Column | De nostalgiereflex werkt niet, meneer Omtzigt

Als de wereld van de rails loopt en dingen anders gaan dan gepland, graven sommige mensen zich in. Dit is wat Pieter Omtzigt deed deze week, met zijn pleidooi om op bepaalde terreinen „de regie terug te halen uit Brussel” en terug te gaan naar die goeie ouwe Europese gemeenschap. In een tijd waarin mensen zich op allerlei fronten bedreigd voelen, bang worden, en deuren en ramen willen sluiten, zijn nostalgisch sentiment en die reflex om terug te grijpen op dingen die vroeger hebben gewerkt verklaarbaar. Maar terugvallen op iets dat in een ander tijdperk misschien een tijdlang functioneerde, is nooit een goed idee. Zoals Winston Churchill eens zei: „Als je het heden en het verleden tegen elkaar op laat boksen, is de toekomst de grote verliezer.”

In een wereld waarin Europa relevantie verliest en steeds meer het schaakbord wordt waarop grootmachten en regionale bullebakken hun geopolitieke zetten doen, schiet een land als Nederland er niets mee op om in zijn eentje oplossingen te gaan verzinnen voor problemen. Vraag het de Britten. Zij ontdekten dat hún variant van ‘regie terughalen’ uit Brussel, leidde tot internationale marginalisering en een alarmerende teruggang in welvaart en publieke voorzieningen (alleen de happy few werden er beter van). Nu zoekt Londen weer aansluiting bij Europa. Het Brexit-debacle bewijst: juist in deze wereld, waarin grote landen op elkaar inbeuken en kleintjes worden vertrappeld, waarin het multilaterale regelsysteem waar Europa zo wel bij heeft gevaren steeds vaker wordt genegeerd of zelfs geschonden, is het beter om samen op te trekken in Europa. Dat geeft meer bescherming. En, grappig genoeg, meneer Omtzigt, ook meer ‘regie’.

Als heden en verleden wedijveren, verliest de toekomst

Afgelopen jaren is Nederland, precies omdat het niet de kant van Brexit op wilde, heel actief geweest in de Europese politiek. De Britten zakten weg. Niemand nam ze nog serieus. Intussen positioneerde Nederland zich in het hart van het Europese politieke spel. In plaats van reactief te zijn en constant nee te zeggen, zoals het eerste kabinet-Rutte (gedoogd door de PVV: 2010-2012) vaak deed, probeerde Den Haag na te denken over ontwikkelingen die eraan kwamen en debatten die gevoerd moesten worden. Door te anticiperen, vroeg stelling te nemen en daar bondgenoten bij te zoeken, kun je in Brussel immers veel dingen jouw kant op buigen. Zo heeft Nederland afgelopen jaren handig geopereerd, door vooruit te kijken en anderen voor te zijn. Je kunt niet alle gevechten winnen in Brussel – de EU draait om compromissen. Maar als je vroeg prioriteiten stelt (wat wil ik pushen of blokkeren?) en bedenkt welke gevechten je aangaat of juist laat lopen, kun je zeer invloedrijk zijn. De denktank Bruegel publiceerde woensdag een waslijst met uitdagingen en aanbevelingen voor de nieuwe eurocommissarissen. Genoeg werk aan de winkel.

Een voorbeeld van Nederlandse invloed? Nieuwe Europese anticorruptieregels, waaraan Den Haag heeft meegeschreven. Nieuwe begrotingsregels, die nu van kracht zijn. De regeling om buitenlandse investeringen in Europa te gaan screenen, die ook grotendeels uit Nederlandse koker komt. Eigenlijk gaat dit lijnrecht in tegen ons geloof in vrijhandel en de afkeer van protectionisme. Maar nu Chinese bedrijven gevoelige sectoren in Europa willen opkopen, is die openheid onverantwoord. Toezicht is nodig – maar dan liever op zijn Hollands dan op zijn Frans, bedachten ze in Den Haag. Dus stelden zij, met de Fransen, het eerste tekstje op. Slim om zo te opereren, in plaats van achteraf te jammeren over hoe Brussel jouw „beleidskeuzes belemmert”. Natuurlijk, niks is perfect in Europa. Maar Brussel, dat zijn wij zelf.

Juist nu moet Nederland niet afdrijven. In plaats van dreigen met opt-outs of teruggaan naar vermolmde arrangementen, moet het kabinet vooruitkijken en investeren in Europa. Er is niks Europees waar Nederland niet aan meedoet. Nederland is een van de meest invloedrijke landen van het continent. Zonde om dat te verspelen, meneer Omtzigt.