De HJ Schoo-lezing van Pieter Omtzigt is niet onopgemerkt voorbij gegaan. De titel van zijn voordracht luidde Denken in oplossingen, maar de NSC-leider gebruikte zijn spreekbeurt vooral om nog eens te analyseren wat er mis is met Nederland. Hij sprak over de dalende kwaliteit van het onderwijs, woningnood en een gebrek aan grip op migratie. Zijn opmerkingen over dit laatste onderwerp zorgden voor beroering.
Omtzigt signaleerde dat de Nederlandse vruchtbaarheid het afgelopen jaar is gedaald naar 1,43 kinderen per vrouw. Dat is ruim onder de vervangingswaarde van net boven de 2, waardoor de Nederlandse bevolking sterk kan gaan krimpen. Hierna verlegde hij de aandacht naar Afrika. Zowel in Ethiopië als in de Democratische Republiek Congo werden in 2023 meer kinderen geboren dan in alle 27 landen van de EU samen, wist de NSC-voorman. Hij vervolgde: „Ik laat u raden wat dat betekent over twintig, dertig jaar” – een opmerking die in de geschreven tekst van de lezing overigens ontbrak.
En raden deed men: op sociale media, bij talkshows en op opiniepagina’s. Wilde Omtzigt van de Nederlandse vrouw soms een broedmachine maken, zoals in Margaret Atwoods roman The Handmaid’s Tale, of schetste hij een schrikbeeld van een Europees continent dat door Afrikaanse migranten overspoeld zou worden? Dat was niet wat hij zei, en Omtzigt lichtte later toe dat hij slechts wilde wijzen op de geopolitieke implicaties van het feit dat sommige landen een laag en andere landen een hoog geboortecijfer hebben.
Allicht, maar de keus om wel of geen kinderen te krijgen is een bijzonder persoonlijke. Het is dus niet vreemd dat mensen hun oren spitsen als een politicus zich uitspreekt over de tekortschietende reproductie van de Nederlandse vrouw. En het debat over migratie en asiel is de meest brisante politieke kwestie van het moment. Onlangs nog moesten PVV-bewindspersonen zich verantwoorden voor het gebruik van de term ‘omvolking’. Een politicus die speecht over migratie, moet zich realiseren dat deze context ertoe doet. Dan is het beter om mensen niet te laten raden, maar eenduidig te formuleren.
Over demografie en migratie mag én moet gediscussieerd worden. Het klopt dat Europa te maken heeft met een krimp van de natuurlijke bevolkingsaanwas. De vergrijzing die hieruit voortkomt, leidt tot serieuze maatschappelijke en economische uitdagingen. Wie gaat straks voor de groeiende groep ouderen zorgen; wie houdt de economie draaiende? Een stijging van het geboortecijfer biedt hier geen soelaas. Zo’n babyboom zal zelfs voor nog grotere arbeidstekorten zorgen, benadrukte de Staatscommissie Demografische Ontwikkelingen 2050 in januari in haar rapport.
Zolang er werk is in Europa zullen migranten willen blijven komen om dat werk te doen. Extreem- en radicaal-rechtse partijen die maatschappelijk ongenoegen hierover mobiliseren, hebben de afgelopen tijd in meerdere Europese landen verkiezingswinst geboekt. Dat maakt migratie voor middenpartijen een heikel onderwerp. Hoe adresseer je de angst voor de vreemdeling – zeker geen exclusief Europees fenomeen, zoals geweld tegen migranten in Tunesië en Zuid-Afrika laat zien – zonder daarbij te vervallen in een verwaterde versie van de retoriek van extreem-rechts?
De demografische transitie in Nederland vraagt om een zuiver gesprek. Omdat demografie over mensen gaat, zijn emoties in dit debat echter nooit ver weg. Het is daarom belangrijk dat politici geen verwarring over hun woorden laten ontstaan.