Stadsvrouw met burn-out ontmoet rustieke kerel: de rest weet je

Peak Season heeft alle ingrediënten voor een romantische ‘dramedy’ of romkom. Het New Yorkse koppel Amy en Max viert vakantie in het mooie Jackson Hole, Wyoming. Welgestelde Oostkust-elite: hun vakantiehuisje is een en al Zweedse eenvoud, terloops vallen woorden als ‘Georgetown’ en ‘lacrosse’. Amy en Max staan op punt van trouwen, maar Amy heeft een burn-out en bedenkingen. Ze ergert zich aan Max’ gesnurk en kijkt meesmuilend naar zijn lachwekkende fitness-routines. Niet dat de door zijn laptop en mobieltje geobsedeerde Max daar iets van merkt, daarvoor is hij te arrogant.

Dus wanneer de rustieke en relaxte Loren zich aanbiedt, weet je het wel. Hij leert toeristen vliegvissen, Max ziet hem hooguit als authentieke inboorling. Moet Max plots weg – drukdrukdruk – dan kunnen Amy en Loren tegen een decor van majestueuze bergtoppen naar hartelust hiken en rodeo’s bezoeken, alsmede rond kampvuren drinken met echte mensen. Een miserabele, vervreemde stadsdame die het goede leven ontdekt: zoiets kan maar op één manier eindigen.

Denk je, maar dit is ook een ‘Indie’, een onafhankelijke film die wat te vertellen heeft. Dus gaat het ook een beetje over het dedain van de Amerikaanse elite voor ‘fly over people’ zoals Loren, die op zeker moment met zijn MAGA-achtig rode petje verlangend naar Amy’s vliegtuig in de lucht kijkt. En over vrijheid, die Amerikaanse obsessie. Hoe vrij is Amy om haar hart te volgen? En hoe vrij is Loren, die zichzelf wijsmaakt dat met je hond in een auto leven een levensstijl is? Beiden zijn radertjes in de kapitalistische machine.

Ondanks die genuanceerde, fatalistische blik op wat liefde zoal vermag in een grotere sociaal-economische context voelt Peak Season wat dunnetjes: een behaagzieke vakantieflirt met grof getekende personages die chic probeert te doen en niet de juiste balans tussen humor en ernst vindt.