‘Widow Clicquot’: leven, maar vooral liefde van de ‘grande dame van de champagne’

Weduwe Clicquot (1777-1866), Veuve Clicquot, was de ‘grand dame van de champagne’ die begin 19de eeuw champagne veranderde van troebel druivenbier met een schuimkraag in de helder sprankelende feestdrank van nu. Ze perfectioneerde de ‘remuage’ en het ‘dégorgement’, en wilt u daar meer over weten dan verwijs ik u naar uw zoekmachine. Mij ontbreekt de ruimte, en dat geldt helaas ook voor biopic Widow Clicquot.

Bankiersdochter Barbe Nicole Ponsardin werd weduwe toen haar echtgenoot François in 1805 overleed, mogelijk door zelfmoord. In de Britse film Widow Clicquot overwint ze in de Napoleontische tijd seksistische obstakels: cuvée Veuve Clicquot wordt een rage, met de Russische tsaar Alexander als grootste fan. In bitterzoete flashbacks kijkt de film terug op haar huwelijk met de gekwelde François, die van een lieve, excentrieke man – hij zingt zijn wijnranken toe – verandert in een aan opium-tinctuur verslaafd wrak. Als weduwe worstelt ze om een vrouwelijke bedrijfscultuur – geen hiërarchie – in te voeren: de heren zijn sceptisch. Schoonpa Philippe krijgt ze door gedeeld schuldgevoel over François zover in haar te investeren, zakenman Louis wordt ook minnaar, en als toetje is er wat rechtbankdrama: rivalen willen het champagnehuis overnemen omdat een vrouw geen bedrijf mag leiden.

Widow Clicquot is elegant gefilmd, met licht dat krijtachtig door vitrages sijpelt en veel kaarsen. Sensitief gespeeld, fijne kostuums, maar ook een wat inert kamerspel: bereikt de oorlog in 1814 de heuvels rond Reims dan schrik je van die plotse dynamiek. En het blijft een raadsel waarom haar product ’s werelds elitaire feestdrank werd. We zien de weduwe druk in de weer met kolven en aantekeningen, maar wat ze dan doet? De méthode champenoise biedt geen drama, akkoord, dus draait Widow Clicquot om ‘female empowerment’. Maar louter in huis, wijngaard en bed blijft haar verdienste een raadsel. Dat zou je bij een man anders aanpakken.