De recente inflatieschok werkt nog flink door in de psyche van centrale bankiers

Nu kijken ze alle drie dezelfde kant op, de grote centrale banken van de westerse wereld. De Amerikaanse Federal Reserve, de Europese Centrale Bank en de Bank of England zien een periode voor zich van dalende rentes. Huizenkopers kunnen zich gaan opmaken voor goedkopere hypotheken, spaarders zullen de vergoeding op hun spaargeld zien teruglopen.

Dat is de afdronk na de jaarlijkse monetaire conferentie van Jackson Hole, die dit weekend plaatsvond. Het treffen van centrale bankiers en academici in een hotel in de Amerikaanse staat Wyoming geldt als belangrijke stemmingsbarometer binnen het monetaire wereldje.

Wat evenwel óók bleek in Jackson Hole: er bestaan grote twijfels over hoe snel, en hoe ver, de rentes kunnen gaan dalen. De inflatiegolf van 2021-2022, die de centrale banken behoorlijk overviel, lijkt nu goeddeels te zijn bedwongen, maar werkt nog steeds door in de psyche van de centrale bankiers. De angst voor inflatie is niet geweken.

De „richting van de reis is duidelijk”, zei de chef van de Amerikaanse centrale bank, Jerome Powell, in zijn openingsspeech. Nadat de Fed de inflatie in 2022-2023 te lijf ging met forse renteverhogingen – de rente steeg van vlak boven de nul naar vlak onder de 5,5 procent – kan nu weer de weg terug worden ingezet, zei Powell. Want het inflatiedoel van 2 procent waar de Fed en andere centrale banken naar streven, is in zicht. De inflatie in de VS ligt nu op 2,5 procent, de economie koelt af.

„De tijd is gekomen om ons beleid aan te passen”, zei Powell, die zo de deur opende naar een renteverlaging in september. Daarmee volgt de Fed de ECB en de Bank of England die hun rentes deze zomer al terugschroefden.

Op de beurzen werd verheugd gereageerd op Powells speech: de Nasdaq eindigde vrijdag 1,5 procent hoger, de Dow Jones 1,1 procent. Beleggers verheugen zich bij lagere rentes op meer economische groei en hogere bedrijfswinsten.

Waar beleggers hun oren maar even voor dichtstopten, was de onzekerheid die Powell óók benoemde. Hoe snel de rente omlaag gaat, hangt af van de economische data en ook van de „risicobalans”. De taak, zei hij ook, is „nog niet voltooid”.

Behoedzaamheid in Europa

Soortgelijke, behoedzame geluiden kwamen in Jackson Hole van de ECB en van de Bank of England.

ECB-hoofdeconoom Philip Lane zei in een paneldiscussie dat de terugkeer naar het inflatiedoel van 2 procent in de eurozone „nog niet veilig” is. De inflatie ligt er nu op 2,6 procent. Een tweede ECB-renteverlaging in september is waarschijnlijk, maar nog geen gelopen race. Bank of England-chef Andrew Bailey noemde het in een speech „te vroeg om de overwinning uit te roepen”. Bijna de helft van het bestuur van de Britse centrale bank (vier van de negen leden) vond het op 1 augustus sowieso nog te vroeg voor een renteverlaging. De Britse inflatie ligt op 2,2 procent.

Vanwaar die behoedzaamheid? De grote, plotselinge geldontwaarding van de afgelopen jaren heeft het zelfvertrouwen van de centrale banken een behoorlijke knauw gegeven. Ze onderschatten in 2021-2022 zowel de hoogte als de duur van de inflatie – en dat zal ze niet nog eens overkomen, lijkt nu het devies.

Straatbeeld in Jackson Hole, Wyoming.
Foto Udo Siebig

Nog tijdens de coronapandemie begon de inflatie op te lopen, voor het eerst in de VS, begin 2021. Powell stak in Jackson Hole de hand in eigen boezem: hij dacht, net als veel andere centrale bankiers en economen, dat de inflatie van „voorbijgaande aard” zou zijn, zei hij. Tijdens de pandemie waren tekorten ontstaan aan bepaalde goederen. Die zouden snel weer verdwijnen, dacht de Fed volgens Powell. Het zou „geen monetair antwoord vergen”.

In werkelijkheid was toen de sterkste inflatiegolf begonnen sinds de jaren zeventig van de twintigste eeuw. In de VS piekte de inflatie in 2022 boven de 7 procent, in Europa zelfs boven de 10 procent.

Lessen uit de inflatiegolf

Ruwweg is achteraf wel duidelijk wat er gebeurde. De tekorten in de economie waren veel breder dan gedacht, zeker ook op de arbeidsmarkt. Intussen gaven overheden massaal corona-noodsteun waardoor consumenten flink geld bleven uitgeven. Minder aanbod, meer vraag: dat wakkerde de inflatie aan. De Russische inval in Oekraïne stuwde vervolgens de energieprijzen op, wat breed doorwerkte in andere prijzen.


Lees ook

DNB: trage reactie van de Europese Centrale Bank droeg bij aan de hoge inflatie in de eurozone

Het gebouw van de Europese Centrale Bank (ECB) in Frankfurt.

Economen, zei Powell, zullen „nog lang” praten over de precieze achtergronden van de inflatiegolf, die alom werd onderschat. Tijdens ‘Jackson Hole’ bepleitten twee academische economen, Pierpaolo Benigno en Gauti Eggertsson, meer aandacht voor krapte op de arbeidsmarkt als versneller van de inflatie. Zodra een bepaald niveau van krapte is bereikt, werkt dit als „superaanjager” van de inflatie, zo lieten de twee zien in een presentatie.

De krapte op de arbeidsmarkt is nu zowel in de VS als in Europa aan het afnemen, wat vooral zichtbaar is aan de daling van het aantal vacatures. Beleggers weten dit en zijn volop bezig met de vraag hoe ver de rente kan gaan dalen. Maar centrale banken blijven op hun hoede: wat heeft de economie verder nog voor verrassingen in petto?

Die sluimerende onzekerheid gaat gepaard met veel introspectie. Nog maar een paar jaar geleden paste zowel de Fed als de ECB de monetaire strategie aan. Er kwam meer nadruk op de risico’s van te láge inflatie – een thema dat dominant was in de periode voor de pandemie. Nu gaan de Fed en de ECB de strategie opnieuw tegen het licht houden: na de recente inflatieschok moeten juist de risico’s van te hóge inflatie beter worden meegenomen.

Zo moeten centrale banken zich telkens heruitvinden. In de woorden van Powell: „De grenzen van onze kennis – zo overduidelijk tijdens de pandemie – vragen om nederigheid en om een kritische geest.”