Column | Wifiversterker

Ik bezocht met Frida van Roosmalen (3) de vestiging van Mediamarkt bij de Amsterdam Arena. We hadden er al een hele fietstocht op zitten, tussen de mega-televisieschermen ging ze op de grond zitten. Ze kondigde luidkeels aan te gaan poepen. Er kwam meteen een vrouw in een rood shirt naar ons toe.

„Poepen doen we op de wc!”

Ik: „Waar zijn de wc’s?”

Zij: „Er zijn geen wc’s.”

Het probleem loste zichzelf op, Frida van Roosmalen hoefde niet meer te poepen, ze wilde nu ijs.

Ik: „Verkopen jullie ijs?”

Dat hadden ze dan verrassend genoeg weer wel. Bij de kassa’s stond een vrieskist, maar je mocht pas buiten van je aankoop genieten.

„Je steekt de stekker van een mixer ook pas thuis in het stopcontact.”

Ik: „Hebben mixers nog een stekker?”

De vrouw in het rode Mediamarkt-shirt: „Ja Jezus, ik zei mixer, maar bedoelde tandenborstel.”

Ik was op zoek naar een wifiversterker, er is in onze wijk nog geen glasvezel. Ze verwees me naar een verdieping hoger, maar waarschuwde alvast dat we daar overlopen zouden kunnen worden vanwege de „red weken”, een succesvolle marketingcampagne.

„Iedereen wil nu computeraccessoires.”

Ik: „Ook wifiversterkers?”

Ze vond het een rare vraag.

Wij naar boven.

De Mediamarkt is te groot voor mensen als ik. Het aanbod is dusdanig dat ik erin verdwaal, ik wil dan ineens ook een pick-up met bluetooth. En nieuwe boxen. Hadden ze ook cassetterecorders met bluetooth? Ik werd doorverwezen naar een paar planken achterin waar producten stonden waar soms wel, maar meestal geen vraag meer naar was. Ik was daar met drie verkopers, die me niet verder konden helpen, even verderop omsingelde de kudde de computeraccessoires-specialisten van Mediamarkt. Voor een wifiversterker moest ik daar zijn. Na vijf minuten, die eeuwig leken te duren, inventariseerde een andere medewerker de aard van de vraag bij de wachtenden. De twee bejaarden voor me, ze kwamen voor een nieuwe laptop, mochten blijven staan. Ik werd alvast naar de schappen met wifi-pods gestuurd. Als we daar maar bleven staan kwam er vanzelf hulp. Ze zouden ons niet vergeten.

„Maar u ziet het zelf ook: het is druk!”

Op persoonlijke titel voegde deze verkoper eraan toe dat hij mensen die in deze tijd naar fysieke winkels gingen niet begreep.

Ik ook steeds minder.

Nog voor de specialist in wifiversterkers kwam, rende Frida van Roosmalen naar de elektrische tandenborstels, waar dan weer wel Mediamarkt-specialisten aanwezig waren om eventueel te helpen bij het maken van een keuze.

Bij de kassa kochten we een ijsje.

Ze kwam onder het chocolade-ijs bij het nieuwe huis uit het kinderzitje.

„En?!”, hoorde ik haar vragen.

Wifiversterker vergeten te kopen.