Tv-recensie | Seks en geweld bij bijen – het gebeurt recht onder onze neus

Deukie is een wilde bij. Zij is een distelbehangersbij om precies te zijn. Ze leeft alleen in een houtgat in de tuin van de Britse natuurfilmer Martin Dohrn. Haar huis heeft ze netjes behangen met blaadjes. Op een bedje van distelstuifmeel legt Deukie een ei.

Martin Dohrn reist de hele wereld rond om verbluffende natuurfilms te schieten voor bijvoorbeeld BBC en National Geographic. Maar tijdens de coronapandemie zat hij thuis in quarantaine en besloot hij zijn camera’s te richten op de eigen achtertuin. Daar ontdekte hij meer dan zestig soorten wilde bijen. De bijenwereld legde hij vast in de PBS-documentaire My Garden of a Thousand Bees (herhaling, NPO 2).

Honingbijen wonen samen in grote groepen rond een koningin. Maar wilde bijen zijn juist single. Net als in grootse, exotische natuurfilms richt Dohrn zich op seks en geweld. We zien de mannetjesbijen flink stuntelen, ze bespringen bijvoorbeeld per ongeluk een vlieg of een mier. Tot ze de slag te pakken hebben en een vrouwtje van hun eigen soort uit een bloemkelk trekken. Daar beginnen ze met hun harige poten teder de voelsprieten van het vrouwtje te aaien. Het geweld komt vooral van andere bijensoorten en van spinnen. Maar die pakken alleen de „slome en stomme bijen” zegt Dohrn vergoelijkend.

Lekker rustgevende film, een tikje saai zelfs, die aantoont dat je niet naar de tropen of de diepzee hoeft om opzienbarend dierenleven te zien. Het wonderlijke leven der wilde bijen voltrekt zich onder onze neus. Je moet er alleen even voor gaan zitten, met een enorme macro-lens.

Na een maandje in de tuin begint Dohrn echt van zijn bijen te houden. Sommige geeft hij een naam. Deukie is zijn lievelingsbij. Maar hij houdt ook van Buurvrouw, Laatkomer en Eéntenne. Ze hebben allemaal een eigen karakter, stelt hij. Zo stort Eéntenne zich vaak in een burenruzie, vermoedelijk omdat hij een voelspriet mist en weleens het verkeerde huis in vliegt. Dohrns handen jeuken om in te grijpen, maar je weet nooit in wat voor ingewikkelde situatie je dan treedt, redeneert hij. Dus laat hij het de bijen zelf uitvechten.

Politieagent van de wereld

In het Witte Huis zitten ze ook geregeld te kijken naar de hommeles in de achtertuin, met de prangende vraag: moeten we ingrijpen of niet? De achtdelige documentaireserie The Corridors of Power blikt terug op brandhaarden van de afgelopen dertig jaar waarbij het Amerikaanse leger ingreep of dat overwoog. Het uitgangspunt: na de val van de Sovjet-Unie werden de VS de politieagent van de wereld die militair moest ingrijpen bij dreigende genocide of andere ernstige schendingen van de mensenrechten.

Eerder behandelde de reeks de oorlogen in Irak, Joegoslavië, Rwanda en Darfur. Deze week zijn we bij Libië 2012 aanbeland. Wederom heeft de Israëlische regisseur Dror Moreh indrukwekkend veel kopstukken van de Amerikaanse regering voor de camera gekregen, met dit keer als hoofdgast Hillary Clinton, toenmalig minister van Buitenlandse Zaken. Tijdens de Arabische Lente wilde Obama de bevolking van de Libische stad Benghazi beschermen tegen dictator Gaddafi. Dat leidde tot de dood van de dictator en een burgeroorlog, waarna Obama niet meer wist hoe hij verder moest. De voice-over van Meryl Streep concludeert: „De VS kunnen een politieke orde omverwerpen maar missen vervolgens het geduld, de wijsheid en de wil om iets nieuws op te bouwen.”

Fascinerend om al die hoofdrolspelers zo uitgebreid te horen terugkomen op de crises van weleer. Maar het uitgangspunt van de documentaire blijft een probleem. Moreh stelt het hele idee van de VS als „politieman van de wereld” niet ter discussie. Hij gaat ervan uit dat het Amerikaanse buitenlands beleid louter wordt gedreven door morele motieven en vindt dat de regering te traag en te weinig ingrijpt. Terwijl je bij veel Amerikaanse interventies juist denkt: was maar thuisgebleven.