Israël begint grote militaire operatie tegen verzetshaarden op Westelijke Jordaanoever

Terwijl velen de laatste weken vooral naar de strijd in de Gazastrook en het Israëlisch-Libanese grensgebied keken, verplaatste de aandacht zich woensdag plotseling naar een derde strijdtoneel: de door Israël bezette Westelijke Jordaanoever. Daar deed het Israëlische leger in alle vroegte invallen op ten minste vier verschillende plaatsen. Legerwoordvoerders suggereerden dat de operatie nog dagen zou kunnen doorgaan. Ook volgens lokale Palestijnse journalisten gaat het om een van de grootste militaire operaties in jaren.

Bij de invallen, waarbij eenheden op de grond, drones en vliegtuigen werden ingezet, werden zeker tien Palestijnen gedood. De acties concentreerden zich rond de noordelijke steden Jenin, Tubas, Tulkarem en Nablus. Palestijnse militanten boden naar eigen zeggen hier en daar verzet tegen de Israëlische militairen.

Vooral in Jenin, vanouds een verzetshaard tegen de Israëlische bezetting, was de toestand zeer gespannen. Israëlische troepen omsingelden er onder meer een ziekenhuis en sloten vrijwel alle toegangswegen tot de stad af. Van tijd tot tijd waren er explosies te horen. In delen van de stad kondigden Israëliërs een uitgaansverbod af. Bij een luchtaanval op een vluchtelingenkamp bij Tulkarem werden drie Palestijnen gedood. Volgens Israël ging het om Palestijnse strijders. Ook bij een ander kamp, in de buurt van Tubas, werden vier mannen gedood.

Mislukte bomaanslag

Israël stelt dat de actie nodig is om groepjes ‘terroristen’ onschadelijk te maken voordat die zich tot een gevaar voor de nationale veiligheid kunnen ontwikkelen. Vorige week kwam er een Palestijn om het leven bij een mislukte bomaanslag in Tel Aviv, waarbij alleen hijzelf om het leven kwam. De man was volgens Israël afkomstig uit Nablus. Hamas eiste de verantwoordelijkheid op voor die aanslag, de eerste bomaanslag in Tel Aviv in acht jaar, en dreigde met meer van zulke acties.

Steeds meer jongeren op de Westelijke Jordaanoever menen dat de jarenlange samenwerking van de Palestijnse Autoriteit onder leiding van Mahmoud Abbas met de Israëlische bezetter niets heeft opgeleverd. Volgens hen leidt die slechts tot meer Palestijns gebiedsverlies aan volgens internationaal recht illegale joodse nederzettingen en tot meer onderdrukking van de Palestijnen. Zij zien daarom meer heil in gewapend verzet tegen Israël en sluiten zich aan bij Hamas, Islamitische Jihad en andere gewapende groepen.

Hamas riep de aanhangers van Abbas op „zich aan te sluiten bij de heilige strijd van onze mensen” tegen Israël

Hamas, dat sinds 7 oktober in de Gazastrook in een strijd op leven en dood met Israël is gewikkeld, was er gisteren snel bij om de aanhangers van Abbas op te roepen „zich aan te sluiten bij de heilige strijd van onze mensen” tegen Israël. President Abbas, die op bezoek was in Saoedi-Arabië, besloot spoorslags terug te keren naar Ramallah in verband met de nieuwe crisis.

Frequente invallen

Op de Westelijke Jordaanoever zijn de spanningen sinds het uitbreken van de Gaza-oorlog op 7 oktober vorig jaar snel toegenomen. Volgens gegevens van het Palestijnse ministerie van Volksgezondheid zijn er sindsdien 650 Palestijnen om het leven gekomen. Niet alleen komen veel Palestijnen, grotendeels burgers, om bij frequente invallen van het leger maar ook worden er met enige regelmaat Palestijnse burgers gedood door bewapende joodse kolonisten. Hoewel dit dodental in het niet zinkt bij de ruim 40.000 Palestijnse doden die Hamas claimt in de Gaza-oorlog, is de tol op de Westelijke Jordaanoever ook veel hoger dan de laatste jaren gebruikelijk was.

De Israëlische minister van Buitenlandse Zaken Ismail Katz liet woensdag evenmin na het oorlogsvuur verder aan te wakkeren. Volgens hem is er sprake van „een oorlog in elk opzicht”. Hij bepleitte om de ‘terreur’ op de Westelijke Jordaanoever op dezelfde harde manier aan te pakken als sinds oktober in de Gazastrook gebeurt, „inclusief de tijdelijke evacuatie van Palestijnse burgers en welke stap er verder ook maar nodig is”. Volgens Katz zit Iran achter de gewapende groepjes op de Westelijke Jordaanoever.

Israëlische soldaten woensdag tijdens een operatie in het Nur Shams kamp voor Palestijnse vluchtelingen nabij Tulkarem, op de Westelijke Jordaanoever.
Foto Jaafar Ashtiyeh / AFP

In het bij Tulkarem gelegen Nur Shams, van oorsprong eveneens een kamp voor Palestijnse vluchtelingen die in 1948 door Israël waren verdreven, leek het begin van zo’n tijdelijke evacuatie al op handen. Bewoners kregen er van Israëlische militairen te horen dat ze drie uur kregen om het kamp te verlaten en ze zouden daar vervolgens niet meer naar mogen terugkeren. Een Israëlische legerwoordvoerder ontkende overigens dat Israël zulke evacuatieplannen voor de Westelijke Jordaanoever heeft.

Juist in die vluchtelingenkampen, die door de jaren heen vaak zijn uitgegroeid tot sloppenwijken, broeit vaak veel verzet tegen de Israëlische bezetting. Ook bij Jenin bevindt zich zo’n vluchtelingenkamp.

‘Daad van oorlog’

Mustafa Barghouti, een voormalige vredesonderhandelaar die vaak optreedt als woordvoerder van de Palestijnen, stelde woensdag dat het bij de Israëlische acties ging om meer dan invallen, waaraan de bewoners van de Westelijke Jordaanoever door de jaren heen gewend zijn geraakt. Hij omschreef die tegenover de Arabische zender Al Jazeera als „een daad van oorlog”.

Lokale Palestijnse journalisten verklaarden zo’n omvangrijke militaire inzet door Israël sinds de Tweede Intifadah (Palestijnse opstand) ruim twintig jaar geleden niet meer te hebben gezien.


Lees ook

Jenin is trots op zijn gewapende verzet tegen de Israëlische bezetter

De ‘begraafplaats van martelaren’ in het vluchtelingenkamp in Jenin.