Wat vandaag een ‘nee’ tegen de F-16 is, kan overmorgen ook een ‘ja’ zijn

Stuurt het Westen na tanks nu ook vliegtuigen naar Kiev, vraagt zich af. En wat kan Oekraïne met zo’n F-16?

Een F-16-jachtvliegtuig van de Amerikaanse luchtmacht.
Een F-16-jachtvliegtuig van de Amerikaanse luchtmacht.

Foto Fadel Senna/AFP

Tot voor kort leek het ondenkbaar. Moderne Duitse tanks voor Oekraïne. Ze waren te duur, te moeilijk, te lastig in onderhoud en logistiek, heette het wekenlang. Bovenal golden de tanks als te provocatief. Poetin zou weleens op het idee kunnen komen dat het Westen alles uit de kast haalt om hem te verslaan.

In Poetins oorlog is het verstandig je altijd voor te bereiden op het ondenkbare. De Oekraïense regering bedankte voor de moderne tanks en vroeg meteen om jachtvliegtuigen. De afgelopen tijd kon je in het café alleen meekomen als je het verschil wist tussen een tank en een pantservoertuig. Voor dit voorjaar is basiskennis van vliegtuigen onontbeerlijk – al was het maar omdat Nederland een rol speelt in het vliegtuigfeuilleton.

Het internationale politieke veld is na een weekje debat verdeeld langs al bijna traditionele lijnen. Polen en de Baltische landen zien levering van vliegtuigen wel zitten. Polen wil graag met de VS optrekken, maar loopt, zoals in de hele oorlog, ook nu voorop. Dan is er een groepje dat er best over wil nadenken, maar zéér terughoudend is: Frankrijk en Nederland. Twee landen zeggen nee: Duitsland en de Verenigde Staten. Maar, zoals het debat over de tanks heeft aangetoond, het ‘nee’ van vandaag kan overmorgen best ‘ja’ zijn.

Oekraïne heeft zijn zinnen gezet op de Amerikaanse F-16. Veel westerse landen, waar onder Nederland, vervangen juist dezer jaren de F-16s door de F-35. Er staan dus straks in Europa heel wat occasions op het gras, die alleen met Amerikaanse toestemming doorverkocht mogen worden. Nederland heeft twee jaar geleden twaalf F-16s verkocht aan een bedrijf dat ze inzet als ‘vijand’ (Red Air) in oefeningen van de Amerikaanse strijdkrachten. Het bedrijf nam een optie op nog eens 28 toestellen.

Als je een F-16 weet te bemachtigen, wat zou je er dan mee kunnen? Ik bel met voormalig luchtmachtofficier Peter Wijninga. Moderne jachtvliegtuigen zouden een logische bijdrage zijn aan het arsenaal van Oekraïne, zegt Wijninga, nu werkzaam voor denktank HCSS, maar het toestel is niet zo eenvoudig inzetbaar.

Het internationale politieke veld is na een weekje debat verdeeld langs al bijna traditionele lijnen. Polen en de Baltische landen zien levering van vliegtuigen wel zitten

Rusland heeft aan het begin van de invasie verzuimd het Oekraïense luchtruim te veroveren, maar het kan wel met luchtafweer vanuit Rusland een deel van Oekraïne onder schot houden. Oekraïne wordt meestal niet door vliegtuigen uit de lucht belaagd, maar kan er zich dus ook niet vrij bewegen.

Vervelend is dat de F-16 niet is opgewassen tegen het modernste Russische afweergeschut, de S400, zegt Wijninga. Dus moet dat eerst uitgeschakeld worden voordat je met de jachtvliegtuigen over de frontlinies kunt vliegen en de tanks ondersteuning kunt bieden. Dat is niet helemaal ondenkbaar, zegt hij. In het wapenpakket dat president Biden onlangs beloofde zitten langeafstandsraketten én antiradarraketten. Daarmee zou je een S400 kunnen uitschakelen.

Tot die tijd zouden F-16s ingezet kunnen worden voor de verdediging van Kiev en het westen van het land. Met een F-16 kun je ook drones afvangen. De F-16 is gemakkelijk te vliegen, zegt Wijninga, maar de elektronica vereist veel training. Het toestel heeft nog twee kenmerken. Na honderden vlieguren moet het helemaal uit elkaar gehaald worden en voor die revisie heeft Oekraïne geen infrastructuur. En onder het toestel hangt een grote ‘slurf’ die het effect heeft van een grote stofzuiger. Taxibanen en startbanen moeten daarom gruisvrij zijn. Ook geen eenvoudige eis in een gebied waar een grondoorlog woedt.


Lees ook: De westerse tanks kunnen een game changer zijn, maar ze rollen niet zomaar het slagveld op

Dus ja, de F-16 kan het verschil maken. Maar Wijninga ziet levering niet meteen gebeuren. Het Westen volgt al maanden een strategie van „gecontroleerde escalatie”. Van helmen naar geweren en via antitankwapens naar artillerie, gevechtswagens en tanks. Zo zal het nu ook gaan, verwacht hij. Een ander optie is om de F-16s eerst door te geven aan Oost-Europese landen, die dan hun jachtvliegtuigen van Russische makelij naar Oekraïne kunnen sturen.

En dan is er nog het risico dat Oekraïne F-16’s zal gebruiken om doelen te raken in Rusland en de oorlog daarmee oncontroleerbaar escaleert. Er waren al drone-aanvallen op Russische vliegvelden. Je zou afspraken kunnen maken die de inzet van F-16 beperken. Er zit dan voor het Westen niets anders op dan er op te vertrouwen dat Kiev zich daaraan houdt. En waarom ook niet? Oekraïne zou wel gek zijn afspraken te schenden met bondgenoten die het land overeind houden. Maar voorlopig zit er voor Kiev niets anders op dan lobbyen en geduld hebben.

Redacteur geopolitiek Michel Kerres schrijft hier om de week over de kantelende wereldorde.