Opinie | Wat we kunnen leren van een kinderboekenschrijver: houd de moed om idealistisch te zijn

Wordt het ooit nog wat met de wereld? Volkeren die worden uitgemoord uit wraak. Machtsmisbruik door leiders die bang zijn met pensioen te moeten. Dictators die hun gang mogen gaan omdat de internationale handel niet in gevaar mag komen. Oorlogen, hongersnoden en natuurrampen in de schaduw van het nieuws.

Wanneer de moed me in de schoenen zinkt, haal ik vaak de boeken van Thea Beckman uit de kast. Niet de historische jeugdromans, waar de schrijfster bekend mee werd (denk aan Kruistocht in Spijkerbroek) maar de futuristische trilogie over Thule: Kinderen van Moeder Aarde, Het Helse Paradijs en Het Gulden Vlies van Thule. Nooit gehoord van Thule? Dat kan kloppen, want het zijn niet voor niets futuristische romans. Toch is het paradijslijke land Thule wel degelijk een resultaat van het heden.

Om bij de hoop te komen, om de moed weer terug te vinden, moeten we door het donker. En in het werk van Thea Beckman is dat donker een nucleaire winter. Toen ze het begin jaren tachtig schreef, verdeelde de Koude Oorlog de wereld nog in tweeën. Wat nou als die dreigende kernoorlog écht zou plaatsvinden? Beckman demonstreert in een paar pagina’s hoe die eruit zou zien. Hoe mannen elkaar opjutten, steeds zwaardere wapens inzetten, hoe complete wapenarsenaals, biologische bommen, allesvernietigende kernbommen de lucht in gaan. Hoe dammen doorbreken, vulkanen uitbarsten, tsunami’s olie-installaties vernietigen en steden in vuurstormen verdwijnen. En hoe de aarde door al dat geweld zo uit balans wordt gebracht dat ze kantelt.

Europa verandert in een woestijn

Het merendeel van de wereldbevolking overleeft de oorlog niet. Terwijl China bevriest, de ijskappen van Groenland smelten, en Europa in een woestijn verandert, proberen kleine groepen mensen zichzelf in leven te houden. Het groepje IJslanders dat Thule ontdekt en ontwikkelt, geeft mannen „de plaats die hen toekomt”, schrijft Beckman. Mannen hadden de wereld zo mishandeld, beledigd en uitgebuit dat ze worden uitgesloten van iedere machtspositie. Mannen zijn sterk, stoer, vriendelijk en moedig – maar het verleden had aangetoond dat macht hen te snel naar het hoofd stijgt.


Lees ook

Rechtse volksmenners weten radicale beloftes aan de (jonge)man te brengen

Jordan Bardella, lijsttrekker van Rassemblement National voor de Europese verkiezingen, tijdens een campagnebijeenkomst in Montbéliard, Frankrijk.

Beckman verschaft zichzelf een schone lei waar ze vervolgens een gloednieuwe samenleving op schetst. In eenvoudige, maar kleurrijke streken beschrijft ze een volk dat niets moet hebben van opsmuk. De Thulenen overdenken hun dilemma’s en hun verdriet niet in kerken of kathedralen maar in kleine tempeltjes op bergtoppen. Daar aanbidden ze in stilte Moeder Aarde die in al haar natuurlijke schoonheid voor hen ligt. Die aarde met al haar wezens moet beschermd worden.

Doorgeschoten mannelijke samenleving

De dreiging komt van een andere groep overlevers, die zo’n zeshonderd jaar na de Grote Ramp, de Thuleense kust bereikt. Deze Badeners zijn in alles het tegenwicht van de Thulenen: een doorgeschoten mannelijke samenleving, gericht op uiterlijke schijn die met geweld verdedigd moet worden. Baden heeft de spaarzame Europese bodem, wouden en wateren leeggeslurpt, en zoekt nu nieuw land. De militairen die het eiland ontdekken, staan versteld van de enorme diversiteit die ze in de Thuleense bossen aantreffen. Woudlopers – mannen die geweldig goed kunnen spoorzoeken – houden de wildstand op peil en zijn de enigen die bomen en struiken mogen rooien. Jacht is verboden, en vlees eten doen de Thulenen niet veel: alleen oude rendieren worden soms geslacht voor hun vlees en hun huid – maar nooit voor ze tien jaar oud zijn.

Wie toch een dier doodt, begaat een misdaad. En ook daar bedacht Beckman iets nieuws voor. Opsluiten doen de Thulenen niet, want vrijheid neem je een mens nu eenmaal niet af. Nee, erger is het wanneer je medemens je met de nek aankijkt. Verachting. Afhankelijk van de misdaad krijgt een Thuleen een stempel op zijn voorhoofd. Zo is groen slechts een waarschuwing aan mensen die de natuur schade toebrengen. Binnen enkele maanden vervaagt die weer. De zwaarste misdaad (moord) betekent een zwart stempel dat er zeven jaar over doet om te slijten. De misdadiger kan gaan waar die wil, en zal het aan niets ontbreken – behalve aan liefde, respect of menselijke aandacht.

Illustratie Hanneke Rozemuller

Diep onder de indruk

Het heeft iets geruststellends, al die oplossingen die Beckman aandraagt voor maatschappelijke problemen. Ze maakt er een punt van dat de Thuleense samenleving niet aan schone schijn doet, geen opsmuk, maar bescheidenheid. Intellect en intuïtie drijft de bevolking, de wil om vreedzaam samen te leven met elkaar en met de natuur. De Badeners noemen het primitief. Onbegrijpelijk vinden ze de keuze die de Thulenen maakten om de ontwikkeling van machines en elektriciteit, uitvindingen die de relatie met de natuur zouden verstoren, niet door te zetten.

Toen ik het boek voor het eerst las, ergens in mijn tienerjaren, was ik diep onder de indruk. En bij het herlezen ben ik dat nog steeds. Natuurlijk zijn de tijden veranderd. De Koude Oorlog is ten einde, de wereld kent nu de oneindige mogelijkheden van digitalisering, en vrouwen zijn gelijker aan mannen dan in Beckmans tijd. Toch staat de basis nog overeind: als je alle onzin weghaalt uit een samenleving, als je alle protocollen, allianties en tradities die het zicht op logica ontnemen, zou negeren, dan kunnen we er best iets moois van maken.

Traktatie voor een kinderverjaardag

Al die ruis ontneemt ons het idealisme. We zijn bezig met vanalles en nog wat – behalve met wat belangrijk is. We zoeken de leukste traktatie voor een kinderverjaardag, zonder ons af te vragen wat er nou zo ‘leuk’ aan is. We gaan naar de sportschool om gezond te worden, zonder na te denken over wat ‘gezond’ is. Willen een nieuwere, snellere chip in onze computer want dat is ‘vooruitgang’. Leggen kilometers af per vliegtuig om te vergaderen over een duurzamer model steelpan, opblaaskussen of automobiel, maar wat is ‘duurzaam’? De mensenrechten, daar staan we pal voor, maar wie zijn de mensen over wie we het hebben, en wat zijn dan die rechten?

Soms brengt versimpeling de meeste helderheid: mensen vermoorden is niet oké – wie die mensen ook zijn en welke reden je er ook voor geeft. Dieren in kooien stoppen zodat wij méér vlees kunnen eten is ook niet oké. Evenmin als kinderen in een mijn zetten om materiaal te winnen voor onze ‘vooruitgang’. En een bevriend land er niet op aanspreken wanneer het de waarden die we zogenaamd delen, op grove wijze schendt: ook niet in orde.

Mooi en blinkend

Mensen met goud behangen en vereren alsof ze niet „gewoon mensen” zijn – in de woorden van hoofdpersoon Christian – is ook wat vreemd. „Wat steekt er achter al dat moois? Toch gewoon een mens die zich uitkleedt om naar bed te gaan, en dan precies is als alle andere mensen. (…) De rest… al die dure en glimmende dingen, dat is omhulsel. En dat mag dan mooi en dik en blinkend zijn, maar de mens die erin zit is gewoon een vrouw of een man.” Christian heeft het over de onaantastbare, verheven leider van de Badeners die in een paleis woont, maar het zou net zo goed kunnen gaan over mensen die heel hard kunnen rennen, heel mooi zingen of op televisie goed uit hun woorden komen.

Beckman pleit voor menselijkheid, met doodeenvoudige logica

Dertig jaar nadat ik de boeken voor het eerst las, kan ik Beckman nog steeds niet op fouten betrappen. Het is menselijkheid waar ze voor pleit, met doodeenvoudige logica. Natuurlijk gaan er ook in Thule dingen mis. Om de genialiteit van de Thuleense oermoeder vast te houden in de stamboom van de heersende familie, mag Christian bijvoorbeeld niet met een ‘gewoon’ meisje trouwen. Mannen klagen steeds vaker over betutteling en zelfs onderdrukking door vrouwen. Niets menselijks is de Thulenen bovendien vreemd. Als ze het opnemen tegen de Badeners bekruipt hen een haat jegens die gewelddadige mannen die in alles anders zijn dan zij. Het valt de Thulenen steeds moeilijker om hun vredelievende houding vol te houden. Ze schrikken er zelf van.

Eilandbewoners

Maar als ze zich moeten wapenen tegen de dreiging van buiten blijken de eilandbewoners in staat zichzelf opnieuw uit te vinden. Daarbij worden ze geconfronteerd met de grenzen van hun eigen waardensysteem – iets dat de westerse wereld in deze tijd ook niet vreemd is. Het is hun traditie van menselijkheid, de vrouwelijke logica, de verbondenheid mét en het vertrouwen ín de natuur die hen in staat stellen het tegen de Badeners op te nemen zonder zichzelf te verliezen.


Lees ook

De staat mag best wat meer helpen

Elektrische auto’s te koop in China.

Zelfs op dat vlak kan ik Beckman niet tegenspreken. Vrouwelijke leiders hebben zich wellicht schuldig gemaakt aan corruptie en machtsmisbruik – maar begon er ooit iemand een genocide? Gooide een vrouwelijke president al eens bommen op een ander volk? Goed, de wereld moet het nog zien. Maar optimisme is een voorwaarde voor idealisme, voor échte vooruitgang. Waar blijven we anders? „Ik ben een pessimist door mijn intelligentie, maar een optimist uit wilskracht”, schreef de Italiaanse communist Antonio Gramsci toen hij begin twintigste eeuw in de gevangenis zat. Zonder optimisme komen we niet vooruit, en dat maakt het een morele plicht, meende de filosoof Karl Popper.

In Thule overwint het goede uiteindelijk het kwaad, en de wijze Thea Beckman legt feilloos uit hoe de Thulenen dat klaarspelen. Ze blijven dicht bij zichzelf en bij hun eigen waarden. Daar vallen lessen uit te leren. Wanneer een systeem faalt, kun je er nieuwe regeltjes aan blijven hangen, nieuwe ruis installeren om de vorige ruis te onderdrukken, maar misschien moeten we soms gewoon wat rigoureuzer zijn. Vastgeroeste systemen overboord kieperen. Vriendschappen opzeggen. Ego’s doorprikken. Een punt zetten achter innovaties die geen échte vooruitgang zijn. Laten we de moed hebben om idealistisch te zijn. Het zou zonde zijn als daar eerst een kernoorlog voor nodig is.

In de jaren tachtig werd de futuristische trilogie van Thea Beckman over het fictieve Thule uitgegeven: Kinderen van Moeder Aarde (1985), Het Helse Paradijs (1987) en Het Gulden Vlies van Thule (1989).