Zoon Julian Prégardien zingt Schubert zo zoetgevooisd mogelijk – de volwassen beabadoobee is bedeesd én hartstochtelijk

Julian Prégardien herinnert zich geen periode in zijn leven waarin Die schöne Müllerin hem onbekend was. Wat wil je, als je vader de bekende tenor Christoph Prégardien is en Schuberts liedcyclus thuis repeteert. Op zijn zestiende had Julian een vriendinnetje dat graag samen met hem wilde luisteren naar vader Prégardiens opname van het werk. Dan moet je héél verliefd zijn, om als puberzoon uit vrije wil een uur lang naar je vaders stem te gaan zitten luisteren.

Hij heeft misschien wel iets van die kalverliefde vastgehouden in zijn eigen benadering van de muziek, die hij nu, ruim twintig jaar later, zelf ook op cd heeft gezongen. Prégardien lijkt erg dol op het meest zoetgevooisde, zuchtende register van zijn stem: door de hele cyclus heen zingt hij vaak met een beeldschone maar dunne toon, die hij fragiel en smachtend kleurt. Een lied als ‘Ungeduld’ bijvoorbeeld, dat meestal (en terecht, wat mij betreft) krachtig wordt aangezet, klinkt hier meer als een voorzichtige vraag dan een uitroepteken: ‘dein ist mein Herz…?’

Daar komt-ie redelijk goed mee weg, omdat zijn heerlijk lenige tenorstem zich soepel in allerhande bochten kan wringen. Hij gebruikt dat ook in zijn voordeel door in Schuberts melodieën rijkelijk te ornamenteren. Dat is historisch prima te verantwoorden – het werd in de tijd van Schubert ook al gedaan – maar is tegenwoordig niet zo gangbaar meer. Daardoor klinkt de muziek hier soms ineens aangenaam fris. Maar ook in die versieringen kan Prégardien het niet laten om de nodige etherische inflecties op te zoeken. Bij het zinnetje ‘nach ihrem Auge allein’ in ‘Tränenregen’ klimt hij in het allerijlste hoekje van zijn kopstem.

Dat zijn allemaal bewuste keuzes. Fortepianist Kristian Bezuidenhout onderstreept in de toelichting dat ze allebei niet zozeer geïnteresseerd zijn in de zelfverzekerde en ‘mannelijke’ klank van een diepere stem, maar juist in een meer een spookachtige, hypnotische schoonheid. Bezuidenhouts instrument is daarbij goed gekozen: hij speelt op een kopie van een Conrad Graf – een van Wenens beste vleugelbouwers in de vroege negentiende eeuw. Het timbre doet soms bijna denken aan een cimbalom, het Oost-Europees snaarinstrument dat zo’n magisch zangerig maar ook parelend geluid heeft.

Toch vragen sommige liederen in de cyclus juist wel om robuustheid, en daar overtuigt Prégardien minder. ‘Mein!’ klinkt een beetje slordig in de snelle noten; in ‘Eifersucht und Stolz’ worden de boze uithalen meer geschreeuwd dan gezongen. Dat kan op een podium goed uitpakken – Julian Prégardien maakt van zijn lieduitvoeringen vaak theatrale mini-operaatjes – maar op cd komt dat niet altijd lekker over.

Misschien dat daarom is gekozen om de opnamesessie ook artistiek op video vast te leggen voor de Duitse omroep SWR (niet meegeleverd bij de cd). Dat laat zich bekijken als een wonderlijke mengvorm tussen studio-opname en live-performance, aangekleed met lichteffecten en shots van Prégardien die met traanbeglinsterde ogen recht in de camera zingt. Daar komt de muziek sterker uit de verf dan zónder het beeld. De video-opname is online trouwens gratis te bekijken, de cd kost tweeëntwintig euro. Ik zeg het er maar even bij.


De volwassen geworden beabadoobee is bedeesd én hartstochtelijk

Na twee albums over adolescentie en opgroeien vond Beatrice Kristi Ilejay Laus – bekend onder de artiestennaam beabadoobee – dat het tijd werd voor een ander onderwerp. De zangeres is inmiddels 24, de volwassenheid diende zich aan in de vorm van een hypotheek en zorg voor twee katten, zoals ze zelf zei. En dus werd ‘vrouw zijn’, in tegenstelling tot meisje of adolescent, het thema voor haar nieuwe liedjes. Op This Is How Tomorrow Moves bezingt beabadoobee de ontwikkelingen die ze de afgelopen jaren doormaakte, de pijnlijke verrassingen (ontrouwe vrienden/vriendinnen), de inzichten, de vergissingen, en de weg vooruit.

beabadoobee, die onlangs in het voorprogramma speelde van Taylor Swift en van Halsey, werd geboren op de Filippijnen. Ze verhuisde op haar derde naar Engeland en groeide op in West-Londen, luisterend naar Amerikaanse indie-rock van bijvoorbeeld Yeah Yeah Yeahs. Op haar zeventiende schreef ze op een akoestische gitaar haar eerste liedje, ‘Coffee’, dat twee jaar later een hit werd dankzij de sample die de Canadese rapper Powfu ervan gebruikte voor zijn nummer ‘Death Bed (Coffee For Your Head)’. In een muziekwereld waarin elektronica vaak de eerste keuze is, blijft beabadoobee opvallend trouw aan haar gitaar – wat haar inmiddels een grote aanhang heeft opgeleverd. De liedjes op haar eerste twee albums hadden een rock-randje, met knallende drums en soms een schel keyboard. Voor haar ‘volwassen’ album werkte ze voor het eerst samen met sterproducer Rick Rubin, bekend van zijn producties voor Johnny Cash, Kanye West en Red Hot Chili Peppers.

Wat voor volwassen vrouw is beabadoobee geworden? Afgaand op This Is How Tomorrow Moves is ze milder en bedachtzamer. Luister bijvoorbeeld naar ‘Coming Home’ of ‘Real Man’, over de hobbels van de liefde. Maar niet alleen in de tekst zweemt de volwassenheid, ook muzikaal is er iets veranderd. De nummers die ze maakte met Rubin en vaste schrijfpartner Jacob Bugden hebben een nostalgische sfeer, de instrumentaties knipogen naar de jaren negentig, naar groepen als Pavement en The Breeders. Authentiek ouderwets werd de sound gereconstrueerd: te horen aan de ingehouden drums, het licht stoffige patina dat over de kabbelende gitaarloopjes werd gelegd. Er zijn ruwe accenten van in elkaar kronkelende gitaarsolo’s, zoals in ‘Beaches’, of er is een duister decor van mineurgestemde samenzang en jammerkreten, zoals in ‘Tie My Shoes’. De zang in de melancholische melodieën is weifelend en fluisterend, met nu en dan een ijselijk passage. De afwisseling tussen bedeesd en hartstochtelijk is blijkbaar een van de verworvenheden die ze met haar publiek wil delen. In ‘This Is How It Went’ vertelt ze over haar liefde voor songwriter Elliott Smith („blissfully listening to Elliott”), blijkbaar haar grote voorbeeld: „Just let me write a song like all the songs I love to listen to”. De volwassen beabadoobee klinkt kwetsbaar en breekbaar, maar onverdroten.

Hester Carvalho




Torleif Thedéen, Marianna Shirinyan
An die Musik

Torleif Thedéen heeft een heerlijk warme en persoonlijke celloklank, alsof hij op je bedrand kleine verhaaltjes vertelt voor het slapen gaan. Het repertoire leent zich ervoor: eigen transcripties voor cello en piano van muziek van Schubert, Brahms en de Schumanns. Een wiegende uitvoering van Richard Strauss’ jeugdige Cellosonate maakt het album af. (MB)




Graeme Steele Johnson e.a
Forgotten Sounds

De inmiddels vergeten componist Charles Martin Loeffler was met zijn impressionistische muziek rond 1900 een ster in de VS. Klarinettist Graeme Steele Johnson viste Loefflers ongepubliceerde Octet uit het archief: heerlijke, nooit eerder opgenomen muziek, die prima past naast Johnsons sterke octetbewerking van een écht meesterwerk, Debussy’s Prélude à l’après-midi d’un faune. (Joep Stapel)




Neo-fanfare 9×13
Nieuw Babylon

Het eigenzinnige muziektheater van Neo-fanfare 9×13 werkt óók op cd, bleek vorig jaar. Bood dat debuutalbum een staalkaart van het brede repertoire, dit tweede album is juist de neerslag van één voorstelling. Nieuw Babylon gaat over prestatiedruk en mixt oude en nieuwe muziek, van Monteverdi tot Rhiannon Giddens, steeds in verrassende, vrolijkstemmende arrangementen. Toet! (JS)




Jack White
No Name

Jack White deelde gratis albums uit in zijn woonplaats Detroit en besloot de nummers toen alsnog officieel uit te brengen. Teruggrijpend op zijn grote liefde, de blues, speelt hij hier knerpend, knoestig en furieus. Dit ‘tussendoortje’ is een prachtige ode aan White’s bezetenheid. Hij klinkt dan ook als een oververhitte dominee in ‘Archbishop Harold Holmes’. (HC)




Khalid
Sincere

Weinigen klinken zo mooi somber als de Amerikaanse r&b-zanger Khalid, zo ook op zijn derde album Sincere. In de trage nummers kronkelt en draalt Khalids bedachtzame stem door teksten over geliefden. Hij koos soms onverwachte instrumentaties, zoals de zware drums in het titelnummer. Het maakt Sincere een warm en inventief album. (HC)




Toro Y Moi
Hollywood b/w CD-R

Nog enigszins schuchter klinkt de nieuwe richting van de Amerikaanse Chaz Bear alias Toro Y Moi, op deze ep. Hij flirt met de jaren negentig (het gorgelende geluid van een modem in ‘Hollywood’) en laat de melodieën uitwaaieren. ‘Heaven’ is een rake ballade met hemelse zang. (HC)