Na een burn-out heeft de Zuid-Koreaanse, in Amsterdam woonachtige pianist Chaerin Im een uitzonderlijk jaar: ze won de Keep An Eye International Jazz Award en debuteerde met haar band Chaerin Im Quartet (gitaar, elektrische bas en drums) op North Sea Jazz. Ook neemt ze binnenkort haar eerste album als bandleider op, een kruising van indiepop en vrije impro met elektronische elementen.
Hoe was je debuut als bandleider op North Sea Jazz?
„Een droom kwam uit. We speelden lang, op de open stage hostten we een jamsessie en in de laatste, vierde set speelden we mijn muziek. En omdat ik die dag ook nog eens jarig was, waren er veel vrienden langsgekomen. Een ander hoogtepunt was mijn optreden met de band van de Koreaanse drumster Sun-Mi Hong, daar hing ook zo’n goede energie. Pas tegen het einde van dat concert zag ik hoe groot die zaal werkelijk was. Nog niet eerder was ik bandleider, ik speelde als sidewoman in veel andere bands. Maar een burn-out vanaf eind vorig jaar dwong me rustig aan te gaan doen en meer na te denken over wat ik echt wil. Steeds meer werd me duidelijk hoezeer ik een eigen band nodig heb om te laten horen wat ik in mijn lijf en hoofd voel. Wat een helingsproces.”
Hoe kwam je tot je studie jazzpiano in Amsterdam?
„Ik kom uit Seoul, waar ik naar de middelbare kunstschool ging en klassieke piano leerde spelen. Ik wilde piano spelen, maar hield wel meer van indierock. Op een soort hogere muziekopleiding dat een beetje van alles aanbood, besefte ik dat graag dieper wilde ingaan op jazz. Daar kon dat niet. Een pianodocent vertelde dat hij twintig jaar geleden in Amsterdam studeerde en adviseerde me auditie te doen.
„In 2017 ben ik begonnen met een bachelorstudie jazz. Daarna deed ik drie jaar over de master, te veel optredens naast schoolwerk putten me uit en het kostte me een jaar. Een eyeopener hier was dat ik heb geleerde dat je niet hoeft niet kiezen. Lang heb ik gedacht dat je maar voor één genre kon gaan: als je eenmaal traditionele jazz speelt, doe je dat alleen maar. Of enkel pop. Voordat ik hierheen verhuisde, was ik nooit met Europese muziek in aanraking gekomen. Hier zag ik dat er geen grenzen zijn.”
Wat speelde je op je afstuderen?
„Mijn eindexamen bestond uit twee delen: solopiano en mijn nieuwe band. Mijn sprong in het diepe was een concert in Los Angeles, waar ik geen muzikanten kende en uiteindelijk alleen het concert deed. Ineens zag ik, oh, ik durf dit en kan dit ook! Had ik nooit over nagedacht. Sindsdien speel ik veel solo in Europa, waarbij ik mijn synth combineer met de vleugel.”
Hoe was je beoordeling?
„De jury volgde me al zeven jaar en kende mijn persoonlijke worstelingen voor zowel mijn bachelor als master. De juryleden waren trots. Een van hen benoemde expliciet dat ik een heel authentiek concert gaf voor mijn eindexamen. Ik slaagde met een 8,5 – dáár had ik misschien iets meer van verwacht. Mijn bachelor-examen kreeg een 9. Maar toch is het prachtig omdat ik de muziek bracht die ik echt wilde spelen.”
Speelt je afkomst een rol in je kunstenaarschap?
„Voorheen zou ik zeggen: nauwelijks. Maar in mijn nieuwe composities komt mijn liefde voor Koreaanse indiemuziek terug. Dat zijn simpele harmonieën met een wat moody melodie. Verder draag ik Seoul altijd dicht bij me. De muziekgemeenschap is er sterk en supportive, heel inspirerend! Zo zijn er platenwinkels en labels die concerten organiseren. Een paar maanden geleden speelde ik er solo. En in september ga ik er met de band op tournee.”
Waar ben je over vijftien jaar in je stoutste dromen?
„Als ik mijn visum kan regelen, blijf ik in Amsterdam. Deze week bedacht ik: ik zou voor altijd zo kunnen leven, tot mijn dood. Vooral in het begin van mijn leven in Amsterdam was ik erg verdrietig en depressief. Ik kon slecht aarden, zat vol zelftwijfel. Er waren zoveel momenten dat ik het wilde opgeven en terug wilde gaan. Toen ik eenmaal besloot te blijven, veranderde mijn energie. Of veranderde het universum! Het ging alleen maar beter en beter. Ik hou nu erg van de jazzscene hier. Mijn droom in Amsterdam, maar ook in Seoul, is dat ik jong publiek wil aantrekken voor jazz. Jongere mensen worden nu veel meer blootgesteld aan heel andere muziekgenres. Maar ik zie het potentieel dat jongeren echt dol kunnen worden op moeilijke jazz.”