Vier seconden, dat is vrijwel niets – ze zijn voorbij voordat je d’r erg in hebt. Toch was dat precies wat de Poolse Kasia Niewiadoma zondagavond bovenop Alpe d’Huez overhield op de grote favoriet voor het eindklassement in de Tour de France Femmes, Demi Vollering – genoeg om de gele trui mee naar huis te nemen.
Nooit eerder kende de Tour de France zo’n spannende ontknoping – ook niet in de 111 edities voor mannen. In de sensationele Tour van 1989 versloeg Greg LeMond zijn rivaal Laurent Fignon op de slotdag met acht seconden verschil, maar dat record hebben de vrouwen nu afgepakt – en daarmee het vrouwenwielrennen een grote dienst bewezen.
De zege van Niewiadoma volgde op een Tour de France Femmes die in de laatste dagen ongekend spannend was. Een minuut en vijftien seconden bedroeg het verschil tussen geletruidraagster Niewiadoma en nummer negen Vollering op de dag van slotrit naar de ‘Hollandse berg’ Alpe d’Huez. Zeker drie andere rensters maakten nog kans op de eindzege.
Een tijdlang leek het Vollering te gaan lukken om de Tour te winnen. Op de op-een-na-laatste (en zwaarste) klim van de dag, de Col du Glandon, plaatste ze in de slotkilometers een scherpe demarrage. Alleen de Nederlandse Pauliena Rooijakkers kon volgen; Niewiadoma moest lossen en had op de top al een achterstand van bijna een minuut. Toch wist de Poolse in de afdaling en het vlakke stuk erna tijd terug te winnen op Vollering en Rooijakkers.
Op slotklim Alpe d’Huez ontspon zich vervolgens een meeslepend gevecht tussen de drie – ook Rooijakkers maakte nog kans op de gele trui. Vrijwel de hele beklimming, 13,9 kilometer lang, schommelde het verschil tussen de Nederlandse rensters en Niewiadoma rond de minuut. Vollering versloeg Rooijakkers in de sprint en won de etappe, maar het was nèt te weinig om het geel terug te winnen. Even later tilde eindwinnares Niewiadomahaar fiets boven haar hoofd, terwijl een ontgoochelde Vollering verderop een jasje kreeg aangetrokken van haar verzorger. Rooijakkers eindigde als derde in het eindklassement.
‘Zwaar klote’
Voor Vollering voelde het verlies „zwaar klote”, zo zei ze na afloop in tranen voor de camera van de NOS. Na het ongekend succesvolle jaar 2023, waarin ze uitgroeide tot de nieuwe vaandeldraagster van het Nederlandse vrouwenwielrennen, viel dit seizoen tot nu toe tegen: weliswaar een eindoverwinning de Vuelta Femenina, maar nul zeges in de voorjaarsklassiekers en ook geen medaille op de Olympische Spelen.
In de Tour leek ze op weg naar revanche. Nadat ze op dinsdag tijdens de tijdrit in Rotterdam met verrassend groot verschil de gele trui had veroverd, leek ze ongehinderd af te stevenen op de eindwinst. Tijdens de persconferenties in de eerste dagen maakte ze een zelfverzekerde indruk.
Totdat het misging, op donderdag, vijf kilometer voor de finish van etappe vijf. Een val op haar stuitje op een rotonde – en het opmerkelijk gebrek aan hulp van haar ploeggenoten daarna – kostte Vollering de gele trui. Ze leek in de twee dagen die erop volgden geen last te hebben van haar val. Als sterkste klimmer van het peloton gold ze zondag nog steeds als favoriet voor de eindzege. „Twee minuut vijfentwintig” – dat kon ze volgens de berekeningen van haar ploeg goedmaken op Niewiadoma, zei ploegleider Danny Stam vooraf.
Die berekening bleek te rooskleurig. Hoewel Vollering had gereden alsof ze „niets te verliezen had”, had ze toch te veel pijn aan haar onderrug, zei ze tegen de NOS. „Ik was gewoon zó leeg.”
Groot succes
Hoe zuur de slotdag ook uitpakte voor Vollering, voor het vrouwenwielrennen waren de afgelopen acht dagen een groot succes. De Tour de France Femmes kon zich, ondanks een ongebruikelijk gat van drie weken met de mannen-Tour vanwege de Olympische Spelen, verheugen op grote belangstelling van het publiek. Tijdens de vier etappes in Nederland, maar ook later in België en Frankrijk, deed de hoeveelheid bezoekers soms amper onder voor die bij de mannen: drukte bij de teambussen, veel volk langs het parcours, volle viaducten. De Tour de France Femmes is, hoewel pas toe aan haar derde editie, onmiskenbaar bezig aan een opmars – en weerspiegelt daarmee de steile groeicurve in het vrouwenwielrennen.
De Nederlandse vrouwen domineerden de koers in belangrijke mate. De eerste vier etappes werden gewonnen door Nederlandse rensters, tweederde van het podium bestaat uit Nederlandse vrouwen, met nog eens twee in de top-tien (Lucinda Brand en Thalita de Jong). Gekende toppers beleefden een wederopstanding (tweevoudig ritwinnares Charlotte Kool), nieuwe talenten lieten zich zien (mountainbikester Puck Pieterse die een zware rit won in de Ardennen).
Toch bleek die Nederlandse overmacht geen bezwaar, omdat de buitenlandse concurrentie groter was dan verwacht. Ondanks het ontbreken van twee belangrijke toppers – de Belgische Lotte Kopecky, vorig jaar tweede en de Italiaanse Elisa Longo Borghini, dit jaar winnares van de Giro Donne – braken andere rensters door. Bovenal natuurlijk Niewiadoma, maar ook de Française Cédrine Kerboal (winnaar van eenJura-rit en zesde in het klassement) en de Belgische Justine Ghekiere (winnaar van de eerste Alpenrit én de bolletjestrui).
De kleine onderlinge verschillen maakten van deze Tour de France Femmes een meeslepende wedstrijd. Véél spannender dan de editie bij de mannen, waar de ongenaakbare winnaar Tadej Pogacar zes etappes won. Dat de top van het klassement van de Tour de France Femmes zo breed bleek, is een ander bewijs voor de onstuimige groei van het vrouwenwielrennen.
Demi Vollering was zondag de eerste Nederlandse renner in vijfendertig jaar (bij de mannen) respectievelijk eenentwintig jaar (bij de vrouwen) die een etappe wist te winnen op Alpe d’Huez. Maar dat zal haar duidelijk even een zorg zijn. Voor haar resteert nog één wedstrijd om het seizoen glans te geven: het WK in Zürich, eind september.