Tien maanden na het begin van de Israëlische oorlog in Gaza groeit in het Midden-Oosten de vrees voor een nieuwe oorlog. De meest recente aanleiding is dat Israël de dodelijke raketaanval op het stadje Majdal Shams van zaterdag heeft toegeschreven aan Hezbollah, de gewapende sjiitische groepering in Libanon.
De Israëlische regering kondigde zondag aan keihard terug te zullen slaan ter vergelding van de raketaanval op een voetbalveld in het overwegend druzische stadje op de Golanhoogvlakte. Dat plateau hoort bij Syrië, maar wordt sinds 1967 door Israël bezet. Bij de raketaanval kwamen twaalf jongeren om het leven en vielen tientallen gewonden – vooral in de leeftijd tussen tien en twintig jaar.
De woede in Israël is groot. Op sociale media gingen zondag steunbetuigingen aan de druzen rond onder de leus „We are all Druze”. Premier Benjamin Netanyahu, deze week op bezoek in de Verenigde Staten, zei voor zijn terugkeer dat Hezbollah „een hoge prijs zal betalen” voor de aanval. Vanwege de raketaanval keerde hij enkele uren eerder terug dan gepland. De Israëlische generaal Herzi Halevi zei dat zijn land zich voorbereidt op „de volgende fase van gevechten” in het noorden.
Volgens Israël werd de raket afgevuurd vanuit het zuiden van Libanon. Hezbollah ontkent verantwoordelijk te zijn. Op het voetbalveldje zouden restanten gevonden zijn van een Iraanse Falaq-raket, die wordt gebruikt door Hezbollah. De groepering kondigde zaterdag aanvankelijk aan dat het inderdaad zo’n raket op de Golanhoogvlakte had afgevuurd, maar dat die was gericht op een hoofdkwartier van het Israëlische leger. Amerikaanse inlichtingendiensten gaan er volgens persbureau AP vanuit dat de raket afkomstig was van Hezbollah, maar dat de aanval mogelijk per ongeluk is uitgevoerd.
‘Dodelijkste aanval sinds 7 oktober’
Zondag verzamelden zich in Majdal Shams duizenden mensen voor de begrafenis van de jonge slachtoffers. De spiritueel leider van de druzen in Israël, Sheikh Mowafaq Tarif, sprak over „een zwarte dag voor de druzen en voor de inwoners van het noorden”.
Volgens de Israëlische regering is dit de dodelijkste aanval op het land sinds 7 oktober vorig jaar, toen Israël massaal werd aangevallen vanuit Gaza. Daarbij vielen bijna 1.200 doden. Die aanvallen leidden tot de bloedige Israëlische oorlog in Gaza, waarbij volgens de Palestijnse autoriteiten 39.000 mensen zijn gedood en die nog altijd voortduurt.
Uit solidariteit met de Palestijnen voert Hezbollah sinds de oorlog in Gaza regelmatig beschietingen uit op doelen in Noord-Israël. Tot nu toe leek het erop dat Israël en Hezbollah wilden voorkomen dat het op een volledige oorlog uitdraait.
Maar het risico op zo’n nieuwe oorlog, nu aan de noordgrens van Israël, lijkt met de ontwikkelingen van dit weekeinde te zijn toegenomen. De Israëlische krijgsmacht voerde zondag in alle vroegte luchtaanvallen uit op doelen van Hezbollah in het zuiden van Libanon, als reactie op de raketaanval. Volgens de Israëlische autoriteiten werden onder meer munitiedepots van Hezbollah getroffen.
Vorige maand escaleerden de vijandelijkheden al nadat Israël een hoge Hezbollah-commandant doodde bij een luchtaanval in Zuid-Libanon. Vergeldingsacties van Hezbollah leidden in de dagen daarna tot nieuwe Israëlische bombardementen. Aan beide zijden van de grens tussen Israël en Libanon zijn de afgelopen maanden al tienduizenden inwoners geëvacueerd vanwege de beschietingen.
Tweede front
De raketaanval van zaterdag op het Golanstadje kwam op het moment dat Israël en Hamas nog steeds trachten te onderhandelen over een staakt-het-vuren, de vrijlating van ruim honderd gijzelaars in handen van Hamas, en een einde aan de oorlog in Gaza.
Analisten wijzen erop dat de opening van een groot tweede front voor Israël serieuze risico’s met zich mee zou brengen. Het door Iran gesteunde Hezbollah beschikt over veel meer manschappen en wapens, vooral raketten, dan Hamas in Gaza. En ook die groepering wist Israël na tien maanden oorlog nog niet definitief te verslaan.
Hoewel Israël de raketaanval op Majdal Shams toeschreef aan Hezbollah, zijn er nog veel vragen, met name waarom Hezbollah een aanval zou uitvoeren op een druzische gemeenschap. Ook in Libanon en Syrië leven veel Arabisch sprekende druzen. De vraag is hoe Libanese druzen op de aanval zullen reageren. De spirituele leider van de druzen in Syrië, Sheikh Hikmat al-Hajri, veroordeelde de aanval op Majdal Shams als een „afschuwelijke misdaad”.
De ongeveer twintigduizend druzische bewoners van de bezette Golanhoogvlakte voelen zich over het algemeen nog steeds Syriër, ook al spreken velen van hen naast Arabisch ook Hebreeuws. In het noorden van Israël leven veel druzen die juist zeer loyaal zijn aan dat land. Veel van hen zijn Israëlisch staatsburger en dienen zelfs in het Israëlische leger.
‘Ongeëvenaarde consequenties’
Terwijl het oorlogskabinet van premier Netanyahu zich zondag beraadde over mogelijke vergeldingsacties tegen Hezbollah, waarschuwde Iran dat deze „ongeëvenaarde consequenties” zullen hebben.
De Israëlische minister van Defensie Yoav Gallant, die zondag Majdal Shams bezocht, zei dat Israël „de vijand hard zal raken”. De Amerikaanse minister van Buitenlandse Zaken, Antony Blinken, zei zondag in Tokio dat Israël het recht heeft zijn burgers te verdedigen. „Maar we willen ook geen escalatie van het conflict zien.”
Daar zinspeelde ook het Syrische ministerie van Buitenlandse Zaken op. Dat land houdt Israël „volledig verantwoordelijk voor deze gevaarlijke escalatie in de regio”.
Gedurende het weekend gingen de Israëlische strijdkrachten verder met hun aanvallen in Gaza. Bij Israëlische beschietingen bij onder meer Rafah vielen zaterdag volgens Palestijnse gezondheidsorganisaties zeker 66 doden. Ook ten oosten van Khan Younis werd volgens getuigen zwaar gevochten. Duizenden gezinnen zijn gedwongen te vluchten. Volgens het Israëlische leger zijn tientallen Hamas-strijders gedood.
Met medewerking van Lucia Admiraal.