „Mijn papieren.”