Wayne Shorter was een vreemde muziekvogel op zijn eigen planeet – bij de nieuwe Nick Cave spat het plezier eraf

Wayne Shorter, de hoogvlieger op zijn eigen muziekplaneet

Saxofonist en componist Wayne Shorter was altijd een wat wereldvreemde muziekvogel. Een volstrekt authentiek type dat muzikale aanwijzingen gaf in de trant van „Geef die akkoorden wat meer water.” En vervolgens zei: „Maar het moet wel schoon water zijn.” Filosofisch, diepzinnig en uiterst vaag soms als muziek ‘paars nodig had’. Het gelukkigst in zijn autonome rol van creatieveling die de meest originele muziek op papier zette in complexe notenschriften. Nooit het type dat uit was op een markante podiumrol.

„Wayne”, zei trompettist Miles Davis in zijn autobiografie, „cirkelde hoog boven ons in zijn vliegtuig rond zijn eigen planeet.” Shorter was zowel intellectueel als muzikaal de katalysator van het tweede beroemde Miles Davis kwintet.

Het is een benaming die in de jazz al snel te pas en onpas valt: legende. Maar een jazzmuzikant als de vorig jaar op zijn 89ste overleden Wayne Shorter verdient de eretitel met zijn ogen dicht – zonder er zelf ook maar een greintje waarde aan te hechten overigens. Shorter schreef composities die behoren tot belangrijke bouwstenen van de jaren zestig en zeventig jazz. Hij was een pionier van fusion en elektronische jazzrock toen hij met Joe Zawinul de populaire jazzrockband Weather Report oprichtte.

Niet verschuilen achter zijn sopraan of tenor was zijn doel. Uitsloverij: hij zag het als een valstrik. In zijn strijd tegen sansho shima – drie obstakels en vier duivels, een van de basisprincipes van het boeddhisme – blies hij vele albums vol, ging hij eindeloos op tournee en werkte hij altijd aan partituren. Mits hij niet mediteerde. Het boeddhisme bood hem steun en houvast na het verlies van zijn dierbaren.

Vanaf 2018 begonnen longproblemen hem parten te spelen. Steeds duidelijker werd dat de saxofonist het blazen van noten niet langer volhield. Wetende dat zijn zestigste jubileumjaar voor platenlabel Blue Note een voor hem onhaalbare mijlpaal ging worden, nam hij nog onuitgebrachte liveopnames door.

Celebration (Volume 1) is zijn eerste selectie: een viering van Shorters laatste decennium jazz. Wild was hij, aldus zijn vrouw Carolina Shorter in de albuminleiding, van het concert dat hij in 2014 gaf in de Stockholm Concerthall. Daar drijven de musici van het Wayne Shorter Quartet – met pianist Danilo Perez, bassist John Patitucci en drummer Brian Blade, zijn eigen akoestische groep sinds ’67 – elkaar op als in een frisse wervelwind.

Op. Neer. Links. Een zwiep naar rechts. Abstract expressionistische muziektaal. Shorters aloude ‘Orbits’ of ‘Smilin’ Through’ en ‘Zero Gravity’ van latere platen klonken op de tournees van deze band geen avond hetzelfde: het is diep, elkaar dragend kwartetspel, er is intense interactie, het is een immer artistiek ‘zoeken’ voor een geconcentreerd publiek. Met het lange ‘She Moves Through the Fair’ als een hoogtepunt.

En er komt méér, valt naast de titel ook uit Shorters krabbels in de kantlijn van de albumhoes te destilleren. Opnames uit San Francisco en Stuttgart, ze bevielen hem.

https://www.youtube.com/watch?v=pMB_MrgEf4o


Er schijnt plots licht in Nick Cave’s nieuwe muziek

Na wat jaren zonder zijn Bad Seeds, heeft Nick Cave de hele band weer bij elkaar gebracht voor een achttiende album. Radiohead-bassist Colin Greenwood werd ingevlogen, er hing iets in de lucht. Na een reeks prachtige maar inktzwarte albums, schijnt er weer licht in Cave’s muziek. Wat heet, het plezier spat ervanaf.

Hij is niet meer de bezeten punker die hij als jongeling was, toen hij spuugde, schreeuwde, zijn publiek met elkaar op de vuist ging en van het podium getrapt moest worden. Ook niet meer de artiest die zich helemaal op de duisternis richtte en werd ingehaald door het leven toen twee jonge zoons tragisch overleden. Maar verwacht geen dansbare zomerhits. Nick Cave is nog altijd Nick Cave. De nieuwe muziek is nog altijd vaak zwaar. Bijbelse moorden, pistolen, plunderingen, mannen die smekend op hun knieën vallen: vintage Cave, het komt allemaal langs. Maar hoor hoe halverwege in titeltrack ‘Wild Gods’, een jubelend koor bijvalt, strijkers zich om alles heen wikkelen en de frivole baspartijen een poging doen het hoogste woord te voeren. Het is alsof Cave na jaren in zichzelf te zijn gekeerd, zijn ogen opent en in één ogenblik de hele wereld ervaart.

Vraagbaak

Al een paar jaar beantwoordt Nick Cave uitgebreid brieven van fans die worstelen met grote en kleine zaken. Hij beantwoordt vragen over verslaving, ouders die zichzelf te kort vinden schieten. Maar het gaat ook over zijn mening over rozijnen en creativiteit in de tijd van AI. In een recent interview ging Cave er dieper op in. Wat hem in zijn tijden van diepe rouw het meest troostte, was het idee dat het onmiskenbaar bij het leven hoort. Uitzonderlijk verdriet bleek net zo alledaags als nadenken over rozijnen. Zo ziet op het nieuwe album de hoofdpersoon in ‘Frogs’ zichzelf opeens huilen bij een sloot vol kikkers. Het is een alledaags beeld dat dan opeens prachtig is: de kikkers die zich ondanks al het driftige gedoe ook weer vol overgave in het water, en dus leven storten, en in de tekst ook weer opspringen naar God.

Op zijn laatste albums klonk Cave kwetsbaar, met vaak een krakende stem over haast vormeloze, maar hermetische composities. Nog steeds is de priester niet ver weg, met af en toe wat diepe praatzang. Cave mag inmiddels 66 zijn, de breekbaarheid is verleden tijd. Zijn zang buldert boven alles uit, met opvallend uitbundige melodieën over een los klinkende band. „A ghost in giant sneakers, laughing stars around his head. Said, we’ve all had too much sorrow, now is the time for joy”, klinkt het op zwaartepunt ‘Joy’. Probeer die tekst maar eens los te zien van al het drama dat Cave voor de kiezen kreeg. Nick Cave vond altijd schoonheid op onverwachte plekken. Geweld, diep verdriet, transformatie, hij vindt het nu in plezier.





Nederlands Philharmonisch Orkest o.l.v. Marc Albrecht – Zemlinsky, Eine florentinische Tragödie

Deze uitvoering van Zemlinsky’s eenakter Eine florentinische Tragödie (1917), over een driehoeksrelatie met macaber-verrassende afloop, was in 2017 te zien bij De Nationale Opera. NRC had bedenkingen bij de enscenering, maar muzikaal is het een feest van zinnelijkheid en suggestie, met het NedPhO onder toenmalig chef Albrecht in topvorm. (Joep Stapel)




Ensemble Avantgarde – Morton Feldman
Piano, violin, viola, cello

De laatste compositie van Morton Feldman (1926-1987) draagt de weinig verheven, maar treffende titel Piano, violin, viola, cello. Bijna anderhalf uur lang oefent het kwartet zich in stilstand en vertraging, met hypnotiserend effect. De uitvoering door Ensemble Avantgarde (leden van het Gewandhausorchester Leipzig), van heel dichtbij opgenomen, is spannend en intiem. (JS)




Illuminati Hotties – Power

Schijnbaar moeiteloos slalomt songwriter Sarah Tudzin tussen vrolijke, onstuimige punkrock en breekbare, introspectieve gitaarliedjes. Derde album Power laveert tussen liefde en verlies: „I wish that you could meet her”, zingt ze over haar nieuwe vriendin tegen haar overleden moeder. Tudzin levert wederom een knappe plaat af vol knarsende gitaren, stralende melodieën en scherpe, ongekunstelde teksten. (Cécile van Wijnsberge)




Paris Paloma – Cacaphony

Koel en zonder haar stem te verheffen legt Paris Paloma de vinger op de zere plek: man en vrouw zijn níét gelijk als het om werklast gaat in ‘Labour’ – een hit op TikTok. Maar de Britse heeft meer te zeggen, haar debuutalbum staat vol warme, folky songs. Zachtaardig en soms wat kabbelend, maar met de waakvlam aan. (9/9 in Paradiso, Amsterdam). (Peter van der Ploeg)




Becca Stevens – Maple to Paper

Becca Stevens houdt het klein op haar negende album. Akoestische gitaarliedjes waarin rouw en liefde elkaar in balans houden: ze reflecteert op de dood van haar moeder en haar eigen moederschap. Stevens heeft een geweldige stem, die al die emoties kraakhelder en buitengewoon indringend meedraagt. Met alleen die stem en haar sterke gitaarspel is het nergens kaal of leeg. (PvdP)




Gillian Welch & David Rawlings – Woodland

Wie niet beter weet zou zweren dat broer en zus samenzingen, zo fantastisch smelten de stemmen van Gillian Welch en David Rawlings samen. Zoals altijd blinkt het harmonieuze powerkoppel uit in aangrijpende, huiveringwekkende en troostende country, bluegrass, folk en americana. Het zevende album Woodland is vernoemd naar hun studio die door een tornado aan flarden werd geblazen. Goddank wist hun huwelijk die orkaan wel te doorstaan. (Frank Provoost)