Componist Oscar Bettison schreef een ‘companion piece’ bij legendarische muziek van zijn oud-leraar: ‘Mijn stuk gaat over wat De Staat níét is’

Het is een reusachtige eer om deze opdracht te krijgen, zegt componist Oscar Bettison. Asko|Schönberg, het ensemble waar Bettison momenteel ‘in residence’ is vroeg hem om een ‘companion piece’ te schrijven bij De Staat, het daverende muziekstuk waarmee Louis Andriessen in 1976 internationaal zijn naam vestigde. Bettison studeerde bij Andriessen en heeft een sterke band met Nederland. Zijn compositie On the slow weather of dreams is woensdagavond te horen op de openingsavond van het nieuwemuziekfestival Gaudeamus in Utrecht, die geheel gewijd is aan De Staat (zie kader onderin). Daarna gaat het programma nog op tournee door Nederland.

Toch baarde het idee van een ‘companion piece’ Bettison de nodige zorgen, vertelt hij in een videogesprek vanuit zijn woonplaats Jersey City. De Staat is „een groot schitterend monster” en de bezetting is „crazy”, met veel blazers, maar ook vier vrouwenstemmen, altviolen, piano’s, (bas)gitaren en harpen, en géén slagwerk. Behalve luid en hyperenergiek kun je het stuk zien als Andriessens „manifest”, een staalkaart van zijn ideeën en stokpaardjes, aldus Bettison: „Het is zo’n uniek en iconisch stuk. Ik dacht, wat kan ik daarnaast zetten? What the hell do I do?

Bettison weet waarover hij praat. Niet alleen studeerde hij in Den Haag bij Andriessen, hij schreef voor zijn PhD aan Princeton ook een essay over De Staat. Hij kent iedere noot. Bettison heeft een reputatie als componist van vitale, eclectische muziek, soms met een ronduit agressief randje – luister naar ‘Bone Chapel’ uit zijn cyclus O death voor Ensemble Klang. Maar op spierkracht zou hij het niet winnen van De Staat, dacht Bettison: „Het probleem is echter vaak het begin van de oplossing. Wat zou het tegenovergestelde zijn van De Staat? Daarover gaat mijn stuk: wat De Staat níét is.”

„Zulke bravoure, past dat nog wel in 2024, in een tijd waarin het idee van objectieve waarheid aan gruzelementen is geslagen en alles zo onzeker voelt?”

On the slow weather of dreams is daarom geen luid stuk in één monolithisch deel, maar een eerder bedachtzame compositie in dertien korte secties. In tegenstelling tot Andriessen gebruikt Bettison véél tekst: een kort gedicht van de Japanse keizerin Eifuku Mon’in, lange lijsten van de Italiaanse dichter Giambattista Marino en een overpeinzing van de Spaanse schrijver Luis de Góngora over het verstrijken van de tijd. Bettison schreef zelf de tekst van het „refreinachtige moment” dat drie keer terugkeert, naar aanleiding van een droom die hij had over „een schip dat de nachthemel doorkruist”.

„Je moet het orkest laten klinken zoals het nog nooit heeft geklonken”, zei Andriessen tegen Bettison, toen die als conservatoriumstudent voor het eerst een orkestwerk moest schrijven. „Die woorden zongen voortdurend door mijn hoofd. Dat is ook de opdracht die Louis zichzelf gesteld heeft met De Staat, denk ik. En dat is wat ik geprobeerd heb.” Al gaat het te ver om On the slow weather of dreams het fotonegatief van De Staat te noemen: „Ik heb een stuk willen maken dat ook op zichzelf kan staan. Dat zou Andriessens opdracht geweest zijn.”

Bigband op amfetamine

Bettison behandelt het onorthodoxe ensemble op een heel andere manier dan Andriessen, bij wie het een soort bigband op amfetamine is. Bettison husselde de hout- en koperblazers door elkaar, in vier groepjes van vier, en creëerde een „koor” van harp, piano en elektrische gitaar dat grote akkoorden aanslaat. Ook gaf hij een grote rol aan instrumenten die er bij Andriessen bekaaid vanaf komen, zoals de altviolen: „Niemand weet dat er altviolen in De Staat zitten. Ik ben dol op altviolen, dus ik heb een sectie voor altvioolkwartet gemaakt, een prachtige combinatie.”

Andriessen was politiek uitgesproken links en wilde met De Staat, op fragmenten uit Plato’s dialoog over staatsinrichting Politeia, een statement maken over de verhouding tussen politiek en muziek. Bettison: „Als je nu luistert naar De Staat valt op hoe zelfverzekerd het stuk is, hoe duidelijk het wereldbeeld dat eruit spreekt. Maar het is ook door en door westers. Het was de tijd van de Koude Oorlog, van afgebakende invloedsferen, maar het klinkt niet alsof de componist op het punt staat over te lopen naar de Sovjet-Unie. Deze muziek kon alleen hier bestaan.”


Lees ook

Rebel Louis Andriessen was grootste Nederlandse componist sinds eeuwen

Louis Andriessen, in 2018

Met zijn compositie wilde Bettison niet alleen reflecteren op De Staat, maar ook op de tijd waarin het werk ontstond: „Zulke bravoure, past dat nog wel in 2024, in een tijd waarin het idee van objectieve waarheid aan gruzelementen is geslagen en alles zo onzeker voelt? Ik heb in het verleden ook machostukken geschreven, maar nu voel ik me eigenlijk niet meer zo. Door deze opdracht ben ik hierover gaan nadenken. Dit stuk zou voor mij weleens een waterscheiding kunnen blijken.”

Behalve componist is Bettison ook docent aan het Peabody Institute, het conservatorium van de Johns Hopkins University in Baltimore. Andriessen heeft grote invloed gehad op Amerikaanse componisten als David Lang, Julia Wolfe en Michael Gordon, de oprichters van het collectief Bang on a Can. Hoe staat het nu met Andriessens reputatie, kennen Bettisons studenten hem nog? Daarover is hij duidelijk: „Verrassend weinig. De Bang on a Can-componisten hebben op hun beurt jongere generaties gevormd. Andriessen is de godfather, zijn invloed werkt nog steeds door, maar zijn naam zegt de meeste jonge componisten niets.”

De Staat door Asko|Schönberg, met muziek van Andriessen & Oscar Bettison. Met contextprogramma: 4 (Utrecht), 12 (Amsterdam) & 20/9 (Straatsburg). Alleen concert: 13 (’s-Hertogenbosch), 24 (Den Haag) & 25/11 (Groningen). Info: askoschoenberg.nl



Delen