Het gezin van fotografe Maria Payne ziet eruit alsof het uit een reclamebrochure voor Scandinavische buitenvakanties is gewandeld. Althans op de door Payne gemaakte beelden waarmee ze worden geïntroduceerd in de Noorse documentaire A New Kind Of Wilderness. We zien en horen in de eerste minuten hoe Maria samen met echtgenoot Nik aan haar persoonlijke paradijs bouwt; ze leven zo veel mogelijk zelfvoorzienend op een opgeknapte boerderij en geven er drie van hun vier kinderen thuis les, zodat ze maximaal tijd met hen en in de natuur kunnen doorbrengen. Het is jaloersmakend en lijkt een idylle. Al zullen bij sommige, meer cynische kijkers ook woorden als ‘wereldvreemd’ en ‘naïef’ door het hoofd schieten. Documentairemaker Silje Evensmo Jacobsen botste op Maria’s blog met teksten en foto’s over hun leven en hoopte een serie over het natuurgezin te kunnen maken.
De serie kwam er niet – de tv-zender waar ze die pitchte was niet geïnteresseerd. En vervolgens sloeg het noodlot toe: Maria overleed aan kanker. Nik gaf Evensmo Jacobsen toestemming het gezin te volgen tijdens hun pogingen om vast te houden aan hun droom. Het levert een prachtig, meanderend relaas op over rouw, opvoeden én concessies doen – of juist niet. De film heeft meerdere verhaallijnen. Zo zien we hoe Maria’s dochters Freja en Ronja uiteenlopend met het verlies van hun moeder omgaan en de afstand die tussen hen ontstaat. Maar het interessantste is de ontwikkeling van Nik. Hoe houdt deze ‘vrije geest’ het gezin overeind, geconfronteerd met de weinig idyllische realiteit van een hypotheek die hij in zijn eentje niet kan afbetalen?
Sundance
Het is bij het kijken van A New Kind Of Wilderness moeilijk niet te denken aan fictiefilm Captain Fantastic met Viggo Mortensen, die acht jaar geleden op het Sundancefestival in première ging. Hetzelfde festival waar A New Kind Of Wilderness in de prijzen viel. Captain Fantastic gaat over vader Ben (Mortensen) die met zijn zes kinderen ver van de bewoonde wereld leeft. Ook hij brengt zijn kinderen bij wat hijzelf belangrijk vindt, van wereldpolitiek tot het villen van dieren. In beide films is de moeder overleden. Er duiken zelfs gelijkaardige beelden op; zoals een ouder die een jong kind laat spelen met een scherp mes en – terecht – vertrouwt dat het goed komt.
Maar al snel besef je dat in dit geval de realiteit ontroerender én prikkelender is dan de fictie. Captain Fantastic confronteerde, via geestige overdrijvingen, vooral met de consequenties van een gezinsleven ‘off the grid’ (onafhankelijk van sociale en andere voorzieningen). De hyperbolen maakten de film grappig, maar zorgden ook dat het gemakkelijk was een stellige mening te hebben over Bens keuzes. Ja, er zijn voordelen aan zijn opvoedstijl – zijn kinderen zijn eigenzinnige denkers, zelfredzaam en een met de natuur. Maar weegt dat op tegen de nadelen? Ze zijn volstrekt wereldvreemd; weten dat Nike een Griekse godin is, maar niet dat het ook de naam van een schoenenmerk is. En zo vraagt de film al snel: doet Ben dit voor zichzelf of voor z’n kinderen?
Ook de keuzes van de hoofdpersoon uit Leave No Trace (2018), over een veteraan die met zijn dochter off the grid wil leven in de bossen van Portland, lijken vaak egoïstisch. Hij heeft bovendien ernstige PTSS. Het zijn personages waarbij je sceptisch wordt over hun ideeën. Of dat nu de bedoeling is van de makers of niet.
Dat is niet het geval bij A New Kind Of Wilderness. De film nodigt juist uit om volledig neutraal te staan tegenover het levensproject van de Paynes, of je hun idealen nu wereldvreemd vindt of niet. Dat komt deels doordat Nik veel minder dogmatisch is dan de vaders in de voorgenoemde films. Hij neemt best radicale keuzes, in de geest van zijn overleden geliefde, maar vraagt zich ook kwetsbaar af of hij het leven van zijn kinderen niet verpest. En hij is bereid zijn eigen geluk en ideeën op te geven, als hij gelooft dat dat het gezin ten goede komt.
Deels komt het ook doordat Silje Evensmo Jacobsens camera geen mening opdringt. Ze toont hoe moeilijk Freja het in eerste instantie heeft als ze naar een meer reguliere school moet. Maar of dat nu komt doordat ze sociale vaardigheden mist door haar thuisscholing of doordat ze simpelweg wat verlegen is, blijft in het midden. Net zo min forceert Evensmo Jacobsen een eenduidige interpretatie wanneer de kinderen als motten naar een vlam worden aangetrokken bij de eerste iPad die in het huis verschijnt.
Het zorgt dat A New Kind Of Wilderness niet voelt als een film over een gezin dat er een alternatieve levenswijze op na houdt. Of kijkers aanzet een stellige mening te vormen over het weghouden van kinderen van school. Het is een ontroerend relaas over dromen en idealen en hoe die keihard stuk kunnen lopen op realiteit en praktische bezwaren. En juist daardoor een film die uitdaagt en uitnodigt om na te denken over je eigen idealen, of je die wilt doorgeven en welke concessies je bereidt bent daarvoor te doen.