Achter de korte naam gaan torenhoge ambities schuil. ZAMU, het Zaanstad Amsterdam Museum in oprichting, belooft een tentoonstellingsproject voor moderne en hedendaagse kunst van internationale allure te worden.
Met 35.000 vierkante meter expositieruimte (bijna drie keer zoveel als het Rijksmuseum) kan ZAMU op termijn tot de fysiek grootste musea ter wereld gaan behoren. In voormalige fabriekspanden op het Hembrugterrein in Zaandam komen permanente tentoonstellingen van (uiteindelijk) zo’n vijftien kunstenaars van wereldfaam, representatieve overzichten samengesteld in samenwerking met de kunstenaars of hun erven.
ZAMU gaat naar verwachting eind volgend jaar van start met presentaties van minstens vijf kopstukken uit de naoorlogse kunstgeschiedenis: de Amerikaanse beeldend kunstenaars John Chamberlain, Frank Stella en Kaws, de Italiaanse architect en ontwerper Ettore Sottsass én de Nederlandse tuin- en landschapsarchitect Piet Oudolf, die een tuin rond de expositiegebouwen heeft ontworpen (zie kaders). Over tentoonstellingen van twee andere kunstenaars, onder wie een vrouw, zijn nog gesprekken gaande. De jaren daarna zal ZAMU steeds verder uitbreiden, met hallen gewijd aan andere kunstenaars.
Het Hembrugterrein is een voormalig militair industriecomplex aan het Noordzeekanaal, op 6 kilometer van het Centraal Station van Amsterdam. Tot 2003 werden in de fabriekspanden op het terrein ruim een eeuw lang vuurwapens, artillerie en munitie voor het Nederlandse leger gemaakt.
In stilte is jaren gewerkt aan het toekomstig tentoonstellingscomplex. Één grote hal van ZAMU is inmiddels volledig gerenoveerd en onlangs ingericht met metershoge metalen sculpturen van John Chamberlain. Rondom dit gebouw staat al een deel van de tuin van Oudolf in bloei, waarvan de aanleg een jaar geleden is begonnen.
Diverse kunstenaars hebben het terrein bezocht en ontwerpen voor hun exposities gemaakt. Onder hen Frank Stella, de in mei overleden Amerikaanse schilder en beeldhouwer, en de populaire Kaws.
Belgisch-Nederlands initiatief
ZAMU is een Belgisch-Nederlands initiatief van twee kunstminnende ondernemers: Serge Hannecart (59), een bekende Vlaamse vastgoedontwikkelaar, en de Limburger Ernest Mourmans (60), een publiciteitsschuwe producent en uitgever van grote en complexe meubel- en kunst-edities. Beiden noemen het museumproject in een gesprek met NRC hun „levenswerk”.
Het Rijksvastgoedbedrijf verkocht zes jaar geleden voor 41 miljoen euro 30 hectare van het Hembrugterrein, inclusief de daarop staande, oude (fabrieks)gebouwen. Hannecart meldde zich kort na de transactie bij de koper, projectontwikkelaar ABC Planontwikkeling BV, om zich voor 50 procent in het project in te kopen.
Eind 2020 besloten beide partijen het project op te delen. ABC Planontwikkeling ging verder met de woningbouwplannen voor het Hembrugterrein en Hannecart, specialist in het herontwikkelen van oude bedrijfspanden, ging verder met de bestaande, in verwaarloosde staat verkerende fabriekshallen. Veel van die gebouwen waren bestemd voor afbraak, zegt de Vlaming. „Daar was ik nogal tegen gekant. Sloop zou veel van de ziel van het eigendom weghalen.”
Ik wil iets terugdoen voor de maatschappij. Twintig sculpturen in je woonkamer zetten, daar heeft niemand anders iets aan
Hannecart en Mourmans kennen elkaar al decennia, nog van de tijd dat de Nederlander in Knokke een galerie dreef. Toen Mourmans zes jaar geleden hoorde dat zijn Vlaamse vriend mede-eigenaar van het Hembrugterrein was geworden, stapte hij ogenblikkelijk in zijn auto voor een gezamenlijke wandeling over het oude industriecomplex. „Zo is de droom van een museum begonnen”, zegt Hannecart.
Als voorbeeld voor hun plannen diende een tentoonstellingsruimte van Mourmans in het Zwitserse Giswil. De Nederlander heeft daar een galerie in een voormalige turbinehal waar hij tijdens Art Basel, de belangrijkste beurs voor moderne en hedendaagse kunst ter wereld, de sculpturen toont die hij in samenwerking met kunstenaars maakt.
Die Zwitserse hal is als een kathedraal, zegt Mourmans, 100 bij 14 meter en 15 meter hoog. „Als ik met een kunstenaar praat over een expositie daar krijg ik een heel andere dialoog dan wanneer mijn galerie 10 bij 10 meter zou meten. Voor kunstenaars is zo’n grote ruimte heel aantrekkelijk. Het dwingt tot groots denken, tot een reuzenexpositie met bijbehorende publiciteit.”
Om gedroomde kunstenaars (of hun erven) te overtuigen van hun museumplannen renoveerden Hannecart en Mourmans de meest oostelijk gelegen hal op het Hembrugterrein, een monumentaal fabriekspand met halfronde daken. Mourmans voerde de klus uit met een ploeg van zijn werknemers. Met droogijs straalden zij het betonnen pand schoon, in de 900 ramen kwam dubbel glas, ze vernieuwden de dakbedekking en vloer, en twee enorme ruimtes bij de entree maakten zij geschikt voor de komst van een restaurant en een bar.
Toen eind mei met een vorkheftruck vijftien beelden van John Chamberlain in de opgeknapte hal konden worden geplaatst, pinkten Hannecart en Mourmans een traantje weg. Na jaren buffelen zagen zij hun project gestalte krijgen, zegt Mourmans. „Met deze Chamberlain-ruimte kunnen we andere kunstenaars inspireren, hen duidelijk maken welk niveau we nastreven.”
Desgevraagd zegt de voormalig galeriehouder dat de getoonde kunstwerken niet te koop zijn; het is de bedoeling dat ze voor altijd in -ZAMU blijven staan.
Bereikbaarheid is een probleem
In de grootste fabriekshal op het Hembrugterrein was de afgelopen vijf jaar Het Hem gevestigd, een centrum voor hedendaagse, vooral Nederlandse kunst, dat nooit meer dan 30.000 bezoekers per jaar trok. Omdat hij voor Het Hem zoekt naar een locatie in Amsterdam verkocht eigenaar Alex Mulder het pand vorige week aan Hannecart, inclusief de bouwrechten voor een hotel. Mulders eerst genoemde reden voor zijn vertrek uit Zaandam: de moeilijke bereikbaarheid van het Hembrugterrein met het openbaar vervoer.
De bereikbaarheid van het museum is één van de vele praktische zaken die Hannecart en Mourmans nog moeten oplossen. Met de Zaanse Schans, het nabijgelegen historisch molendorpje, dat jaarlijks 2 miljoen bezoekers trekt, zijn gesprekken gaande over samenwerking en een elektrische pendelbus tussen beide attracties.
Met een goede bootverbinding vanaf het Centraal Station in Amsterdam kan ZAMU een oplossing bieden voor het overtoerisme in de hoofdstad, zegt Hannecart. Daarvoor doen ze een klemmend beroep op de betrokken gemeentes. „Wij hopen dat de stad ons daar hard in gaat steunen. Tachtig tot negentig procent van onze bezoekers moet over het water komen.”
Hannecart en Mourmans willen niet prijsgeven op hoeveel bezoekers zij mikken. Om toekomstbestendig te zijn moet ZAMU op termijn op eigen benen kunnen staan, zeggen zij. Ze streven daarom naar een slanke en doelgerichte organisatie, die gebruikmaakt van vrijwilligers. Dat het museum heel veel meer bezoekers moet trekken dan Het Hem wil Hannecart wel beamen.
De initiatiefnemers zijn optimistisch. Ze gaan ervan uit dat ZAMU heel veel te bieden heeft en niet alleen kunstminnaars zal aanspreken maar ook liefhebbers van tuinen, industrieel erfgoed en architectuur. Een videoproductiemaatschappij is bezig met een making-of documentaire die straks publiciteit voor ZAMU moet helpen genereren. De initiatiefnemers hopen ook dat bedrijven in de regio vriend van het museum willen worden.
Hannecart en Mourmans willen niet prijsgeven op hoeveel bezoekers zij mikken. Om toekomstbestendig te zijn moet ZAMU op termijn op eigen benen kunnen staan, zeggen zij
Waarom steken zij zoveel geld en energie in een cultureel project? Kunst heeft hen beiden veel gegeven, zeggen ze. Mourmans is al 35 jaar met niks anders bezig dan kunst, zegt hij.
Hannecart antwoordt zijn kracht in het vastgoed altijd voor een groot deel uit kunst te hebben gehaald. Met het museum wil hij iets terugdoen voor de maatschappij, zegt hij. „Twintig sculpturen in je woonkamer zetten, daar heeft niemand anders iets aan. Kunst is de nieuwe manier om mensen te verbinden. ZAMU wordt de moderne kerk zonder geloof. Wij hopen iedere Nederlander te kunnen verleiden om straks tenminste één keer te komen. Om te genieten van de kunst, voor een wandeling door de tuin, voor een bijzondere ontmoeting, een kop koffie of een pannenkoek.”
Meer info zamu.amsterdam
De vijf kunstenaars waarmee ZAMU van start gaat
1John Chamberlain
Vrijwel elk serieus museum voor moderne kunst heeft werk van John Chamberlain (1927-2011) in de collectie. De Amerikaan staat te boek als een van de belangrijkste naoorlogse beeldhouwers en is vooral bekend om zijn Crushed Car Parts, sculpturen waarvoor hij het plaatstaal van oude autocarrosserieën tot assemblages perste. Baanbrekende sculpturen die de bewegingsenergie van de abstract-expressionistische schilderkunst van de jaren vijftig naar drie dimensies transformeerden. Hij behoorde ook tot de eerste Amerikaanse beeldhouwers die kleur gebruikte voor abstracte beeldhouwkunst.
De laatste jaren van zijn leven werkte Chamberlain intensief samen met ZAMU-oprichter Ernest Mourmans. Als technisch producent maakte de Nederlander in zijn werkplaats in Lanaken (België) samen met de Amerikaan tal van grote sculpturen van staal en aluminium. Bijvoorbeeld de meeste metershoge sculpturen die nu al in ZAMU staan opgesteld. Mourmans: „Ik heb Chamberlain beloofd dat ik deze beelden bij elkaar zou houden.”
2Frank Stella
De Amerikaan Frank Stella (1936-2024) geldt als een van de beroemdste naoorlogse kunstenaars. Als 23-jarige maakte hij in 1959 al naam met een serie schilderijen met daarop alleen zwarte strepen. Deze minimalistische doeken werden gedoopt tot ‘grafstenen voor het abstract expressionisme’, de wilde schilderkunst van de jaren vijftig. Later veranderde Stella’s schilderkunst in steeds grilliger reliëf-achtige objecten, fel van kleur en wild van vorm.
Ernest Mourmans produceerde in zijn werkplaats diverse grote sculpturen met Stella. De kunstenaar kwam in oktober 2018, ruim vijf jaar voor zijn overlijden, naar Zaandam om een fabriekshal uit te zoeken voor zijn werken. De Amerikaan viel voor een hoog, afgebladderd pand en vroeg de ZAMU-oprichters om de zichtbare ouderdomskenmerken van de hal zoveel mogelijk intact te houden. Een mooi decor voor zijn kunstwerken, aldus Stella.
3Kaws
Kaws is de artiestennaam van Brian Donnelly, een 49-jarige Amerikaanse kunstenaar en ontwerper met een popster-status. Eind jaren negentig maakte de voormalige graffitikunstenaar naam met zijn Companions, een op Mickey Mouse-lijkende cartoonfiguur met kruisjes als ogen. Speelgoedversies van deze poppen groeiden uit tot een enorme hit. Donnelly maakt ook XXL Companion-sculpturen. Een drijvende, 37 meter lange (opblaas)pop in de wateren bij Hongkong trok in 2019 wereldwijd de aandacht. Diverse keren stonden grote, door Mourmans vervaardigde beelden van Kaws in de vijver op het Museumplein in Amsterdam. De Japanse kledingketen Uniqlo biedt regelmatig Companion-T-shirts aan. Oktober vorig jaar kwam Donnelly in het nieuws omdat de Amsterdamse politie op zijn verzoek bij toeristenwinkels honderden vervalsingen van zijn vinylpoppen in beslag nam.
Voor zijn presentatie bij ZAMU heeft Donnelly 12 meter hoge houten sculpturen ontworpen. Ook maakt hij voor ‘zijn’ hal in Zaandam een grote muurschildering.
4Ettore Sottsass
Als leidende figuur in de Italiaanse avant-gardecultuur ontketende Ettore Sottsass (1917-2007) een vormgevingsrevolutie waarvan de betekenis tot op de dag van vandaag aanwijsbaar is. Hij kraakte het modernistisch dogma en demonstreerde hoe de functionaliteit van alledaagse gebruiksvoorwerpen als pepermolens of een draagbare schrijfmachine door poëtische vormen, kleur- en materiaalkeuze ondergeschikt gemaakt kan worden aan hun symbolische betekenis. „Als iets ons kan redden, dan is het schoonheid”, was een van Sottsass’ credo’s.
ZAMU-initiatiefnemer Ernst Mourmans werkte jarenlang met de Italiaan samen en vervaardigde vele van zijn ontwerpen. Op de expositie in Zaanstad zal Mourmans permanent tal van producten tonen die hij eerder aan musea als Centre Pompidou in Parijs, en MoMA en het Metropolitan Museum in New York uitleende.
5Piet Oudolf
Piet Oudolf (79) is een internationaal vermaarde tuin- en landschapsarchitect met de status van een kunstenaar. Zijn handelsmerk: met vaste planten en grassen in openbare ruimtes harmonieuze landschappen scheppen die in alle seizoenen belevenisvol zijn.
De tuin bij ZAMU wordt zijn negende museumtuin. In Nederland ontwierp hij eerder tuinen voor het Singer Museum en Museum Voorlinde. Tegelijk met de tuin in Zaandam werkt Oudolf aan een tuin bij een ander nieuw museum, dat voor de Amerikaanse beeldhouwer Alexander Calder in Philadelphia.
Oudolf zegt Ernst Mourmans al meer dan twintig jaar te kennen en liefhebber te zijn van de kunstenaars die ZAMU presenteert. Ook zag hij direct de potentie van het Hembrugterrein. „Het ligt aan het water, in een industriële omgeving. De gebouwen op het terrein zijn op zich de moeite waard om daar iets nieuws van te maken. Ik zag wel wat Ernst en Hannecart in dat terrein zagen. Daarom heb ik meteen ‘ja’ gezegd op hun verzoek.”