N.B. Het kan zijn dat elementen ontbreken aan deze printversie.
Reportage
Op verschillende plekken in Nederland staken afvalophalers voor een hoger loon. „We willen niet staken, maar vanwege de inflatie moeten we wel.”
De ondergrondse afvalcontainers puilen uit en de stank verspreidt zich door de Utrechtse straten. Utrechtse vuilnismannen staken sinds afgelopen week en het effect is zichtbaar. De actiebereidheid bij de reinigingsdienst is nog nooit zo groot geweest, vertelt FNV-bestuurder Gijs Boggia.
De nieuwe CAO voor de gemeenteambtenaren had begin dit jaar moeten ingaan, maar uit de onderhandelingen, die in september 2022 startten, is nog geen overeenkomst gekomen. In de afgelopen zes onderhandelingsronden is de werkgever, de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG), de afvalophalers niet tegemoet gekomen. In december 2022 heeft de FNV een ultimatum gesteld, waar niet op is gereageerd. De afvalmedewerkers willen een ‘inflatiecompensatie’ van 12 procent. Hun huidige loon (gemiddeld zo’n 2.200 euro bruto per maand) maakt het moeilijk om het hoofd boven water te houden, zegt Boggia.
Het vuilnis wordt door de staking tijdelijk niet opgehaald. Vrijdag om zeven uur’s ochtends staan zo’n tweehonderd afvalmedewerkers aan het Amsterdamse-Rijnkanaal in Utrecht. Ze dragen gele werkpakken met licht reflecterende hesjes. Uit het kantoor Wijkonderhoud & Service komen afvalmedewerkers gelopen met blaasinstrumenten en trommels. Er wordt koffie en koek uitgedeeld. „Wij willen helemaal niet staken”, zegt Stijn Kerkhove (27), afvalmedewerker Gemeente Utrecht. „Maar we moeten wel, vanwege de inflatie.”
Nu de stad door hun actie vies wordt, voelt het voor Kerkhove alsof hij „de burgers in de steek laat”. „Het werk waar wij van houden en trots op zijn, moeten we nu aan de kant zetten. Dat willen wij absoluut niet.”
Boegeroep
Een groep actievoerders kijkt naar een klein podium. Organisator Gijs Boggia roept door de microfoon: „We staan hier niet omdat jullie zulke leuke sjaals en mutsen van de FNV en
CNV krijgen. We staan hier omdat jullie werkgevers niet over de brug willen komen.” „Boe!”, roepen de vuilnismannen.
Halverwege de ochtend blijven de medewerkers van de reinigingsdienst met elkaar hangen voor het kantoortje. Sommige medewerkers hebben niet de hele week kunnen staken: zij kunnen het zich niet veroorloven om gekort te worden op hun loon.
Uit de verte komt een man in een zwart shirt het plein op lopen. „Ik heb mij een beetje verslapen”, zegt vuilnisman Rachid Elouardani (23). Het geld dat hij verdient is niet genoeg voor zijn vaste lasten, vertelt Elouardani. „Ik woon in een huurhuis met mijn partner, mijn zoontje en er is nog een kindje op komst. De 36 uur per week die ik werk is al te weinig om mee rond te komen”, zegt hij. Het is wel dankbaar werk, vindt Elouardani. Hij heeft sinds vier jaar een vaste wijkroute. „In mijn wijk heb ik kinderen van baby’s tot aan peuters zien opgroeien. Vaak wachten zij in de ochtend op ons. Sommige mensen zie ik iedere week, we maken gezellige praatjes en zij zwaaien mij uit.”
Ook Stijn Kerkhove is gepassioneerd over zijn werk. „Iedere dinsdag gaan we op de koffie bij twee oudere echtparen. Onze band is ontstaan doordat we elkaar iedere week op straat zagen tijdens het ophalen van vuilnis. Zo zie je dat er ook een sociaal maatschappelijke kant zit aan ons werk.”
Het protest breidt zich steeds verder uit over het land, vertelt Boggia van de FNV. Er vonden al werkonderbrekingen en stakingen plaats in Almere, Amsterdam, Rotterdam, Tilburg en Utrecht. Maandag gaat AFRI, afvalverwerkingsbedrijf in Midden-Nederland, drie dagen lang staken. Op 15 februari is de landelijke staking.