‘Bedrijvendokter’ Rozenboom moet 2 miljoen betalen in faillissement Miss Etam

De ondernemer die de omgevallen modeketen Miss Etam zei te willen redden, Martijn Rozenboom, heeft zich schuldig gemaakt aan onbehoorlijk bestuur. Hij is daarom aansprakelijk voor de miljoenenschulden die ontstonden nadat Miss Etam voor een tweede keer failliet ging. Dat heeft de rechtbank in Amsterdam vorige week beslist, blijkt uit een deze maandag gepubliceerde uitspraak.

De rechter heeft in de uitspraak bepaald dat Rozenboom 2 miljoen euro moet betalen, zodat de curator de schulden aan onder meer de Belastingdienst kan afbetalen. Dat bedrag kan nog veranderen. De hoogte ervan moet nog worden vastgesteld in een aparte schadeprocedure. Die procedure volgt waarschijnlijk pas nadat het hoger beroep in de zaak heeft gediend; Rozenboom heeft al aangekondigd zich niet neer te leggen bij de schadeveroordeling.


Lees ook

Deed de nieuwe eigenaar alles om Miss Etam overeind te houden, of maakte hij er ‘een puinhoop’ van?

Na een doorstart onder ondernemer Martijn Rozenboom ging de winkelketen Miss Etam opnieuw failliet.

Rozenboom is actief als opkoper van (bijna) failliete bedrijven. Naar eigen zeggen met als doel om deze door te starten, wat hem de titel ‘bedrijvendokter’ opleverde. In de praktijk gaat het echter vaak mis: onder zijn leiding mislukten onder meer de doorstarten van modemerk McGregor en keten Op=Op Voordeelshop.

Korte doorstart

Miss Etam kwam in het najaar van 2020 in handen van Rozenboom, samen met de zustermerken Expresso, Claudia Sträter en Promiss, toen de Belgische eigenaar van die modeketens was omgevallen. De doorstart duurde niet lang: vijf maanden na de overname werd Miss Etam weer failliet verklaard. De resterende driehonderd medewerkers verloren daardoor hun baan.

De rechtszaak was aangespannen door de curator in het tweede faillissement. Hij meent dat Rozenboom zich schuldig heeft gemaakt aan onbehoorlijk bestuur, door het ontbreken van een deugdelijke administratie en van financiële garanties voor het bedrijf waarin het personeel was ondergebracht.

Rozenboom is het daar niet mee eens: de doorstart zou mislukt zijn door de harde coronalockdown die vlak na zijn overname van Miss Etam werd afgekondigd. Dat had er ook voor gezorgd dat de administratie niet op orde was en dat er geen contract lag tussen de bv met het personeel en de bv waarop de inkomsten binnenkwamen van kledingverkoop. Rozenboom zou bovendien feitelijk niet de bestuurder zijn van het bedrijf: hij had een constructie opgetuigd met enkele Nederlandse bv’s en een Zwitserse vennootschap, waarvoor Nederlands recht niet van toepassing zou zijn.

Van tafel geveegd

De rechter veegt de verweren van Rozenboom van tafel. De ondernemer was de feitelijke beleidsbepaler van Miss Etam, waardoor de constructie via Zwitserland niet relevant is: „Alle beslissingen werden genomen met zijn toestemming, hij fiatteerde alle betalingen, hij sprak met de ondernemingsraad van de winkelketen”, schrijft de rechter. De rechter gaat vervolgens mee met de curator in het verwijt dat Rozenboom Miss Etam onbehoorlijk heeft bestuurd door geen administratie te voeren en door de loonbetalingen niet goed af te dekken. Daarom is hij verantwoordelijk voor de schuld die na het faillissement overbleef.

Rozenboom laat via zijn woordvoerder weten volledig vertrouwen te hebben in een hoger beroep. „We kunnen ons totaal niet in het vonnis vinden”, aldus de ondernemer. „Volgens ons is het oordeel voor een belangrijk deel gebaseerd op een onjuiste interpretatie van de feiten.”