Aan de langste premierloze periode in de geschiedenis van de Vijfde Republiek is een einde gekomen: de Franse president Emmanuel Macron heeft de 73-jarige rechts-conservatief Michel Barnier gevraagd een nieuwe regering te vormen. Daarmee is in Frankrijk krap een maand na de succesvol verlopen Olympische Spelen de door Macron verordonneerde politieke wapenstilstand afgesloten.
Tot ergernis van vooral links Frankrijk nam Macron ruim de tijd om tot een premierskeuze te komen. De uitslag van de tussentijdse parlementsverkiezingen van 30 juni en 7 juli was met drie grote blokken dan ook niet eenduidig. Voor Macron, die als staatshoofd het voorrecht heeft een premier te kiezen, was het belangrijk dat een nieuwe regering in het parlement niet meteen met een motie van wantrouwen weggestemd zou worden.
Het onder de naam Nouveau Front Populaire (NFP) samenwerkende linkse blok claimde daags na de tweede ronde weliswaar de winst, maar net als de andere grote politieke blokken (Macrons centrum en radicaal-rechts van Marine Le Pen) hebben de linkse partijen geen absolute meerderheid in de Assemblée Nationale. De na lange interne discussies door de NFP voorgedragen kandidaat voor het premierschap, topambtenaar Lucie Castets, werd door Macron vrijwel direct afgewezen. Omdat zij steun had van de uiterst linkse partij La France Insoumise (LFI), hadden zowel Macrons eigen partij als de Rassemblement National van Le Pen aangekondigd haar in het parlement weg te zullen stemmen.
In de omgeving van Macron en van demissionair premier Gabriel Attal leefde de hoop dat zich in het parlement vanzelf een levensvatbare regeringscoalitie zou vormen. Frankrijk kent geen cultuur van compromissen en coalities werden in het verleden vooral gesmeed in de periode tussen twee kiesronden in. Toen dit niet gebeurde, nodigde hij alle politiek leiders en potentiële premierskandidaten uit op het Élysée om tot een vergelijk te komen. Verschillende namen van centrum-linkse en centrum-rechtse kandidaten passeerden de revue, onder wie die van de sociaal-democratische oud-premier Bernard Cazeneuve (2016-2017) en regiovoorzitter Xavier Bertrand, de sociaal-conservatieve politicus die mogelijk Macron gaat uitdagen als presidentskandidaat.
Ervaren politicus
Met Barnier kiest Macron voor ervaring. Na zijn opleiding aan de zakenschool ESCP, een zogenoemde grande école, had hij een trits aan politieke mandaten. Hij was zo’n twaalf jaar parlementslid namens de Savoie, het departement dat mede door zijn internationale inspanningen in 1992 de Olympische Winterspelen kreeg toegewezen. Onder de presidenten Mitterrand en Chirac bekleedde hij enkele ministersposten en was hij twee periodes Europees commissaris, van 1999 tot 2004 voor regionaal beleid en van 2009 tot 2014 voor de interne markt. Door het Franse ‘nee’ in 2005 in het referendum over de Europese Grondwet, kwam zijn ministerschap van Buitenlandse Zaken al na een jaar ten einde.
Buiten Frankrijk werd hij vooral bekend als ‘Mr. Brexit’. Eurocommissaris Jean-Claude Juncker vroeg hem in 2016 namens de Europese Unie met het Verenigd Koninkrijk te onderhandelen over het vertrek van dat land uit de Europese samenwerking. Barnier, een overtuigd Europeaan, zou die situatie later beschrijven als een ‘lose-lose’-situatie voor alle betrokkenen.
Tegenover de Britten ontpopte hij zich als een harde onderhandelaar. Die dreigden meermalen met een ‘harde Brexit’, dus zonder akkoord met de EU. Maar Barnier bereikte een overgangsakkoord tot 2020, voor daarna werd een handelsakkoord bereikt. Hij dwong de Britten onder meer water bij de wijn te doen met een inzichtelijk overzicht van handelsrelaties tussen de EU met derde landen als Zwitserland, Noorwegen of Canada. Daarin zag je duidelijk dat landen meer toegang tot de Europese markt hebben naarmate ze meer EU-regels overnemen. Juist die Europese ervaring kan hem als premier van Frankrijk van pas komen. De nieuwe regering moet voor 1 oktober een begroting voor 2025 indienen. Ze zal onder meer de Franse staatsschuld moeten zien terug te brengen. Die is opgelopen tot 110 procent van het bruto binnenlands product. Daardoor kreeg het land te maken met een afwaardering door kredietbeoordelaar Standard & Poor’s. Maar belangrijker nog: de Europese Commissie heeft Frankrijk op de vingers getikt. Sinds afgelopen juni loopt een procedure wegens „buitensporige tekorten”. Het is aan Barnier om via zijn Europese contacten nog wat extra respijt te krijgen.
Wat voor hem lastiger wordt, is de Franse politiek zelf. „Michel ziet niet hoe het Franse publieke debat verslechterd is”, zegt een vriend tegen Le Monde. „Dat gaat een schok worden.”
Dat Michel Barnier het in 2022 bij de Franse presidentsverkiezingen tegen Macron had willen opnemen, is voor de laatste geen belemmering geweest hem nu als premier te benoemen. Barnier kwam drie jaar geleden niet door de voorverkiezingen bij de conservatief-rechtse partij Les Républicains (LR). Dat Barnier voor 2027 nog een keer zo’n poging zal wagen, lijkt mede gezien zijn leeftijd onwaarschijnlijk.
Aan de linkerzijde reageerde Jean-Luc Mélenchon, leider van La France Insoumise (LFI), fel op de benoeming van Barnier. „De verkiezingen zijn gestolen van de Fransen.” Hij doelde hiermee op het feit dat linkse partijen het bij de verkiezingen goed gedaan hebben, maar buitenspel blijven. Hij riep op tot demonstraties op zaterdag.
Jordan Bardella, de leider van het uiterst rechtse Rassemblement Nationale, zegt dat zijn partij de premier voorlopig het voordeel van de twijfel geeft en zijn eerste toespraak afwacht. „We zullen ervoor waken dat de grote noodsituaties van de Fransen, koopkracht, veiligheid en immigratie, eindelijk worden aangepakt, en we reserveren alle politieke actiemiddelen als dit de komende weken niet het geval is”, schrijft hij op X.
Lees ook
Links won onverwachts in Frankrijk, maar de jonge alliantie NFP heeft een hoog loszandgehalte