Bij choreografe Rena Butler is Persephone geen willoos slachtoffer van Hades

‘Beautiful, beautiful!” Vanuit de donkere zaal klinkt de kalme stem van Rena Butler (35). Ze heeft net een doorloop van Persephone bekeken, haar debuutchoreografie bij Het Nationale Ballet, en is blij met wat ze ziet op het door rode en witte lichtbalken beschenen toneel. In het ballet, een trio, heerst een voortdurende spanning, in de muziek en in de lichamen van de dansers. Gespannen, geaard, vloeiend en energiek bewegen de drie, een vrouw en twee mannen, om elkaar heen, verwikkeld in een ingehouden strijd waarbij de machtsbalans steeds verschuift. Tot de vrouw definitief het roer in eigen handen neemt.

Het ballet, vertelt de Amerikaanse in de foyer van Nationale Opera & Ballet, is losjes geïnspireerd op de Griekse mythe van Persephone. Zij wordt door Hades, koning van de onderwereld, ontvoerd naar zijn rijk. Butler stelde zich de vraag hoe dat verhaal er in deze tijd zou uitzien, wat het betekent vrouw te zijn in het post-metootijdperk.

„Ik wil in dit stuk geen zwart-wit scenario schetsen – het chiaroscuro zit in iedereen – met Hades als het slechte personage, de Hydra als grote manipulator en Persephone als willoos slachtoffer. Hoe reageer je op geweld, de onderwereld waarmee je in jezelf wordt geconfronteerd? Moet je proberen die duisternis te overstijgen, of je ervan los te maken? Of de ervaring integreren om er sterker van te worden? Maar hoe doe je dat als alles in beweging is? Die keuzes zijn heel individueel en bepalen welk scenario zich vormt. De focus ligt op Persephone, maar ook de anderen hebben hun verhaal – waar eindigt en begint dat? Het publiek mag daarin zijn eigen weg zoeken.” Ze lacht. „Om die ruimte voor interpretatie te laten, wilde ik het ballet The <blank> of Persephone noemen, maar dat vonden ze hier een tikje te vaag voor het publiek.”

Met de dansers heeft Butler gezocht naar oplossingen voor de ongebruikelijke bewegingen die zij van hen vraagt.

Eigen ervaring

Bij de vertaling van de Persephone-mythe putte ze ook uit haar eigen ervaring. Een jaar geleden werd zij slachtoffer van een gewelddadige aanranding tijdens een backpackingtrip door de jungle. „Ik kon geen kant op. Het was een van de donkerste ervaringen van mijn leven. Het heeft me een jaar gekost om ermee in het reine te komen. De fysieke aard van mijn beroep maakte het lastig, het heeft me van mijn stuk gebracht. Door de herinnering uiteindelijk te erkennen en de duisternis in mezelf te aanvaarden, ben ik niet in een neerwaartse spiraal geraakt.” Butler, een sprankelende, energieke persoonlijkheid, vertelt het opmerkelijk rustig, al zit het verdriet nog dicht onder de oppervlakte.

Geweld tegen vrouwen – het is helaas een universeel gegeven. Butler heeft zich in het verleden meermaals met specifiek ‘zwarte’ thema’s beziggehouden, maar in de loop der jaren heeft ze haar focus verlegd. Het label ‘zwarte, biseksuele vrouwelijke choreograaf’ vindt ze veel te beperkt. „Mijn interesses gaan verder dan mijn identiteit. Toen ik net choreografieën begon te maken, kwam de Black Lives Matter-beweging op. Ik was daar getuige van, ik moest daar iets mee. Maar hoe meer ervaring ik heb, des te meer wil ik werk maken dat op zijn artistieke merites wordt bekeken, zonder dat mijn kleur of gender en rol spelen. Ik ben óók geïnteresseerd in Aristoteles, in het blauw van Yves Klein, film, beeldende kunst, alles. Je kunt mij tot een minderheid rekenen, maar ik ben veel complexer dan dat.”

Butler groeide op in een welvarende wijk van Chicago, waar het gezin Butler met zijn Afro-Amerikaanse roots opviel in de verder witte wijk. Haar ruimdenkende ouders lieten hun kinderen aan zo veel mogelijk culturele en sportieve activiteiten deelnemen en gaven ze een gezonde dosis zelfvertrouwen mee. Dochter Rena kon zo op haar (witte) basisschool bijvoorbeeld de eerste voorzitter van de leerlingenraad worden, en ook later was zij als meisje van kleur vaak de eerste of bijna enige bij activiteiten.

Ongebruikelijke bewegingen

Op haar veertiende koos ze voor een dansopleiding waarna ze, haar nieuwsgierige geest volgend, om de drie à vier jaar van gezelschap veranderde, waaronder AIM by Kyle Abraham, Bill T. Jones/Arnie Zane Dance Company, Hubbard Street Dance Chicago en de New Yorkse Gibney Company. Intussen ontwikkelde ze zich ook als choreografe. Na het winnen van de Princess Grace Foundation Award in 2019 werd zij steeds vaker uitgenodigd door klassieke gezelschappen. Daar is ze, net als vroeger, weer vaak de eerste, de eerste vrouwelijke choreograaf van kleur – in de balletwereld, waar de witte oorsprong en mannelijke dominantie nog altijd doorwerkt, zijn die schaars. Zelf heeft ze niets te klagen. Haar agenda is tot 2029 gevuld met opdrachten, zestig procent klassiek, veertig hedendaags, schat ze.

„Best shocking, als je erover nadenkt hoe ik van postmodern ben opgeschoven naar het eclectische repertoire van Hubbard Street en daarna klassieke groepen. De ontmoeting tussen het verticale van ballet en het horizontale van modern en hedendaags fascineert mij. Ik verdiep me in de klassiekers van Petipa, om die taal te deconstrueren en te implementeren, en om te laten zien hoe de vrouw – bij Petipa meestal een ‘damsel in distress’ – er anno 2024 zou uitzien. Minder eendimensionaal. Mijn Persephone is een beetje Dr. Jekyll and Mr. Hyde.”

Met de dansers heeft Butler gezocht naar oplossingen voor de ongebruikelijke bewegingen die zij van hen vraagt. Het was, zegt ze, soms wennen. „Net als mijn verschijning, mijn vlechtjes, mijn slang. Bijvoorbeeld als ik zeg ‘pop your booty’ – dat gaat tegen hun opleiding in. Vergeet die, vergeet je uitdraai, die is er, daar kun je op vertrouwen. Laat het los! Tijdens sommige repetities hebben we meer gelachen dan gewerkt.”

Generation Dance door Het Nationale Ballet, met werken van Rena Butler, William Forsythe, Hans van Manen en Ted Brandsen. Voorstellingen van 11 t/m 25/9: Nationale Opera & Ballet, Amsterdam. Info: operaballet.nl