„Het idee van het paradijs zat al heel lang in mijn hoofd voordat ik uiteindelijk besloot dat ik wilde proberen het op een creatieve manier voor te stellen.” Aan het woord is de Zwitserse kunstenaar Pipilotti Rist, die haar ideeën zo in 2006 verwoordde. Rist is een videokunstenaar van wie het werk internationaal wordt omarmd omdat ze niet alleen haar versie van dat paradijs voorschotelt, maar vooral omdat ze de ideeën over het paradijs ook op z’n kop zet.
In videokunstwerken, installaties en films doet ze dat met gevoel voor humor, absurdisme en vooral met veel kleuren. Dat laatste is ook de reden waarom zij begin oktober de Sikkens Prize 2024 in ontvangst mag nemen, een bedrag van 75.000 euro. In het persbericht dat dinsdag werd verspreid staat dat de jury haar uitkoos „vanwege de fenomenale manier waarop zij kleur inzet in haar werk en hoe zij als pionier in de videokunst de weg heeft vrijgemaakt voor jongere generaties”.
Rist kwam in 1962 op de wereld als Elisabeth Charlotte Rist, maar omdat ze als kunstenaar staat voor een wereld zonder grenzen en angst koppelde ze haar roepnaam Lotti aan die van Pippi Langkous. Enerzijds weet ze in haar kleurrijke werelden een soort opgewektheid te suggereren, anderzijds laat ze ook gruwelijke werelden zien. Dat contrast zie je bijvoorbeeld in haar installatie Cape Cod Chandelier (2011) waar onderbroeken (die ze van verschillende vrienden kreeg) om een lamp heen hangen, in de vorm van een ouderwetse kroonluchter. De onderbroeken krijgen zo een nieuw bestaan. Van recentere datum is Your Brain to Me, My Brain (2022) waarin ze ‘inzoomt’ op hersenen door middel van gekleurde ledlampjes die in een donkere ruimte hangen. „Kleuren zijn vaak verdacht in de westerse kunst”, herhaalt ze vaak in interviews. De nadruk op kleur wordt in de kunst volgens haar ten onterechte afgedaan als exotisch en niet intellectueel.
Al met haar afstudeerproject, de video I’m Not the Girl Who Misses Much, werd ze internationaal opgemerkt. Het is dan ook een schitterend werk: ze speelt een soort marionet die almaar roept „I’m Not the Girl Who Misses Much”, maar de video hapert soms even waardoor dat missen letterlijk in beeld wordt gebracht: er verdwijnen tijdens het haperen minieme passages. Wat beklijft is de eenzaamheid die door de vrouw steeds harder wordt overschreeuwd. Elke keer dat ze roept dat ze het meisje is dat niet veel mist, zie je de eenzaamheid toenemen.
Natuur eist plek op
Absurder is de klassieker Ever Is Over All (1997). Hiermee werd ze in 1997 op de Venetië Biënnale uitgeroepen tot de beste jonge kunstenaar van dat moment. Je ziet een opgewekte vrouw door de straten van Zürich lopen. Aanvankelijk heb je het idee in een reclame te zijn beland, waarbij je benieuwd bent welk product zo’n gelukkig leven kan waarborgen. Terwijl de vrouw rondloopt met een grote bloem in haar hand ramt ze met die bloem voorruiten van auto’s kapot, om daarna weer vrolijk verder te lopen. In slow motion zie je de ruiten uit elkaar spatten, mensen op straat lachen haar vriendelijk toe.
De film wordt doorgaans vooral als feministisch geïnterpreteerd, als een gevecht tussen seksen waarbij de auto mannelijkheid suggereert en de bloem vrouwelijkheid moet voorstellen, maar in deze film is het ook de natuur die wraak neemt en haar ruimte in de stad opeist. In Stone Skyscraper (2014) wilde de natuur ook haar plek in de stad: een wolkenkrabber wordt gecamoufleerd met stills van bloemen.
Rist neemt je mee in een paradijs waarin het onderscheid tussen de werkelijke wereld en de virtuele wereld soms zoek is. Personages rollen over zichzelf en elkaar om de wereld letterlijk op z’n kop te zetten, zich niets aantrekkend van wetten, ongeacht of die nu afkomstig zijn van het instituut, ontleend aan kunstconventies of een natuurwet als de zwaartekracht. Door extreme close-ups en het karikaturaal maken van de samenleving, komen kwetsbaarheid en onmacht nadrukkelijk over het voetlicht.
Monet
Het lichaam is daarbij vaak inzet van haar werk, zoals in haar video Pickelporno (1992) waarin een kleine wereldbol uit de vagina lijkt gerold – een reactie op pornografische films. In veel van haar werkt zoomt ze in op lichaamsdelen die zo uit hun context worden gehaald. Dat gaat van een uitvergrote teen tussen gestampt fruit of een lichaamsdeel dat dermate vervormd is dat je überhaupt niet meer kan zien wat het is. Of ze komt met andere versies op klassieke werken: zo toont zij Monets waterlelies van de andere kant, waarbij de modderige grond van de rivier zichtbaar wordt, de smerigheid die onder de schoonheid van de impressionist schuilgaat.
In haar bioscoopfilm Pepperminta (2009) wordt de vraag gesteld: „Is uw leven ook vaak grijs, gelijkvormig, gestandaardiseerd?” Wie het werk van Rist bekijkt, zal zien dat wie de wereld beziet zoals zij, daar rustig ‘nee’ op kan antwoorden.