Kundig puinruimer Dudley Eustace wist: ‘Cash is king’

„Van slechte cijfers ga je niet failliet, failliet ga je door een gebrek aan cashflow.” Was getekend Dudley Eustace. Registeraccountant, financieel directeur, maar vooral professioneel puinruimer. Zonder de Brit had het Nederlandse bedrijvenlandschap er heel anders uitgezien.

Als (interim-)bestuurder wist hij Philips, KPN en Ahold van de ondergang te redden. Door zijn jarenlange ervaring en goede reputatie in de financiële wereld wist hij wat nodig is om een bijna failliete onderneming weer levensvatbaar te krijgen: geld in kas. Want, zo zei hij altijd: „Cash is king.” De sticker op zijn zwarte aktentas meldde: „I love cash.

Dudley Eustace (Oxford, 1936) overleed deze week op 88-jarige leeftijd.

Gentleman

Het was in 1992 dat Philips-topman Jan Timmer een noodgreep deed. Het elektronicaconcern dreigde te bezwijken onder een schuldenlast van ruim 16 miljard gulden. Timmer vond Eustace bereid te helpen. De Brit was zojuist de laan uitgestuurd bij de kwakkelende vliegtuigbouwer British Aerospace; aandeelhouders hielden hem verantwoordelijk voor een mislukte aandelenemissie.

Eustace was voor het Nederlandse bedrijfsleven een grote onbekende, en bovendien al 55 jaar oud. Het grootste deel van zijn werkzame leven (1964-1987) had hij betrekkelijk anonieme managementfuncties bekleed bij aluminiumfabrikant Alcan. Maar in zijn eerste jaar bij het Eindhovense bedrijf liet Eustace zich meteen gelden.

Hij wist Philips’ schuldenlast tot bijna 10 miljard gulden te verminderen. De Brit opende de bedrijfskas alleen nog om de opbrengst uit verkoop van bedrijfsonderdelen te storten. Hij drong investeringen en voorraden terug. Dat was geheel in lijn met zijn filosofie: eerst moet je geld in kas hebben om leveranciers en banken te kunnen betalen. De leuke dingen komen later.

Eustace bedacht de zogeheten technolease, waarbij Philips om contanten te verwerven octrooien verkocht aan de Rabobank, en deze meteen terughuurde. Voor deze fiscale constructie, waarbij de staat in feite meebetaalde aan Philips’ redding, vond Eustace in het kabinet steun bij minister Koos Andriessen van Economische Zaken (CDA).

Niet alleen binnen het bedrijf, ook daarbuiten kreeg Eustace veel waardering. Hij nam tegenover aandeelhouders en journalisten geen blad voor de mond, maar bleef wel altijd een gentleman.

Nieuwe sanering

In 1999 vertrok Eustace bij Philips. Hij had Timmer willen opvolgen, maar Cor Boonstra werd de nieuwe topman. In diens schaduw werd de Brit vicepresident, maar dat bleek nauwelijks een promotie. De verantwoordelijkheid voor de financiën ging naar Jan Hommen.

Eustace had met pensioen kunnen gaan, maar verkoos een nieuwe sanering. Telecombedrijf KPN stond rond de eeuwwisseling op omvallen. Eustace was er al commissaris, op voordracht van de rijksoverheid die grootaandeelhouder was. Met president-commissaris Ton Risseeuw kwam hij als gedelegeerde in het bestuur. Samen begonnen ze de reorganisatie die KPN langs de rand van de afgrond naar een nieuw leven leidde.

Een vergelijkbare stap maakte Eustace toen hij zijn commissariaat bij detailhandelsconcern Ahold in 2003 inwisselde voor een functie als bestuurder. Bij het moederbedrijf van Albert Heijn was een groot boekhoudschandaal aan het licht gekomen, dat topman Cees van der Hoeven en financieel directeur Michiel Meurs de kop kostte.

Eustace ging met een stofkam door de boekhouding, haalde de lijken uit de kast en herstructureerde de financiële verslaglegging. Met een aandelenemissie ter grootte van 3 miljard euro wist hij ook bij Ahold faillissement af te wenden. Nog datzelfde jaar verliet hij het bestuur weer en legde zich toe op zijn commissariaten, onder meer bij Aegon en KLM.

Bescheiden

De Brit liep toen tegen de zeventig en deed het rustiger aan, ook omdat hij bleek te lijden aan de ziekte van Parkinson. Voor zijn werk werd hij, inmiddels weer woonachtig in Engeland, in 2013 onderscheiden tot officier in de Orde van Oranje-Nassau.

In gesprek met het Het Financieele Dagblad toonde hij zich er dat jaar bescheiden onder. „Binnen de marges moet ik mijn uiterste best doen, maar uiteindelijk kan ik mijn succes niet op eigen conto schrijven. Verder lees ik altijd de necrologieën in The Times. Dan leer je wel dat er veel mensen zijn die slimmer zijn en meer hebben gepresteerd dan jijzelf. Dat is een goede methode tegen een hoofd in de wolken.”

Eustace had een vrouw en twee kinderen.



Delen