Universiteiten moeten onmiddellijk stoppen met het gebruiken van student-evaluaties in hun personeelsbeleid. Zulke beoordelingen van docenten zijn wetenschappelijk ondeugdelijk en moreel onverdedigbaar. Ze richten schade aan, waar universiteiten docenten voor moeten behoeden.
Dat concludeert een Amerikaanse wetenschapper in het Journal of Academic Ethics, na een uitgebreide studie van de literatuur over student-evaluaties aan Amerikaanse universiteiten. Studenten kunnen daar al decennia op formulieren hun oordeel geven over een college of werkgroep. Ook in het Nederlandse hoger onderwijs wordt van instellingen verwacht dat ze student-evaluaties meewegen in de beoordeling van de kwaliteit van hun onderwijs.
Op basis van zijn onderzoek stelt Daryl Close, emeritus hoogleraar filosofie, nu vast dat het instrument waardeloos is. Er bestaat geen consensus over de vraag wat ‘goed onderwijs geven’ inhoudt, de vaardigheid de studenten nu juist geacht worden te beoordelen. Evenmin over de opzet van de vragenlijsten, die per universiteit sterk kunnen verschillen. Ook ontbreekt een helder en bruikbaar onderscheid tussen oordelen en persoonlijke meningen, zodat evaluaties eerder een consumententest of opiniepeiling worden.
Sommige onderzoekers hebben studenten gevraagd die kenmerken zelf te formuleren, volgens Cole een methodologische zonde omdat zij dan zowel subject als object van kwalitatief onderzoek worden.
Hatelijk benaderd
Schadelijk voor docenten kunnen de vragenlijsten wel zijn, aldus Cole. Ze geven ruim baan aan subjectieve voorkeuren of antipathieën van studenten en aan vooroordelen op het gebied van gender, ras of uiterlijk. Uit eerder onderzoek bleek al dat met name vrouwelijke docenten hatelijk worden benaderd of uitgescholden in (anonieme) evaluaties.
Universiteiten schieten zo tekort in de zorg die ze verplicht zijn aan hun werknemers, meent Cole. Ze moeten docenten beschermen tegen oneerlijke kritiek, vooroordelen en verbale agressie. Opiniepeilingen of consumentenmeningen bieden geen basis voor een oordeel over de kwaliteiten van een docent.
Volgens Cole is het maar de vraag of studenten in staat zijn het onderwijs dat zij krijgen zakelijk te beoordelen, wat hij noemt „de mythe van student-competentie”. Hij vindt wel dat studenten inbreng moeten hebben in gesprekken over het onderwijs, maar zonder dat dit formele gevolgen heeft voor de docent.
Subjectieve meningen
Tegen student-evaluaties leven ook in Nederland al langer bezwaren. Onderzoeker Iris Breetvelt van het Kohnstamm Instituut kwam in 2021 ook tot dezelfde conclusie dat de evaluaties ongeschikt zijn als middel bij besluiten over de loopbaan van docenten. Ook zij noteerde dat subjectieve meningen, zoals over het uiterlijk van een docent, de evaluaties beïnvloedden. Studenten kunnen oordelen over onder meer de verstaanbaarheid van een docent, maar „niet over diens vakkennis en didactiek”. Evenmin hebben ze vaak een helder beeld van hun eigen leerproces in een college of cursus.
Voorzitter Abdelkader Karbache van de Landelijke Studentenvakbond LSVb zegt in een reactie de verhalen te kennen dat er „soms onethisch” wordt gereageerd in de evaluaties, maar het belangrijk te vinden dat er „een mogelijkheid is en blijft voor studenten om anoniem feedback te geven”. Ook in positieve zin. „Het is uiteraard goed als docenten ook weten dat ze gewaardeerd worden”, aldus Karbache.