Eerst mocht hij Iran niet verlaten, nu hebben ze liever dat hij niet terugkomt. Regisseur Ali Ahmadzadeh (1986) maakte al drie films in het ondergrondse circuit van Iran. Maar met de vierde besloot hij „radicaal” te worden. „Ik was altijd kritisch. Nu wilde ik met alle regels breken, al de censuur tegengaan.”
Het in het geheim opgenomen Critical Zone bevat smokkel, vrouwen zonder hijab, seks en heel veel drugs. Toen de film op het filmfestival van Locarno het Gouden Luipaard won, de prijs voor Beste Film, kon Ahmadzadeh er niet bij zijn: Iran gaf hem geen toestemming. Na het festival mocht hij vertrekken. Sindsdien reist hij rond door Europa. „Ze vinden mij een probleem.”
Hij is opmerkelijk relaxed voor een man zonder thuis. Ahmadzadeh leunt achterover – zomerzweet op zijn voorhoofd, borstharen als krulveren uit zijn overhemd – en giechelt vaak om serieuze onderwerpen: „Je mag zelfs geen bier in Iran!” Hij videobelt vanuit Parijs, waar hij tijdelijk verblijft. „Ik ben een ondergrondse filmmaker. Dus ik leef altijd in het nu. Of ik ooit terugga naar Iran, hangt van de politiek af. Eigenlijk leven alle Iraniërs in afwachting. Moeilijk? Avontuurlijk is een beter woord!”
Het echte leven
Ahmadzadeh maakt al zestien jaar ondergrondse films in Iran. „Het is een genre, maar ook een heel grote gemeenschap. Ondergronds speelt zich het echte leven af in Iran. Alles kan in je eigen huis, als de deuren gesloten zijn.
„Films kunnen dat laten zien. Als mensen alleen de gesubsidieerde films uit Iran zien, dan is dat het beeld dat de wereld van Iran heeft. Zo houdt de overheid controle over hoe het buitenland naar Iran kijkt. Het gaat mij om geschiedschrijving.”
Met Critical Zone wilde Ahmadzadeh dat leven laten zien. Zíjn leven. „Ik begreep plots: mijn leven is ziek. Teheran is een mix tussen een ziekenhuis en een gevangenis. We hebben geen energie meer. Jonge mensen zijn bejaard.” Lachend: „In mijn maatschappij heb je drugs nodig om erdoorheen te komen. Mijn hoofdpersonage, de dealer, is een profeet. Want voor alle dingen die niet mogen, heb je een dealer nodig. Kom jij uit Amsterdam? Ik heb alle rekwisieten voor hem in Amsterdam gekocht.”
In de film rijdt dealer Amir in zijn auto door Teheran. Langs klanten, vrienden, het vliegveld, een bejaardentehuis waar de ouderen verlamd rondwaren. Zelf heeft hij ook bijna geen persoonlijkheid. Alleen de vrouwen hebben dingen te doen: banen, missies. „Zij zijn krachtiger, dapperder. Zij vechten.” De dealer volgt slechts de opdrachten van zijn navigatiesysteem (een vrouwenstem): „Dat staat symbool voor het regime. De dictator in je hoofd. De overheid gaat in je zitten, tot je geen eigen gedachten meer hebt.”
Stiekem
De film werd stiekem gemaakt. Veel speelt zich in een auto af, met camera’s op het stuur of verborgen op het dashboard. Of binnenshuis, in het kleine, gehorige appartement waar Ahmadzadeh leefde en monteerde. „In een tijdsbestek van zes maanden filmde ik Critical Zone alsof het tien korte films waren. Zonder geld. Met veel hulp van vrienden. Het was heel emotioneel voor ons omdat het zo echt was.”
Kort na het filmen brak de coronapandemie uit. Ahmadzadeh werkte vervolgens drie jaar alleen aan de film. Hoe hij dat bekostigde? „Ik had één laptop en ik deed af en toe montageklussen. Maar voor de rest weet ik het niet…” Weer lachend: „Veel mensen hebben geen baan in Iran. Ik heb geen idee hoe dat kan, maar we leven toch goed.”
Van die drie jaar besteedde hij twee jaar aan het indrukwekkende geluidsontwerp. Het geluid is mystiek, gelaagd, overweldigend, dreigend. Het maakt de geluiden van de stad mat, alsof het ‘echte leven’ op grote afstand plaatsvindt. Ahmadzadeh: „Misschien is het geluid de hoofdpersoon van mijn film. Hij draait om atmosfeer en vertelt twee verhalen. In Teheran is er altijd lawaai: auto’s, mensen die ruzie maken omdat iedereen altijd boos is. En tegelijkertijd wilde ik een soort magische trip laten horen: wat er gebeurt in het hoofd.”
Even later: „Heb je The Zone of Interest gezien? Die won de Oscar voor geluidsontwerp… Ik vond dat van mij beter! Zij hadden slechts één idee.”
Hoopvol
Terwijl Ahmadzadeh aan de film werkte, verlieten alle medewerkers Iran: naar Europa. Voor een groot deel wegens de Woman, Life Freedom-protesten na de dood van Mahsa Amini en de daaropvolgende politieke repressie. Alleen hoofdrolspeler Amir Poosti is nog in Teheran. Hij maakt het goed, zegt Ahmadzadeh. „Voorheen waren we misschien opgepakt, toen de film uitkwam. Het was eerst moeilijker. Maar na de protesten is veel veranderd. De overheid zit ons minder dwars dan ooit. Ze hebben nu wel iets anders aan hun hoofd.”
Ahmadzadeh is hoopvol over de toekomst. „De energie is goed. Vroeger hadden we discussies met filmfestivals. Wij vonden dat ze geen door de staat gesubsidieerde films moesten vertonen maar undergroundfilms. Ook dat is veranderd, festivals selecteren steeds meer films uit het ondergrondse circuit. De Berlinale had er één, Cannes ook één. En veel jonge filmmakers maken films die tonen hoe het leven in Iran écht is.”
Zelf keert Ahmadzadeh niet snel terug naar de ondergrondse filmindustrie in Iran. Zijn volgende film is een universele film over mensen die rondtrekken en geen thuisplaats hebben. „Ook in Europa zijn er veel mensen zonder huis, Oekraïners, Russen, maar ook westerse Europeanen. Die film kan ik overal maken.”