Nieuwe Zweedse overheidsrichtlijnen voor schermtijd moet ‘slaapcrisis’ onder tieners bedwingen

„Veel te lang hebben we smartphones en andere schermen in alle aspecten van de levens van onze kinderen laten binnendringen”, zei de Zweedse minister van Volksgezondheid Jakob Forssmed maandag. Vlak daarna riep hij een „slaapcrisis” uit. Meer dan de helft van de Zweedse vijftienjarigen krijgt niet genoeg slaap, terwijl tieners van 13 tot 16 jaar gemiddeld zesenhalf uur per dag achter een scherm doorbrengen. Daar zit de tijd die ze in de klas op het internet zitten nog niet eens bij.

Sinds maandag hebben de Zweden duidelijke en concrete overheidsrichtlijnen voor ouders over de gewenste schermtijd van hun kinderen. Daarmee sluiten ze zich aan bij een aantal Europese landen en de Verenigde Staten, die eerder vergelijkbare richtlijnen publiceerden.

Kinderen tot 2 jaar oud zouden volgens de officiële adviezen helemaal niet naar een scherm moeten turen — daar zouden hun ogen en cognitieve vaardigheden onvoldoende voor ontwikkeld zijn. Het advies voor kinderen van 2 tot 5 jaar is maximaal een uurtje schermtijd per dag, kinderen van 6 tot 12 jaar zouden buiten school om maximaal twee uur achter een scherm moeten doorbrengen. En middelbare scholieren moeten hun schermtijd beperken tot drie uur per dag.

„We weten dat het gebruik van digitale media negatieve gezondheidseffecten kan hebben, waaronder slechtere slaap en symptomen van depressie”, verklaarde Forssmed. „Deze aanbevelingen ondersteunen kinderen, ouders en voogden om gezonder, bewuster en verantwoorder met schermen en media om te gaan.” Het is wetenschappelijk nog niet onomstotelijk bewezen dat smartphones en sociale media de jeugd eenzaam, depressief en moe maken. Uit talloze onderzoeken blijkt dat de correlatie sterk is, maar of er sprake is van causaliteit staat nog ter discussie.

‘Goede adviezen’

Remco Pijpers van stichting Kennisnet vindt de richtlijnen hoe dan ook „redelijk, plausibel en ook bruikbaar”. Hij is strategisch adviseur digitale geletterdheid en ethiek. „Volgens mij zijn dit hele goede adviezen. Als kinderen gemiddeld 6,5 uur per dag op hun smartphone zitten, zoals de Universiteit van Amsterdam recent onderzocht, is dat sowieso niet gezond.”

Wel vindt Pijpers het jammer dat de Zweedse richtlijnen zich met name op ouders richten en dat de rol van de school nauwelijks aandacht krijgt. „Ik ben voor mijn werk veel met onderwijs bezig, en zie dat kinderen op sommige scholen veel tijd achter laptops doorbrengen. Je kunt dat niet los van elkaar trekken, de werelden thuis en op school. Het is niet alleen de verantwoordelijkheid van ouders dat kinderen een levenswijze aanleren waarin schermtijd onderdeel is van een gezonde balans met buitenspel, slaap, beweging en huiswerk.”

De focus op de rol van ouders komt sterk overeen met de nieuwste strategie van grote technologiebedrijven om kritiek te pareren op de tijd die kinderen door verslavende algoritmes online doorbrengen, merkt Pijpers op. Eerst duidde Big Tech deze kritiek als een vorm van morele paniek, nu adverteren Meta en TikTok uitvoerig met tools die ouders kunnen gebruiken om de schermtijd van hun kinderen te beheren. „Deze bedrijven voelen dat schermtijd een probleem is”, zegt Pijpers. „Maar als je niet wilt dat kinderen zoveel op TikTok zitten, leg je dan de verantwoordelijkheid bij de ouders of pas je je algoritme aan? We moeten als samenleving niet alleen praten over hoe we onze kinderen moeten opvoeden, maar ook over hoe we onze digitale omgeving moeten inrichten.”

Ook vindt Pijpers de nadruk op alleen schermtijd beperkend, hoewel die wel duidelijk en concreet is. „Het moet ook gaan over inhoud, over wat geschikte schermtijd is en wat niet. Wat je ziet is ook belangrijk. Als je met je kind belt met je oma in Zuid-Afrika, of samen op basis van een YouTube-video een maaltijd klaarmaakt, moet dat dan van de schermtijd afgaan? Je hoeft daar niet overspannen over te doen.”


Lees ook

Scholen positief over smartphoneverbod in klas: scholieren socialer en meer gefocust

Leerlingen leveren hun telefoons in voor ze de klas ingaan.