Het juiste doen is geen optie voor met machete zwaaiende straatjongens in ‘Los Reyes del Mundo’

Het zijn ettertjes, maar ettertjes van wie je gaat houden, de hoofdpersonen van Los Reyes del Mundo (De koningen van de wereld). We leren hen kennen terwijl ze zwaaien met machetes in de straten van Medellin, in de lak van vrachtwagens krassen en lijm snuiven. Maar waarom zouden ze zich anders gedragen, denk je gauw, het leven heeft hun sowieso weinig te bieden, ongeacht de keuzes die ze maken.

De tweede speelfilm van Laura Mora Ortega brengt deze troosteloze boodschap in vaak sprookjesachtige beelden. Het groepje thuis- en toekomstloze jongens onderneemt een roadtrip. De negentienjarige Rá (Carlos Andrés Castañeda) heeft de documenten verkregen die verklaren dat hij volgens de Colombiaanse restitutiewetgeving recht heeft op een lapje grond dat ooit werd afgenomen van zijn grootmoeder. Met z’n vijven gaan ze het land opeisen, een plek creëren voor zichzelf.

De casting van de niet-professionele acteurs is fenomenaal. Er is de charismatische negentienjarige Rá, de natuurlijke leider van de vijf, met een gezicht dat afwisselend kinderlijke hoop en woede uitstraalt. Maar mooi is dat je ook bij de andere jongens begrijpt waarom ze zich nergens thuisvoelen, behalve bij elkaar, zonder dat er ooit expliciet wordt ingegaan op hun verledens. Zo wordt de zwarte Nano door landgenoten geregeld racistisch bejegend, maar niet door het vijftal. Opdondertje Winny nemen ze ook serieus. De speelse of soms agressieve dynamiek tussen de vijf straatjongens voelt authentiek.

Ook de landschappen waar ze doorheen trekken komen even realistisch als hypnotiserend in beeld. De camera glijdt eindeloos langs dichtbegroeide heuvels en mistige dalen, waar de jongens zelf met bewondering naar kijken – al ligt dat soms ook aan wat ze zojuist hebben geslikt. De reis brengt hen in contact met tederheid op onverwachte plekken en er zijn magisch-realistische momenten – zoals het witte paard dat af en toe opduikt. Even vaak worden ze geconfronteerd met het recht van de sterkste. Ook de soundtrack draagt bij aan de combinatie van schoonheid en bittere realiteit: dan weer is hij amper aanwezig – zoals wanneer de jongens de dood tarten door op hun afgeleefde fatbikes een steile helling af te racen en je enkel de wind om hun oren hoort zoeven – dan weer maakt hij met een goedgeplaatste popsong totale desillusie invoelbaar. Het resultaat is een beeldschone, wrede film die nooit uitleggerig voelt, maar wel duidelijk maakt dat kiezen voor het juiste niet voor iedereen een optie is.