De toch al niet florissante reputatie van Azerbeidzjan op het gebied van mensenrechten en democratie heeft een nieuwe deuk opgelopen. Afgelopen week publiceerde het internationale onderzoekscollectief OCCRP opzienbarend onderzoek, waaruit volgens het collectief blijkt dat de Azerbeidzjaanse autoriteiten vorig jaar de evacuatie van de bevolking uit de belegerde Armeense enclave Nagorno-Karabach, onder begeleiding van het internationale Rode Kruis (ICRC), opzettelijk hebben gedwarsboomd.
In september vorig jaar lanceerde het Azerbeidzjaanse leger een verrassingsaanval op de betwiste enclave. Daarop volgde een chaotische uittocht van de ruim 100.000 tellende Armeense bevolking, waarbij veel doden vielen. Aan de aanval ging een negen maanden durende blokkade vooraf, die leidde tot grote voedsel- medicijn- en brandstoftekorten in de enclave.
In die periode heeft de Azerbeidzjaanse Rode Halve Maan, zusterorganisatie van het ICRC, de hulpverlening getraineerd, aldus de journalisten van OCCRP, en daarmee bijgedragen aan de noodsituatie. Als ondertekenaar van de Geneefse conventies over internationaal humanitair recht is Azerbeidzjan verplicht het Rode Kruis ongehinderd zijn werk te laten doen.
De publicatie, waarin verschillende anonieme ICRC-medewerkers aan het woord komen, leidde de afgelopen dagen tot woedende reacties in Azerbeidzjan. „Ongehoord partijdig”, noemden Azerbeidzjaanse media het verhaal. „Onze tegenstanders slapen nooit”, schreef een columnist van de Azerbeidzjaanse website Caliber.az. Hikmet Aliyev, woordvoerder van president Ilham Aliyev, beschuldigde het ICRC vrijdag op X van „het lekken van valse informatie naar zogenaamde rapporten van dubieuze westerse politici, die op de loonlijst staan van de Armeense regering en de Armeense lobby.” Als politiek neutrale organisatie wilde het ICRC niet ingaan op de kwestie en wees zij op de noodzaak van „diplomatie en coördinatie via een bilaterale dialoog”.
Verkiezingen
Voor het eerst sinds de inlijving van de enclave worden deze zondag in Azerbeidzjan parlementsverkiezingen gehouden. Daarbij is de verwachting dat Aliyevs regeringspartij Nieuw Azerbeidzjan de meerderheid behoudt. Zijn partij heeft momenteel 69 van de 125 zetels. Eigenlijk zou de stembusgang in november plaatsvinden, maar Aliyev besloot die te vervroegen om te voorkomen dat die zou samenvallen met de VN-klimaatconferentie COP29, die in november in Bakoe wordt gehouden. Dat de VN Azerbeidzjan aanwezen als gastheer van de COP29 is reden voor felle kritiek van mensenrechtenactivisten en milieu-organisaties.
Dankzij olie- en gasreserves en zijn strategische ligging is Azerbeidzjan deze eeuw weliswaar veel rijker en moderner geworden, met de mensenrechten is het onder de sinds 2003 zittende president Aliyev slecht gesteld. Eerdere verkiezingsrondes werden als ‘onvrij’ bestempeld, op de ranglijst van Freedom House haalt het land een schamele zeven van de honderd punten die landen kunnen behalen waar volledige vrijheid heerst. Verkiezingswaarnemers heeft het land wel toegelaten.
Vredesgesprekken
Het vredesproces tussen Armenië en Azerbeidzjan verloopt al jaren uiterst moeizaam, mede door de Russische opstelling in de regio. Rusland kwam zijn bondgenoot Armenië niet te hulp tijdens de recente Azerbeidzjaanse agressie en eerdere geweldsuitbarstingen. In plaats daarvan geeft president Vladimir Poetin nu de voorkeur aan goede betrekkingen met het sterkere en machtigere Bakoe. Afgelopen maand ging Poetin voor het eerst in jaren bij Aliyev op bezoek. De twee maakten afspraken over economische samenwerking en de optimalisering van handelsroutes, waarmee Rusland zijn internationale isolatie wil verlichten. Poetin toonde zich verheugd over de „familiale sfeer” waarin hij werd ontvangen.
Als gevolg van de isolatie door het Westen kan Poetin de zuidelijke Kaukasus niet meer zijn wil opleggen. De afgelopen maanden hielden Jerevan en Bakoe vredesgesprekken zonder westerse of Russische bemoeienis. Daarbij slaagden zij er weliswaar in om afspraken te maken over bepaalde pijnpunten, zoals de uitwisseling van gevangenen en van gebied langs de grens, maar de relatie blijft hoogst explosief en de gesprekken veroorzaken met name in Armenië argwaan en woede.
Intussen nemen ook de zorgen toe over hernieuwde bewapening door beide landen. Azerbeidzjan onderhoudt goede relaties met Turkije en Israël en koopt daar geavanceerde wapens in. Het arme en zwakke Armenië is op zijn beurt naarstig op zoek naar nieuwe partners. Eerder dit jaar tekende de regering van premier Nikol Pasjinian, tot woede van Bakoe, een wapendeal met Frankrijk.
Lees ook
Nu Rusland het laat afweten, wendt Armenië de blik naar Europa
Volgens Armenië is de bewapening puur bedoeld als zelfverdediging, een claim die de Franse regering steunt. „Jerevan heeft het recht zich te verdedigen tegen toekomstige agressie”, zei de Franse president Emmanuel Macron vorige maand op een bijeenkomst in het Verenigd Koninkrijk. De Turkse hoogleraar Huseyin Bagci beschreef de situatie in de regio onlangs tegenover Radio France International als uiterst explosief. „Armenië en Azerbeidzjan zijn als twee kinderen; ze spelen met vuur en het huis staat in brand. Iedereen vraagt de internationale grote machten waarom er brand is en wie de schuldige is. Terwijl ze het samen deden.”