Tijdens de volksopstand in Bangladesh klom een demonstrant op een standbeeld om met een bijl in te hakken op het hoofd. Alleen de brillenpoot brak, verder haalden de bijlslagen niet veel uit. Het standbeeld is van Sheik Mujib, de vereerde vader des vaderlands. Maar hij was ook de vader van Sjeik Hasina, de gehate premier die maandag het land ontvluchtte, dus werd zijn standbeeld meegenomen in de volkswoede.
Het deed denken aan het beeld van de Iraakse president Saddam Hoessein dat werd neergehaald na diens val, of de Lenin-beelden die sneuvelden na de val van de Sovjet-Unie. Standbeelden dienen om nationale helden te eren, maar als de wind draait, worden ze gretig van hun sokkel getrokken.
In de VPRO-reeks Ministerie van standbeelden (NPO 3) gaan komiek Mo Hersi en historicus Manon Portos Minetti langs beelden waarmee iets aan de hand is, bijvoorbeeld omdat de held genocidale neigingen had. Ze beginnen in Hoorn bij het standbeeld van Jan Pieterszoon Coen. Sinds de Black Lives Matter-beweging van 2020 klinkt steeds luider de roep om het standbeeld weg te halen, als ongewenst koloniaal symbool.
Dit is een NPO 3-documentaire, en die moeten snel en flitsend zijn, dus erg lang blijft Hersi niet in Hoorn. Fluks schakelt hij naar een geel-wit beeld van een sombere puber. Dit reizende standbeeld vraagt aandacht voor de geestelijke nood van jongeren. Op iedere nieuwe standplaats wordt het beeld bedolven onder de bloemen, kaarsen en foto’s van kinderen die ten onder gingen aan geestesziektes.
Hersi zei in de Volkskrant dat hij niet gelooft in het neerhalen van omstreden beelden als dat van Coen. Hij steekt liever zijn energie in het creëren van nieuwe standbeelden, bij voorkeur van vrouwen en helden van kleur, die er ook op dit gebied bekaaid vanaf komen. Zo was Hersi de stuwende kracht achter een nieuw standbeeld in Almere voor de Curaçaose zwemkampioen Enith Brigitha. Ze was de eerste zwarte vrouw van Nederland die een olympische medaille won en de eerste die een standbeeld kreeg.
Ik hoop dat ze in de komende afleveringen ook het standbeeld behandelen van Michael Jackson dat een tijdje bij de McDonald’s in het Brabantse Best stond. Sinds de popzanger in 2019 postuum werd ontmaskerd als pedofiel staat het gevaarte ergens te verpieteren in een loods.
In de documentaire Hitsville – de geboorte van Motown (herhaling, NPO 2) zien we Jackson aan het begin van zijn carrière. Het negenjarige kind doet in 1968 auditie bij het toonaangevende soullabel. De stem, de danspassen; alles ziet er dan al moeiteloos virtuoos uit.
Sterke documentaire waar ik enorm van heb genoten. Oprichter Berry Gordy, inmiddels 94 jaar, opent met een verhaal over zijn eerste krantenwijk. Hij verkocht een zwarte krant maar besloot hem in een witte buurt te slijten. Met succes. Toen hij echter de volgende dag met zijn broertje terugkwam, verkochten ze niets. Les: „Eén zwart kind is schattig, twee zijn een bedreiging voor de buurt.”
Wat hij met Motown deed was ongeveer hetzelfde: zwarte soulzangers oppoetsen zodat ze acceptabel waren voor de witte markt. Dat zat niet alleen in de gepolijste, swingende sound, maar ook in de keurige kleding en in de lessen die de artiesten kregen in houding, spraak en etiquette. Zwarte muzieksterren waren er al sinds de jaren twintig, maar die moesten doorgaans voor witte bazen werken. Motown was het eerste miljoenenbedrijf dat in zwarte handen was.
Hebben Berry Gordy en zijn sterren al een standbeeld? Motown- zanger Marvin Gaye heeft er al twee. Eén in Washington en één in de Belgische badplaats Oostende. Nu maar hopen dat zijn reputatie bestendiger is dan die van Jackson, Lenin en Coen. Anders zal ook hij op een dag van zijn voetstuk vallen.