Column | Besluiteloos in het zicht van de dood

Het is hoogzomer en ik ben weer op bezoek bij Mijndert Ververs, in Hattem, bij Zwolle. Afgelopen winter kwam hij me nog met de auto halen van het station, maar deze keer neem ik de bus en loop de laatste kilometers door het bos naar zijn huis. De voordeur staat op een kier, ik kan zo doorlopen. Hij komt me tegemoet met de wankele passen die ik de laatste jaren van hem gewend ben geraakt. We gaan zitten bij het raam met uitzicht op de tuin en nu, denk ik, gaat hij zeggen waarop ik me heb voorbereid. Dat dit ons laatste gesprek zal zijn. Dat hij afscheid van me wil nemen.

Hij is 91 en weduwnaar. Zijn vrouw, Cora, is deze maand vijf jaar geleden gestorven. Ter gelegenheid daarvan liet hij een in memoriam plaatsen in NRC: ‘Nog altijd vervuld van liefde en intens verdrietig.’ Vorig jaar zomer vertelde ik in deze column over het harmonium dat hij na haar dood gekocht had. Iedere ochtend en iedere middag speelt hij erop, psalmen en gezangen, en ook wel liefdesliedjes, ‘Moon River’, en dan denkt hij aan haar. Soms bidt hij het Onzevader. Niet omdat hij zo gelovig is, misschien wel helemaal niet. Maar het troost hem.

Lang geleden was Mijndert Ververs bestuursvoorzitter van Wolters Kluwer en president-commissaris van ING. In 1994 vroegen Wim Kok en Hans van Mierlo hem om namens D66 minister van Economische Zaken te worden. Hij zei nee. Zijn hele leven is deze man gewend geweest aan leiding geven en controle houden, dus toen hij afgelopen winter zei dat hij ergens dit jaar op de bank zou gaan liggen en zou stoppen met eten en drinken was ik niet verbaasd. Regie over zijn eigen levenseinde! En mocht hem wat overkomen: geen medische behandelingen meer.

En nu?

Hij vertelt dat hij een klein herseninfarct heeft gehad. En dat zijn zoon hem toen heeft meegenomen naar het ziekenhuis. Neuroloog, cardioloog, en nu slikt hij drie soorten pillen.

„Huh?”, zeg ik. „Dat zou je toch niet gaan doen?”

„Gek, hè”, zegt hij. „Als het erop aankomt, doe je het allemaal wel.”

„Omdat je toch niet dood wilt?”, vraag ik

„Omdat ik geen besluit kan nemen”, zegt hij. „Of nee, ik moet het anders zeggen. Ik heb er helemaal geen behoefte aan om een besluit te nemen.” Hij vindt dat, zegt hij, bijzonder troostrijk. Gewoon niets doen en afwachten.

Hij staat op en wankelt naar de keuken. De soep, tomatensoep met balletjes, staat al te pruttelen op het kookplaatje. Hij legt brood in een mandje en pakt kaas uit de koelkast. De tafel is al gedekt en hij wil beslist niet dat ik hem help.

Jannetje Koelewijn ([email protected]) vervangt Gemma Venhuizen