VNO-NCW: oplopende netwerkkosten dreigen concurrentiepositie Nederlandse industrie te ondermijnen

De oplopende kosten voor het Nederlandse stroomnetwerk dreigen de concurrentiepositie van de industrie te ondermijnen. Dat zegt de VNO-NCW, de grootste ondernemersorganisatie van Nederland vrijdag naar aanleiding van een nieuw rapport van onderzoeksbureau Aurora. Het rapport, opgesteld in opdracht van energie-intensieve bedrijven zoals Tata Steel, Shell, Nyrstar, BP, Sabic en Chemelot, stelt vast dat de nettarieven in Nederland een stuk hoger liggen dan in buurlanden. Duitse, Belgische en Franse grootverbruikers betalen vaak tot 80 procent minder betalen, terwijl de Nederlandse industrie geconfronteerd wordt met torenhoge kosten.

Volgens VNO-NCW vormt dit een ernstige bedreiging voor zowel de energietransitie als de concurrentiepositie van Nederland. De kloof in energiekosten met landen als de Verenigde Staten en Azië zal de komende decennia aanhouden en daarmee de druk op de Nederlandse industrie vergroten, aldus de ondernemersorganisatie. Het rapport schat dat 300 miljoen euro per jaar nodig is om de nettarieven voor grootverbruikers op een vergelijkbaar niveau te brengen als in omliggende landen. Vanaf 2030 zou dat benodigde bedrag zelfs oplopen tot ruim 500 miljoen euro.

Vertegenwoordigers van de betrokken bedrijven roepen minister van Klimaat en Groene Groei, Sophie Hermans (VVD), op maatregelen te nemen. In een brief aan Hermans laat het collectief weten dat het „cruciaal” is dat Nederland „in de pas blijft lopen met andere Europese landen”. Ook VNO-NCW vraagt Den Haag om oplossingen, zoals het verlengen van de IKC-regeling, een subsidieregeling voor bedrijven met hoge elektriciteitskosten die nu slechts voor een jaar geldt. Ook een collectieve financiering van investeringen in het elektriciteitsnet, zoals dat bij infrastructuur zoals wegen en spoorwegen het geval is, behoort volgens  VNO-NCW tot de mogelijkheden.