N.B. Het kan zijn dat elementen ontbreken aan deze printversie.
Recensie
Beeldende kunst
Fotografie Ernest Cole schokte de wereld in 1967 met zijn in het geheim gemaakte foto’s over hoe apartheid eruitzag. Foam toont nu een overzicht van zijn werk.
Toen Ernest Cole, 26 jaar oud, in 1966 Zuid-Afrika ontvluchtte, wist hij dat hij er nooit meer terug zou keren. Hij zou zijn moeder en zijn zus nooit meer bezoeken, en nooit meer een voet zetten op zijn geboortegrond. „Zuid-Afrika is mijn land – een groot, prachtig land met miljoenen prachtige zwarte mensen, de warmste, meest menselijke in de wereld”, schreef hij in 1968 in het Amerikaanse magazine Ebony. „In de lente verandert het landschap rondom de locations (de gebieden buiten Johannesburg waar zwarte mensen gedwongen zijn te wonen) in een fris groen, en Johannesburg zelf is zo prachtig dat het je bijna de adem beneemt. […] Ja, Zuid-Afrika is mijn land. Maar het is ook mijn hel.”
Cole had twee weken voor zijn vertrek – hij mocht het land uit omdat hij had gezegd dat hij op bedevaart naar Lourdes ging – al een lading contactafdrukken het land uit gesmokkeld via een bevriende journalist. Andere negatieven en prints werden later, via de post en andere smokkelroutes, nagestuurd. Cole wilde een boek maken van de foto’s die hij in de afgelopen acht jaar, meestal in het geheim, genomen had.
Met die foto’s, in 1967 gebundeld in het fotoboek House of Bondage, toonde hij de wereld hoe apartheid eruitzag. Zwarte mijnwerkers die, naakt en in een lange rij tegen een muur, een vernederende medische keuring moeten ondergaan. Zwarte bedienden die de kinderen van hun rijke witte werkgever verzorgen en zelf in een krot slapen. Hij legde de townships vast, de straatkinderen, de scholen zonder stoelen en bankjes.
Hoewel het apartheidsregime ook voor die tijd al flink bekritiseerd werd, leek de wereld na het zien van Coles werk pas écht te snappen wat er gebeurde. ‘The Ugly Face of S. Africa’s Apartheid’, kopte The Washington Post, ‘Inhuman Bondage’, schreef The Guardian. Cole had apartheid in zijn felle aanklacht een gezicht gegeven en de wereld reageerde geschokt.
In het Amsterdamse Foam zijn de foto’s uit het boek nu te zien in de gelijknamige tentoonstelling Ernest Cole, House of Bondage (‘bondage’ betekent: slavernij, lijfeigenschap, gevangenschap). Het is een grootschalig overzicht, aangevuld met krantenartikelen uit die tijd, een documentaire, en een interview uit 1969. Er zijn ook contactafdrukken en foto’s, gedeeltelijk in kleur, die Cole later in Amerika van de zwarte gemeenschap maakte. Die laatste bijdragen komen uit een recente vondst van 60.000 negatieven en contactafdrukken die in de kluis van een Zweedse bank lagen, waar ze eind jaren zestig via omwegen terecht waren gekomen.
Schriftelijke cursus
Ernest Cole werd in 1940 geboren in Eersterust, Pretoria, acht jaar voordat het systeem van apartheid in Zuid-Afrika officieel beleid werd. Op zijn achttiende begon hij te fotograferen voor Drum Magazine, volgde een schriftelijke cursus aan het New York Institute of Photography en ging begin jaren zestig aan de slag als freelance fotograaf voor enkele kranten. Cole, die oorspronkelijk geregistreerd stond als zwart, kon dit doen omdat hij zich had weten te re-classificeren als kleurling, wat hem iets meer privileges gaf dan een zwarte Zuid-Afrikaan.
In een documentaire van Jürgen Schadeberg, de hoofdredacteur van Drum in de tijd dat Cole er werkte, vertellen voormalige collega’s en vrienden hoe fotografeerde ‘vanuit de heup’. Zo zag niemand dat hij de politie fotografeerde die jonge Zuid-Afrikanen arresteerde omdat ze hun identiteitspas niet bij zich hadden. Dat hij stiekem ziekenhuizen binnensloop, waar patiënten op de grond lagen, onder de bedden, op de balkons. Of zag niemand hoe hij zijn camera de mijnen in smokkelde, in een papieren lunchzak met wat boterhammen en een appel. En hoe hij voortdurend staande werd gehouden en moest bewijzen dat zijn apparatuur niet gestolen was.
Na zijn vlucht had Cole nog wat exposities en werkte hij een tijd in Amerika, waar hij van de Ford Foundation de opdracht kreeg het leven van de zwarte bevolking vast te leggen. De foto’s werden nooit ingeleverd. Cole, naar verluidt teleurgesteld dat hij ook in zijn nieuwe thuisland racisme ondervond én ontheemd na zijn officiële verbanning in 1968, verdween langzaam uit beeld van familie en vrienden. Hij raakte aan de drank, werd dakloos en stierf uiteindelijk in 1990, een week nadat Nelson Mandela was vrijgelaten, op 49-jarige leeftijd aan alvleesklierkanker in New York.
Dansen en muziek maken
De foto’s hebben zo’n 55 jaar nadat ze zijn gemaakt niets aan kracht ingeboet. Aan de foto’s zie je af dat Cole onderdeel was van de gemeenschap die hij fotografeerde, dat hij de noodzaak voelde om het onrecht te laten zien en bereid was gevaar te lopen.
In de heruitgave van House of Bondage schrijft de Zuid-Afrikaanse dichter en schrijver Mongane Wally Serote ook over de actualiteit van de foto’s: „Als degenen die de foto’s van Ernest Cole zagen toen ze in 1967 werden gepubliceerd, verstijfden van ongeloof, en geschokt en verontwaardigd waren dat mensen ooit zo moesten leven, dan zouden ze nu, 55 jaar later, nog meer geschokt moeten zijn en totale afschuw moeten voelen over het feit dat het leven van de meerderheid van de zwarte mensen in Zuid-Afrika nog steeds hetzelfde is.”
In die heruitgave is een hoofdstuk toegevoegd met foto’s die Cole niet in de uitgave van 1967 opnam. Waarom is onduidelijk. In dit hoofdstuk, ‘Black Ingenuitity’, staan foto’s waarop wordt gedanst, gemusiceerd, gelachen, geschilderd. Ook hier zwarte mannen die op een onderbroek na ontkleed zijn, alleen is dat hier omdat ze, met duidelijk plezier en uit vrije wil, deelnemen aan een wedstrijd bodybuilden. De foto’s laten volgens Serote zien dat ondanks alles de „hard-as-diamonds human spirit, ongeacht hoe zwak zijn schittering, koppig en continu zal flikkeren, met de hoop en vastberadenheid om vrij te zijn, te léven, ongeacht de tegenslagen”.
Bekijk een overzicht van onze recensies over beeldende kunst