De Nederlandse steun aan Oekraïne staat overeind, maar de onthulling dat de Oekraïense regering betrokken zou zijn geweest bij het opblazen van de Nord Stream-pijpleiding in 2022 zet de bestaande politieke spanningen rond de oorlog in Den Haag op scherp. Premier Dick Schoof en minister van Buitenlandse Zaken Caspar Veldkamp (NSC) wilden vrijdag niet vooruitlopen op de uitkomsten van onderzoek dat de Duitse justitie momenteel doet, maar oppositie- en coalitiepartijen in de Tweede Kamer willen opheldering over wat Nederland destijds precies wist van de succesvolle sabotage-actie op de Oostzee.
Deze week werd bekend dat een Duitse rechter een Europees arrestatiebevel heeft uitgevaardigd voor een Oekraïense duiker die bij de sabotage betrokken zou zijn geweest. The Wall Street Journal onthulde donderdag dat de duiker onderdeel zou zijn geweest van een speciale Oekraïense operatie, waarbij het Oekraïense leger betrokken was en waarvoor president Volodymyr Zelensky hoogstpersoonlijk toestemming zou hebben gegeven.
Tip van MIVD
Brisant detail in het artikel van de Amerikaanse krant is dat de Nederlandse inlichtingendienst MIVD van het Oekraïense plan afwist en de Amerikaanse CIA zou hebben getipt. De VS zouden daarna zonder succes hebben geprobeerd om via druk op Oekraïne de sabotage-actie niet te laten doorgaan.
Als het inderdaad klopt dat Oekraïne een grote aanslag op cruciale energie-infrastructuur pleegde, brengt dat de Europese bondgenoten van Kiev in grote verlegenheid en kan het draagvlak voor de steun aan Oekraïne worden aangetast. In het verleden wezen Nederlandse politici geregeld naar Rusland als mogelijke dader.
Minister Veldkamp zei vrijdag dat Nederland de uitkomsten van het Duitse justitiële onderzoek wil afwachten. „Ik ga niet speculeren op de uitkomsten en wat die betekenen.” Veldkamp onderstreepte dat de Nederlandse beleidslijn, dat Oekraïne politiek, militair en financieel gesteund wordt in de oorlog tegen Rusland, „niet ter discussie staat in het kabinet”. Ook volgens premier Schoof is de steun voor Oekraïne „onverminderd” groot.
Fracties eisen opheldering
Belangrijke partijen in de Tweede Kamer eisen meer opheldering van het kabinet. NSC-leider Pieter Omtzigt stelde donderdag een set gedetailleerde Kamervragen. Hij schreef daarbij dat NSC Oekraïne nog altijd steunt, „maar dat betekent niet dat er geen opheldering gevraagd kan worden”. Volgens Omtzigt is „onderzoek en opheldering over wie opdrachtgever was” voor de sabotage van Nord Stream „zeer noodzakelijk”.
Ook PVV-leider Geert Wilders stelde een reeks vragen, en hij liet al doorschemeren dat er politieke consequenties moeten volgen als de betrokkenheid van Oekraïne of president Zelensky bewezen wordt. In dat geval „kan dit niet zonder gevolgen blijven als het gaat om de relatie van Nederland met Oekraïne”. Dat Wilders in zijn Kamervragen alweer hint op het intrekken of beperken van de Nederlandse steun ligt politiek gevoelig, omdat in het hoofdlijnenakkoord van PVV, VVD, NSC en BBB juist was afgesproken dat die steun niet meer ter discussie zou staan.
Een interessant aspect is hoeveel de top van het Nederlandse kabinet, premier Mark Rutte en minister van Defensie Kajsa Ollongren voorop, in 2022 wist van het plan. Als het inderdaad de MIVD was die het plan onderschepte, is het waarschijnlijk dat Rutte en Ollongren er destijds van hebben geweten. In een Kamerdebat in oktober 2022 noemde Rutte de sabotage-actie „volstrekt onaanvaardbaar” en zei hij dat Europese landen een „eensgezinde reactie” moesten geven „zodra duidelijk is wie hiervoor verantwoordelijk is”.
Forum voor Democratie vroeg vrijdag om een spoeddebat in de Tweede Kamer, waarvoor het zomerreces zou moeten worden onderbroken. Het is nog onduidelijk of daar voldoende steun voor is.
Lees ook
Duitse politici reageren terughoudend op nieuws over Nord Stream en Zelensky