Onder (oud-) Frankrijk-correspondenten is het getormenteerde gezicht van Alain Finkielkraut een terugkerend onderwerp van gesprek. De conservatieve filosoof deed zich de laatste jaren nadrukkelijk gelden als ondergangsdenker. Migratie, islam, ‘le wokisme’, hij ziet ze allemaal als tekenen van nationaal verval en culturele decadentie. Ik zie zijn gezicht nog betrekken toen ik gedurende een interview eens over de rapteksten van Médine begon – een bekende Franse rapper.
We zaten vijfhoog in de rue Vavin, op enkele passen van de Jardin du Luxembourg. Eerst was er de verzuchting, vervolgens de handen die ten hemel gingen en tenslotte een van pijn doortrokken grijns. Over rap sprak Finkielkraut zonder omhaal als ‘verbale kots’. Daar kon je het mee oneens zijn. Maar die pijn, die was echt.
Toen de polemiek over de openingsceremonie van de Olympische Spelen in Parijs oplaaide moest ik zo nu en dan aan die ontmoeting terugdenken. Het Olympisch vuur was nog niet aangestoken of op sociale media ontstond al ophef over een tableau vivant met drag queens, waarin critici een persiflage van Da Vinci’s Laatste Avondmaal in zagen. De scene met de drag queens duurde al met al nog geen anderhalve minuut, maar een mondiale rel was geboren.
Glory holes
De organisatie zei eerder deze week niemand te hebben willen kwetsen, maar de golf van verontwaardiging rolt onverminderd door, zelfs nu kunsthistorici er overtuigend op hebben gewezen dat het tableau vivant geen christelijke referentie was, maar verwees naar Griekse goden. Conservatieve christenen en radicaal-rechtse commentatoren lieten luidruchtig van zich horen. Beschuldigen van ‘perversie’ en ‘decadentie’ zijn niet van de lucht.
De Amerikaan Rod Dreher, een invloedrijke christelijk-orthodoxe blogger en boegbeeld van de illiberale contrarevolutionaire beweging die het Hongarije van Viktor Orbán als thuisbasis ziet, ging zover te stellen dat de Franse president Emmanuel Macron de Olympische ringen had getransformeerd tot glory holes – een seksuele praktijk waarbij mannen zich via een gat in de muur laten bevredigen.
Finkielkraut reageerde via het conservatieve dagblad Le Figaro. Waar ikzelf tijdens de openingsceremonie Franse elegantie, durf en een scheutje Verlichting had gezien klaagde hij over het gebrek aan schoonheid en de geest van ‘woke’ waar de vier uur lange opvoering naar zijn idee doortrokken was. In gedachten zag ik hem naar zijn hoofd grijpen. Vervelend voor hem, maar wat moet je ermee?
De verheerlijking van perversiteit
Het was een vraag die me ook bekroop toen ik de stroom aan posts zag die Telegraaf-journalist Wierd Duk de wereld in stuurde op X (Duk heeft hier zo’n 200.000 volgers). De openingsceremonie waar zoveel mensen van hadden genoten zag hij als „perversie” en als „onderdeel van de huidige tsunami aan woke pogingen om het Westen, onze geschiedenis, tradities, onze gebruiken, normen en waarden te ondermijnen”. In een andere post sprak Duk van „de decadente zwakte” die het Westen hiermee zou tonen, „de verheerlijking van perversiteit”.
Was dit serieus? Vanwege een drag queen? Ik kan me de tijd herinneren dat rechts dit juist gevierd zou hebben als symbool van een zogenaamd Verlicht Westen dat door de oprukkende islam zou worden bedreigd. Tegelijk is het veelzeggend voor de angst die er onder de illiberale contrarevolutie zit die het Westen in de greep heeft, en die radicaal-rechts op tal van plekken in het centrum van macht heeft geplaatst – om te beginnen in ons eigen land.
Angst als irrationeel afdoen
Het is de vrees om te verdwijnen, als beschaving, als cultuur, als gemeenschap, als kleur. Het is een spectrum waarvan de grenzen fluïde zijn: het gaat van de vossenjacht die wordt verboden tot achterblijvende geboortecijfers van witte baby’s. Die angst als irrationeel of ongefundeerd afdoen is niet begrijpen waar angst over gaat.
In mijn recent verschenen boek Opstand vergelijk ik het met de angst voor een muis. De muis als zodanig is niet gevaarlijk, maar dat maakt de angst die sommige mensen ervoor hebben niet minder echt. Zeker is dat wat je krijgt wanneer je de wereld louter ziet in culturalistisch-identitaire termen en ook dat we dat als samenleving de afgelopen decennia in toenemende mate zijn gaan doen. Het schema is steeds hetzelfde: linkse, progressieve elites hebben geen oog voor de eigen cultuur, tradities en religie. Daarmee maakt het Westen zich kwetsbaar voor indringers die dit wél hebben, in casu moslims. Het veelgehoorde commentaar dat de organisatoren van de Olympische openingsceremonie de islam niet zouden durven beledigen is in dat op zicht veelzeggend, en tekent zowel de vrees als de heimelijke bewondering die contemporaine illiberale cultuurcritici hebben voor de islam als zogenaamd zelfbewuste cultuur.
Lees ook
Openingsceremonie vraagt júist om christelijke waardering
De impuls was lang om dit soort denken tegen te spreken, om op reactieve wijze in de ontkenning te gaan en te zeggen dat het allemaal wel meevalt. Maar het probleem is dat je binnen het culturalistisch-identitaire schema blijft.
Ondergangdenkers
Het gaat erom de zaken tot de juiste proporties terug te brengen, van de muis weer een muis te maken zeg maar. Het alternatief is om niet de ondergangsdenkers het debat te laten bepalen, maar om een eigen verhaal te kiezen en daarna niet meer achterom te kijken. De democraten in de Verenigde Staten doorzien dat inmiddels. Zij laten MAGA voor wat het is, en komen met eigen toekomstvisioen, hoopvol en optimistisch. Iemand die vastzit in doemdenken, verongelijktheid en misplaatst slachtofferschap ga je toch niet redden. Ik zag het eerder bij Finkielkraut. Uit een peiling bleek dat 86 procent van de Fransen de openingsceremonie een ‘succes’ vond. Tegenspreken is ondoenlijk; wél is het goed om deze ondergangsprofeten te zien voor wat ze zijn. Niet zozeer gevaarlijk, als wel een beetje sneu.