De universiteit belooft hem gegarandeerd een kamer, op vijf minuten lopen van de faculteit. „Dat is echt belangrijk. Want als ik eerst met een bus moet en die mis ik, ga ik vast weer naar huis en in bed liggen in plaats van naar college”, zegt Daniel Wahab.
Wahab, zijn rode capuchontrui past bij zijn rood met zwarte gympen, is op bezoek bij de Universiteit van Coventry om uit te vinden of hij hier zou willen studeren. Software engineering. Hij heeft een jaar in Bedfordshire gezeten maar vond de manier van lesgeven daar niet fijn. „Ze gaven je zomaar de antwoorden, zonder je uit te dagen. Ik heb goede dingen over Coventry gehoord. En ze zeiden dat ze plekken hebben vrijgehouden voor studenten zoals ik.”
In Coventry willen ze Daniel Wahab, die opgegroeid is in Oxford, waarschijnlijk maar al te graag inschrijven als student. Ook al begint het academische jaar hier pas half september, de universiteit is gewoon open. In de kantine van één van de centrale gebouwen zit een plukje ouderejaars studenten te wachten tot ze rondleidingen aan mogelijke nieuwe studenten kunnen geven. De universiteit kan elke inschrijving gebruiken.
Universiteiten in Engeland, overwegend gerenommeerde instellingen, staan onder druk. De aantallen internationale studenten dalen, terwijl juist die studenten voor een groot deel van de inkomsten zorgen. Voor het afgelopen collegejaar voorspelde het Office for Students, de landelijke toezichthouder van het hoger onderwijs, dat 40 procent van de universiteiten geld tekort zou komen op de begroting. Of die voorspelling uitkomt, moet nog blijken, maar de voortekenen zijn slecht. Het aantal visumaanvragen van internationale studenten daalde tot juli dit jaar met 16 procentpunt – in Engeland beginnen sommige studies ook in januari en in mei.
De Universiteit van Coventry probeert nu binnenlandse studenten te verleiden voor hén te kiezen, om het tekort aan buitenlandse studenten te compenseren. Nieuwe studenten mogen kiezen tussen een waardebon voor eten van 100 pond (ongeveer 118 euro), korting op treinreizen of een jaar gratis parkeren bij de campus. Andere universiteiten doen hetzelfde: ze verloten winkelwaardebonnen of een jaar gratis woonruimte.
Strengere regels
In januari dit jaar zijn de Britse visumregels aangescherpt, voor zowel werknemers als voor studenten uit het buitenland. De regering van toenmalig premier Rishi Sunak (Conservatieve Partij) bepaalde dat studenten hun partner of kinderen niet meer standaard mogen meenemen, iets wat vooral studenten uit India en Nigeria wel vaak deden. En uit die twee landen komen, na China, veruit de meeste studenten.
Op de lange termijn heeft die inperking een lagere migratie van tussen de 90.000 en 120.000 personen tot gevolg, schatte The Migration Observatory van de Universiteit van Oxford. Precies wat de Britse overheid graag wil bereiken – dat geldt evengoed voor de nieuwe regering van Labour die sinds begin juli aan de macht is. Labour heeft geen plannen om de visumregels te versoepelen.
Onbedoeld bijeffect is dat universiteiten hier financieel kwetsbaar door worden. Ze hebben zich de afgelopen jaren steeds afhankelijker gemaakt van internationale studenten, die vaak dubbel zoveel en soms zelfs drie of vier keer zoveel collegegeld betalen als hun binnenlandse studiegenoten. De Universiteit van Coventry is voor 63 procent afhankelijk van ‘internationaal’ collegegeld en dat is nog relatief bescheiden. In hoofdstad Londen is het Royal College of Art voor 85 procent van ‘buitenlands’ collegegeld afhankelijk, in Schotland komt 81 procent van de inkomsten van de Universiteit van Glasgow uit het buitenland. „Een ongezonde en onhoudbare situatie”, stelde een parlementaire onderzoekscommissie vorig jaar vast.
Voor Britten is het maximale collegegeld 9.250 pond (bijna 11.000 euro) per jaar. Dit bedrag is wettelijk vastgelegd. Voor buitenlandse studenten geldt geen maximum, de fee wisselt per universiteit en kan oplopen tot 38.000 pond (ruim 45.000 euro) per jaar. Universiteiten klagen dat hun uitgaven de afgelopen jaren zijn gestegen, bijvoorbeeld aan energie en hogere salarissen van docenten, terwijl ze dat niet kunnen doorberekenen in het collegegeld voor Britse studenten.
Rondkomen is moeilijk
Eén van de buitenlandse studenten in Coventry is Rose Thomas (33). Ze is Nigeriaans en volgt een master internationale betrekkingen van een jaar. „Het is zo interessant en de docenten zijn goed. We hebben het vaak over actuele onderwerpen, zoals de oorlog in Gaza.” Haar studiegenoten komen overal vandaan: „India, Nigeria, Pakistan, Libanon… Ik geloof dat we misschien één Brit in ons jaar hebben. Van de veertig studenten.”
Thomas begrijpt goed dat studenten afhaken nu ze hun partner niet meer mogen meenemen, zoals ze uit haar vriendenkring in Nigeria hoort. „Je hebt eigenlijk iemand nodig om je te helpen met geld verdienen. Met een studentenvisum mag je maximaal 20 uur per week werken en je inkomsten mogen hooguit 1.000 pond zijn. Daar kom je amper van rond.” Zelf is ze hier alleen – haar collegegeld was 20.500 pond (24.400 euro) voor één jaar en haar studio kost 850 pond (1.010 euro) per maand. Ze heeft lang gespaard om deze studie te kunnen doen en is toevallig net onderweg naar een sollicitatie, bij een kledingzaak in het centrum van Coventry.
Vóór Thomas naar het VK kwam, dacht ze dat ze hier misschien wel zou blijven. „Ik ben gaan twijfelen. Wat zijn hier voor baanmogelijkheden voor mij? Ik kan beter naar de Europese Unie gaan of het bij de Verenigde Naties proberen.” Haar studie vindt ze de investering zeker waard. „In Nigeria zijn opleiding en je studieresultaten heel belangrijk.” En de reputatie van Britse universiteiten is nog altijd goed.
Op zich is komend collegejaar voor veel Britse jongeren een mooi moment om te beginnen aan de universiteit. Een hoger percentage van de geslaagden heeft een plekje gekregen bij de universiteit van hun eerste keuze: 75,7 procent, terwijl dat in 2023 71,6 procent was. De vooraanstaande universiteiten van de Russel Group, waar onder meer de universiteiten van Oxford en Cambridge bij horen, hadden bijna vierduizend meer plaatsen voor binnenlandse studenten te vergeven dan normaal.
Toegankelijkheid is ongelijk
Toch klopt het over het algemeen niet dat internationale studenten de plekken innemen van binnenlandse studenten, zegt Nadia Siddiqui, zij is hoogleraar op het gebied van onderwijs en de toegankelijkheid van onderwijs aan de Universiteit van Durham. „We hebben geen data die dat beeld ondersteunen. Meestal komen internationale studenten voor postdoctorale vervolgstudies, terwijl lokale studenten zich eerst voor bachelorstudies aanmelden.”
Een groot probleem in Engeland is dat de toegankelijkheid van het hoger onderwijs niet gelijk is voor hoge en lage inkomensgroepen. Dat gat overbrug je niet met „oppervlakkige tactieken” als vouchers en gratis woonruimte om de universiteit aantrekkelijker te maken, zegt Siddiqui. De ongelijkheid is ook regionaal groot: leerlingen uit een arme buurt in Londen maken alsnog drie tot vier keer zoveel kans om naar de universiteit te gaan als leerlingen uit sommige delen van het noorden van Engeland, bijvoorbeeld Cumbria of Lancashire.
Een mogelijkheid die de nieuwe regering van Labour niet heeft uitgesloten is om het collegegeld voor binnenlandse studenten te verhogen, om universiteiten zo meer inkomsten te bezorgen. In 2012 werd het collegegeld voor het laatst fors opgehoogd, van maximaal 3.000 pond naar 9.000 pond en sindsdien ging het nog één keer met 250 pond omhoog, in 2017.
Studenten kunnen het collegegeld lenen en moeten het terugbetalen als ze gaan werken – in het VK wordt dit als een soort belasting gezien, omdat het je 6 of 9 procent van je inkomen kost. Een verhoging zal universitair onderwijs voor lage inkomensgroepen nog onbereikbaarder maken, denkt Siddiqui: „Dat geldt voor de groepen die toch al denken dat de universiteit niet voor hen is. Maar voor de gemiddelde student maakt 1.000 of 2.000 pond per jaar extra weinig uit. Bij eerdere verhogingen zag je ook alleen een kortetermijneffect: in het jaar vóór en na de verhoging.”