Verhalen over een mysterieuze villa in Amsterdam

Journalist Floor Noppen wist wel dat er grote huizen aan de Amsterdamse Overtoom staan, maar iets van de omvang van Villa Betty, op nummer 241, dat had ze nooit verwacht. Het huis is 1.200 vierkante meter groot, het heeft een tuin van meer dan een hectare. Het is zo’n huis waarvan je denkt: iemand heeft het ergens buiten de stad tussen duim en wijsvinger opgepakt en hier neergezet.

De villa spreekt tot de verbeelding, heeft in de hoofden van sommige Amsterdammers mythische proporties aangenomen. Wie Betty was, dat weet Noppens. Betty was Clara Betty von Hunteln, echtgenote van tabakshandelaar Eduard Lehmann die de villa in 1900 kocht. Maar hoe het leven in en rond de villa eruit zag? Er kwamen kunstenaars en hooggeplaatste personen over de vloer, tot Prins Hendrik, echtgenoot van Koningin Wilhelmina aan toe. Maar verder… En hoe ging het na de dood van Lehmann in 1933?

Noppens ontmoet Betty’s buurman Kees, die vanuit zijn raam de villa tientallen jaren kon observeren en een zwak voor Betty ontwikkelde, die het volk, en dus ook de buren, op afstand hield.

Kees zag het gebeuren, dat Betty, op de dag dat ze 100 werd, 5 mei 1980, door Lehmann’s Duitse familie uit de villa gegooid werd. Lehmann was namelijk niet in gemeenschap van goederen met Betty getrouwd, maar zij genoot na zijn dood het zogenaamde vruchtgebruik. Op haar honderdste verjaardag, was daarin bedongen, zou het huis weer toevallen aan de familie. Wie verzint zo’n regel en wie gaat ervan uit dat zijn vrouw honderd wordt? Op deze vragen, en op de vraag hoe Kees dat eigenlijk allemaal weet probeert Doppen antwoorden te vinden en ze wil uiteraard dolgraag de villa zelf ook wel eens van binnen zien.