Scheve schutting, wegzakkende tegels, maar de klant liet het liever door een ander herstellen

De zaak

De hovenier renoveerde de tuin, zijn klant betaalde daarvoor ruim 11.000 euro. Maar al gauw kwamen er kieren in de nieuwe beschoeiing, waardoor zand naar de buren liep, tegels wegzakten en schutting en schuttingpoort scheef gingen staan.

De klant schakelde een advocaat in. Die somde in een brief de problemen op en gaf de hovenier vier weken om de gebreken te herstellen. Waarop de hovenier antwoordde dat hij aan die kieren niks kon doen, hij had al gezegd dat ze geen houten schoeiing, maar betonnen randen moesten nemen. Die schutting was inderdaad een probleempje dat hij graag wilde oplossen. En de poort was waarschijnlijk makkelijk te stellen, daar kon hij naar kijken. Hij deed een voorstel om langs te komen.

Maar dat hoefde van de klant niet meer. De advocaat schreef de hovenier dat de klant advies ging inwinnen bij een derde, omdat de hovenier maar een deel van de klachten wilde oplossen.

Diezelfde dag antwoordde de hovenier de advocaat: „Ik geef aan dat normaal gesproken wij geen garantie kunnen geven op het werken van hout. Hout werkt nu eenmaal.” Maar dat hij niet alle klachten wilde oplossen „zie ik nergens staan. Ik word niet in de gelegenheid gesteld om het op te lossen en dat is dan ook uitermate teleurstellend”, aldus de hovenier.

Ruim anderhalve maand later had de klant de schade door een ander laten herstellen. De hovenier kreeg de rekening gepresenteerd: een dikke 5.000 euro. Die weigerde te betalen en de klant stapte naar de kantonrechter.

De uitspraak:
vordering afgewezen

De kantonrechter wijst op de regels over ‘verzuim’ in het contractenrecht. Als je ontevreden bent over een prestatie die de andere contractpartij heeft geleverd, kun je als schuldeiser niet pardoes schade claimen. Je moet de ander eerst schriftelijk ‘in gebreke stellen’, waarbij je hem een redelijke termijn geeft om het contract alsnog deugdelijk na te komen. Pas als hij dat niet doet, is de ander ‘in verzuim’ en kun je in plaats van de prestatie schadevergoeding vorderen.

In dit geval had de klant het aanbod van de hovenier om bij hem langs te komen niet mogen afwijzen. Voor zover de klant uit de eerste reactie van de hovenier had afgeleid dat die niet bereid was alle problemen op te lossen, had hij later duidelijk gemaakt daar wel toe bereid te zijn.

Nu de klant de hovenier niet de gelegenheid had gegeven de herstelwerkzaamheden binnen de gegeven termijn uit te voeren, was er sprake van ‘schuldeisersverzuim’ van de klant. Daardoor raakte de hovenier zelf niet ‘in verzuim’ en hoeft hij de schadevergoeding niet betalen.

Het commentaar

„Als je niet tevreden bent over een gekocht product of over een dienst die je is geleverd, dan is het belangrijk te weten dat je niet alleen rechten maar ook plichten hebt”, zegt Charlotte Pavillon, hoogleraar privaatrecht aan de Rijksuniversiteit Groningen. „Je moet de andere partij schriftelijk de gelegenheid geven om het alsnog in orde te maken. En daar moet je ook een redelijke termijn voor geven.”

Hoe lang de termijn is die je de verkoper of opdrachtnemer moet geven, hangt af van de omstandigheden. Pavillon: „In de zaak die hier speelde zou het onredelijk zijn om te zeggen: ik wil dat het morgen in orde is. Maar als een heftige lekkage na een reparatie onmiddellijk weer opspeelt, kan de termijn wél heel kort zijn.”

Als de prestatie niet meer geleverd kan worden, dan hoef je geen termijn voor herstel te geven. Je kunt dan meteen vervangende schade vorderen.

Charlotte Pavillon: „Denk bijvoorbeeld aan een bakker die de bruidstaart niet op de trouwdag bezorgt. Maar je hoeft ook geen termijn te geven als je wederpartij zegt: bekijk het maar, ik ga niks doen.”

In dit geval namen de klanten te gemakkelijk aan dat die laatste situatie zich voordeed.

Pavillon: „De hovenier leek in het uitspreken van zijn frustratie naar een deel van de mankementen niet te willen kijken, maar hij kwam daar snel op terug. De klanten hadden óf bevestiging moeten vragen dat hij een (belangrijk) deel niet ging oplossen, óf even pas op de plaats moeten maken. Als ze zijn aanbod om langs te komen hadden aangenomen, hadden ze het kunnen bespreken en waren ze er misschien prima uitgekomen.”

Maar mensen hebben ook niet altijd zin om iemand die ze van broddelwerk beschuldigen weer toe te laten. „Natuurlijk, soms ben je boos, teleurgesteld, je hebt het geduld niet meer, maar dan is het toch een kwestie van rustig afwachten, geen rare sprongen maken en duidelijk communiceren.”

Ontneem je je contractpartij de mogelijkheid zijn part of the deal alsnog volledig na te komen, dan heet dat ‘schuldeisersverzuim’. Pavillon: „Je kunt het ook ‘nakomingsfrustratie’ noemen: je maakt het de ander onmogelijk om aan zijn verplichting te voldoen. En dat kan je duur komen te staan, want dan zijn de kosten voor je eigen rekening.”

Uitspraak: Kantonrechter van de Rechtbank Rotterdam, locatie Dordrecht, 11 juli 2024, ECLI:NL:RBROT:2024:6366