Op 12 augustus 2000 zonk in de Barentszzee door een explosie aan boord een Russische kernonderzeeër van de Oscar II-klasse. De boot verging met man en muis en de Russische autoriteiten, onder wie president Vladimir Poetin, kregen zware kritiek te verduren omdat ze hadden verzuimd bij de reddingswerkzaamheden tijdig hulp te vragen aan het buitenland. De onderzeeër heette ‘Koersk’ en was vernoemd naar de Russische stad waar de Duitsers in de zomer van 1943 een laatste poging deden om met een offensief de Sovjet-Unie op de knieën te dwingen. Op 12 juli van dat jaar vond bij het plaatsje Prochorovka de grootste tankslag uit de geschiedenis plaats. Hitlers troepen slaagden er niet in het Rode Leger te verslaan, waardoor de uiteindelijke nederlaag van nazi-Duitsland onvermijdelijk werd.
Koersk was dus een naam die de Sovjets – en later de Russen – met trots vervulde. President Poetin, die geobsedeerd is door de historie van zijn land, zal zich verbijten dat onder zijn verantwoordelijkheid deze roemrijke bladzijde uit de Russische geschiedenis nu opnieuw bezoedeld raakt. Op 6 augustus trok het Oekraïense leger namelijk de grens met Rusland over, de regio Koersk in. De Russische autoriteiten moesten er in grote haast meer dan honderdduizend burgers evacueren, terwijl Oekraïne tientallen kilometers terreinwinst boekte. De Russische media, die over het algemeen het lied zingen waarvoor het Kremlin de bladmuziek aanreikt, toonden zich de afgelopen dagen opvallend kritisch over het falen van de staat.
Het offensief bij Koersk is beperkt van omvang, maar niet van strategisch belang ontbloot
De Russische commissaris voor de mensenrechten heeft de Verenigde Naties gevraagd de Oekraïense acties te veroordelen. Dit verzoek is naast schaamteloos ook kansloos. Juridisch gezien zijn er geen belemmeringen voor de Oekraïense inval; het internationaal recht staat deze militaire actie toe. Dat neemt niet weg dat Russische burgers nu te maken krijgen met gevechten in hun omgeving. Op het Oekraïense leger rust de verantwoordelijkheid om zich bij deze operaties niet schuldig te maken aan het soort oorlogsmisdaden waarvan in Oekraïne zelf zoveel onschuldige mensen slachtoffer zijn geworden.
Het offensief bij Koersk is beperkt van omvang, maar niet van strategisch belang ontbloot. De Russische legerleiding zag zich de afgelopen dagen genoodzaakt versterkingen naar de regio te sturen. Deze eenheden zijn daardoor niet inzetbaar voor de strijd op Oekraïens grondgebied.
Behalve de tactische en strategische successen die Oekraïne rondom Koersk kan boeken, is de belangrijkste winst van deze inval misschien wel een psychologische. Eindelijk, zo zullen veel Oekraïners denken, vangen ze niet alleen klappen op, maar delen ze ook uit. Het is funest voor het moreel als een land in oorlog permanent in het defensief is. De Britse premier Winston Churchill begreep dit als geen ander. Hij liet daarom kleinschalige acties uitvoeren nadat de Duitsers in 1940 Europa onder de voet hadden gelopen. Het militair nut ervan was beperkt, maar het gaf de Britten een oppepper in een tijd dat de toekomst er donker uitzag.
Het Oekraïense offensief betekent een escalatie van de vijandigheden, een escalatie waarbij mogelijk ook westerse wapens worden gebruikt, maar Oekraïne kan niet winnen door alleen maar te verdedigen. De geschiedenis zal leren of de inval bij Koersk het einde van het begin van deze door Rusland ontketende oorlog is, of slechts een voetnoot in een zich nog jaren voortslepend conflict.