Toezichthouder: Cardiologen plaatsen te vaak en onnodig hartapparaten in patiënten

Medische ingrepen Cardiologen moeten minder snel hartapparaten (ICD’s) plaatsen, patiënten beter voorlichten en voorzichtiger te werk gaan, vindt het Zorginstituut. Jaarlijks zou zo 20 miljoen euro kunnen worden bespaard, denkt de toezichthouder.

Cardiologen plaatsen te veel ICD's.
Cardiologen plaatsen te veel ICD’s.

Foto Getty Images

Nederlandse cardiologen plaatsen te vaak hartapparaten in patiënten zonder dat de overlevingskansen daardoor verbeteren. Tegelijkertijd lopen patiënten onnodig risico door die operaties.

Dat concludeert toezichthouder het Zorginstituut na uitgebreid onderzoek naar implanteerbare defibrillatoren, de zogeheten ICD’s. Cardiologen krijgen de opdracht om minder snel deze hartapparaten te plaatsen, patiënten beter voor te lichten en voorzichtiger te werk te gaan.

Een ICD geeft een schok bij een levensbedreigende hartritmestoornis, waardoor een plotse hartdood kan worden voorkomen.

Het is uitzonderlijk dat de toezichthouder zo ingrijpt in de werkwijze van medisch specialisten. Het Zorginstituut speelt een belangrijke rol bij wat wel en wat niet vergoed wordt in de basispolis van de ziektekostenverzekering.

Normaal gesproken stellen experts uit de sector zelf de medische richtlijnen vast voor hoe aandoeningen moeten worden behandeld. Maar over de richtlijnen voor het plaatsen van hartapparaten bestaat al jaren discussie. Al in 2010 waarschuwde een cardioloog in NRC voor het „bijna ongelimiteerd” preventief implanteren van ICD’s waarbij financiële motieven een rol kunnen spelen.


Lees ook: Corruptieonderzoek naar cardiologen richt zich op Duitse hartapparaten

Uitbundig plaatsen

Volgens critici zijn de richtlijnen te vaag en te ruim waardoor onnodig veel ICD’s worden geplaatst. Verzekeraars en ziekenhuisbesturen kunnen door de ruime richtlijn cardiologen moeilijk aanspreken op het uitbundig plaatsen van ICD’s.

Het Zorginstituut grijpt nu in door de sector opdracht te geven de richtlijn aan te scherpen. Jaarlijks krijgen circa 6.000 mensen in Nederland een ICD. Volgens het Zorginstituut heeft 83 procent van de patiënten die een ICD krijgen nog nooit eerder een „ernstige ritmestoornis” gehad.

Vooral de patiënten met hartproblemen die niet veroorzaakt worden door zuurstofgebrek zouden onnodig vaak ICD’s krijgen. Het gaat om ruwweg een derde van alle ICD-plaatsingen die fors omlaag zouden kunnen. De apparaten worden ook te vaak preventief geplaatst, zonder duidelijk medisch voordeel voor de patiënt, eerder nadelig.

De apparaten worden te vaak preventief geplaatst, zonder duidelijk medisch voordeel voor de patiënt

NRC onthulde vorig jaar dat in het Zwolse ziekenhuis Isala de meeste ICD’s van Nederland worden geplaatst. Enkele cardiologen van dit ziekenhuis zijn in opspraak vanwege verdenkingen dat zij zijn omgekocht door Biotronik, een Duitse fabrikant van pacemakers en ICD’s.

Operaties geven het risico van complicaties en als de apparaten eenmaal geplaatst zijn, kunnen ze ontstekingen veroorzaken of ten onrechte een schok afgeven. Artsen en ziekenhuizen geven patiënten op dit moment onvoldoende voorlichting over de risico’s, zegt het Zorginstituut. Met een ICD mag je geen bus of vrachtwagen besturen, of beroepsmatig glazenwassen. Als je stervende bent, moet de ICD op tijd worden uitgezet, om te voorkomen dat het apparaat schokken blijft geven.

Met een ICD mag je geen bus of vrachtwagen besturen, of beroepsmatig glazenwassen.
Foto Getty Images

Bij 8 procent van de patiënten treden binnen 2,5 jaar „ernstige complicaties” op, een percentage dat het Zorginstituut „hoog en ongewenst” noemt. Maar dat getal staat op geen enkele ziekenhuiswebsite. „Het is belangrijk dat er reële voorlichting komt waar naast de voordelen ook de nadelen van een ICD benoemd worden.”

Jaarlijks is de samenleving 130 miljoen euro kwijt aan de ICD’s. De toezichthouder verwacht dat er naast de gezondheidsvoordelen 20 miljoen per jaar kan worden bespaard als de praktijk wordt verbeterd en er meer passende zorg bij ICD’s wordt toegepast.

De Nederlandse Vereniging voor Cardiologie was donderdagmiddag nog niet bereikbaar voor commentaar.