Een kandidaat die bij de Provinciale Statenverkiezingen op de lijst staat voor Forum voor Democratie (FVD) heeft op sociale media meerdere politici, onder wie minister Sigrid Kaag (Financiën, D66), bedreigd. Dat meldt Omroep Brabant woensdag. Wim Kreté uit Drunen, in maart op plek twaalf op de lijst van Forum voor Democratie voor de Provinciale Staten in Brabant, schroomde de afgelopen maanden niet om verschillende landelijke politici openlijk uit te schelden, verdacht te maken en te bedreigen. Het is niet de eerste keer dat FVD voor soortgelijke bedreigingen in opspraak komt.
Zo richtte Kreté zich in meerdere tweets op intimiderende toon tot Kaag. „Kaag, wat zul jij diep vallen straks, wanneer de bevolking wakker word. (…) Je leeft in reserve tijd, nog even Sigridje!”, schreef hij in november. Ook verzekerde Kreté haar van een „eerste rij zitplaats bij het Neurenberg-tribunaal 2.0”. „Vuil vies monster, jij komt na Rutte als tweede op het schavot. Je zult je verdiende straf niet meer kunnen ontlopen. Het volk zal geen traan om je laten, dat is verzekerd!” Ook oud-minister van Volksgezondheid Hugo de Jonge werd herhaaldelijk met dreigende taal belaagd.
In het verleden hielden meerdere politieke partijen Forum voor Democratie verantwoordelijk voor de toegenomen dreiging door Nederlandse burgers aan het adres van politici. De politieke partij zou haar achterban opstoken met complottheorieën. Het is bovendien niet de eerste keer dat een lokale politicus van Forum voor Democratie, die dinsdagavond hun lijst voor de verkiezingen bekendmaakte, in opspraak raakt. In Helmond trad eerder gemeenteraadslid Manfred Smol af, nadat bleek dat hij op sociale media Mark Rutte en Hugo de Jonge met nazikopstukken vergeleek. Ook Jan van Eerd, nummer twee voor de gemeenteraadsverkiezingen in Eindhoven bedreigde Denk-politicus Tunahan Kuzu en maakte De Jonge uit voor „massamoordenaar” op Twitter. Voor hem waren geen consequenties.
Als Nilüfer Yanya het publiek in de Melkweg toespreekt, oogt ze verlegen. Maar als de 29-jarige Britse zingt, is er van schroom geen sprake. Dat doet ze adembenemend mooi, en met de natuurlijke vanzelfsprekendheid van een ruisende waterval. In combinatie met haar vier voortreffelijke muzikanten leidde het tot een betoverend concert.
Yanya heeft een experimentele, ongrijpbare sound, die vele genres doorkruist, van soul en jazz tot rock en grunge. Ze maakt in essentie gitaarliedjes, maar gitaarliedjes die weelderig uitwaaieren, en voortdurend van richting, ritme en kleur veranderen – zoals in jazz en grunge.
Haar gitarist en medecomponist Will Archer wringt behalve mooi slepende melodieën ook de vreemdste akkoordenschema’s uit zijn instrument. De ritmesectie varieert doorlopend in tempi, ook omdat Yanya graag songs schrijft die plots uitbarsten in gitaargeweld. En dan heeft ze nog multi-instrumentalist Jazzi Bobbi aan haar zijde (dochter van Spargo-zanger Ellert Driessen), die op keyboards de gitaarsongs van een extra knisperende laag voorziet en op haar saxofoon voortdurend een portie zachte tonen door de liedjes vlecht.
Bijzondere techniek
Over dat schuimige mengsel vlijt Yanya haar hees-hoge soulvolle stem. Vaak zet ze zingzeggend in, maar als ze voluit zingt, hanteert ze vaak een bijzondere techniek, die eerder draait om klank dan om het volledig uitspreken van woorden. Dan kan de naam van Elizabeth Fraser, de etherische zangeres van de Cocteau Twins zich opdringen. Zelf noemt Yanya in interviews vaak Big Thief en Nina Simone als inspiratiebronnen voor haar zingen en schrijven.
Haar schetsmatige manier van zingen sluit aan bij haar impressionistische, poëtische manier van schrijven, die al even weinig houvast biedt. „You’re my best machine, you’re my midnight sun, always I did it for you”, luidt bijvoorbeeld karakteristiek het refrein van ‘Midnight Sun’, het prijsnummer waarmee ze het concert afsloot.
Dat lied komt van haar goed ontvangen tweede album Painless, uit 2022, die alle beloftes inloste van haar debuut Miss Universe uit 2019. Dit najaar verscheen het derde album, My Method Actor. Ook dat nieuwe album leverde weer een aantal prachtige, pakkende singles op, zoals ‘Like I say (I runaway)’ en ‘Just A Western’. Die songs kregen live een gloedvolle uitvoering, die de intensiteit van de songs nog eens extra aanzette.
Anders dan dit nieuwe album kende het concert geen enkel minder moment. In elk lied zat energie en voortdurend kon je je verbazen over het raffinement van deze band. Een groot podiumpersoonlijkheid is Nilüfer Yanya niet, maar de muziek maakt alles goed.
‘INSTORTINGSGEVAAR!! NIET BETREDEN”, zegt een waarschuwingsbord aan de rand van Sluis. Het hangt aan wat eens een monumentaal toegangshek was. De toegang en het terrein erachter zijn overwoekerd met bomen en struiken. „Hierachter ligt Het Hoompje”, zegt Arjen Drijgers, voorzitter van de afdeling Zeeland van de erfgoedvereniging Heemschut.
Het in 1909 gebouwde villacomplex met torentje en kapel was een klooster voor de zusters Franciscanen. Tot 1986 is het ook in gebruik geweest als internaat voor kinderen met een beperking. Daarna kwam het leeg te staan. Zesentwintig jaar geleden is het complex onder nummer 509259 ingeschreven als rijksmonument.
Intussen geldt Het Hoompje in erfgoedkringen als schoolvoorbeeld van een rijksmonument dat ondanks, of misschien juist wel dóór zijn speciale status al jarenlang door zijn eigenaar zo wordt verwaarloosd dat het verkrot raakt. De eigenaar is in dit geval een BV, onderdeel van het beursgenoteerde bedrijf Bever Holding, die het complex in 1992 heeft gekocht. Daarachter gaat de vastgoedinvesteerder Ronnie van de Putte schuil die in Nederland en België zo veel monumentale gebouwen heeft laten verwaarlozen dat hij de bijnaam ‘de Krottenkoning’ heeft gekregen.
Via een olifantenpaadje verderop is het mogelijk het terrein van Het Hoompje te betreden. „Ik blijf hier even wachten”, zegt Drijgers. Een bord ‘Verboden toegang’ staat er niet, maar zijn Heemschutafdeling heeft in juli 2021 aangifte gedaan van opzettelijke en stelselmatige verwaarlozing. „Daarom lijkt het me beter dat ik niet het terrein op ga.”
De muren van het complex staan nog overeind, maar alle deuren en ramen zijn weg. Overal, buiten en binnen, zit graffiti. Het trappenhuis is deels verdwenen, evenals een stuk vloer van de bovenverdieping. In het dak gaapt een groot gat. Klimop overwoekert met dikke, kale wortels de achterkant van de kapel.
Verwaarlozing
Het Hoompje is geen uniek geval, blijkt uit gegevens van de Inspectie Overheidsinformatie en Erfgoed. In de recent gepresenteerde tweejaarlijkse ‘monitor monumenten en archeologie’ staat dat volgens opgave van gemeenten 93 rijksmonumenten ‘ernstig verwaarloosd’ zijn. Dat zijn er vijf meer dan twee jaar geleden.
Leonard de Wit, die zich bij de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed (RCE) al jaren met de materie bezighoudt, is aanvankelijk geneigd het probleem te relativeren – „we hebben in totaal ruim 61.000 rijksmonumenten in Nederland” – maar vertelt toch veel tijd te stoppen in verwaarloosde rijksmonumenten. „Verwaarlozing gebeurt onder andere omdat een boer die met zijn bedrijf stopt, geen zin heeft zijn monumentale schuur te onderhouden. Of omdat een parochie geen geld heeft voor onderhoud van een kerk. Met die mensen probeer je er door praten uit te komen.” Maar er zijn volgens De Wit ook eigenaren die bewust een monument verwaarlozen, bijvoorbeeld omdat ze het gebouw willen laten slopen om er een ander, winstgevend project neer te zetten.
De eigenaar van Het Hoompje hoort tot die categorie, stellen Drijgers en De Wit afzonderlijk van elkaar. Dergelijke eigenaren hebben vaak diepe zakken en kunnen er daarom ook nog eens juridisch alles aan doen om niet aan hun verplichtingen te voldoen, luidt hun gezamenlijke conclusie. Bever Holding zelf zegt desgevraagd dat er geen woordvoerder voor commentaar beschikbaar is.
Volgens de Erfgoedwet hebben eigenaren van een rijksmonument een instandhoudingsplicht. De Wit: „Dat is geen plicht tot een alomvattende restauratie, maar het begint wel met wind- en waterdicht maken.” Aan gemeenten is al sinds de Monumentenwet van 1988 de taak om erop toe te zien dat eigenaren hun rijksmonumenten goed onderhouden. Daar zit ook een probleem: veel gemeenten hebben niet genoeg mensen, kennis en geld in huis, zeker niet voor langdurige juridische procedures.
Handhavingsactie
„Ambtenaren van Sluis wilden enkele jaren geleden wel via een dwangsom de eigenaar van Het Hoompje dwingen het gebouw niet langer te verwaarlozen”, vertelt Drijgers. „Maar uiteindelijk heeft de gemeente die laten verlopen en nooit officieel gehandhaafd.” Het dossier rondom Het Hoompje loopt al heel lang, geeft een woordvoerder van de gemeente Sluis in een reactie toe. „Dit rijksmonument wordt al tientallen jaren verwaarloosd door de eigenaar. We voerden eerder een handhavingsactie uit tegen de eigenaar. Maar dit heeft niet tot het gewenste resultaat geleid.”
In een perfecte wereld letten de provincies erop dat gemeenten hun taak als toezichthouder en handhaver goed uitvoeren. Maar ook dat gebeurt te weinig, heeft de Inspectie voor Overheidsinformatie en Erfgoed vastgesteld.
In principe kan ook justitie optreden tegen verwaarlozing van een rijksmonument, omdat dat als economisch delict geldt. „Daarom hebben we drie jaar geleden ook aangifte over Het Hoompje gedaan”, vertelt Drijgers. „Het Hof in Den Bosch heeft echter begin dit jaar bepaald dat strafrechtelijke vervolging niet opportuun is, omdat de eigenaar officieel nooit door Sluis op zijn vingers is getikt.”
Vijf jaar na Kamervragen over de uitvoering van erfgoedtaken is OCW dit jaar een programma gestart dat het toezicht en de handhaving bij gemeenten en provincies moet verbeteren, daarbij bijgestaan door de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed.
Desondanks stelt de gemeente Sluis nu dat de toestand van Het Hoompje zo slecht is, dat behoud geen zin meer heeft. De gemeente heeft daarom verzocht het complex als rijksmonument te schrappen. De Wit: „Ik heb de gemeente gezegd dat het verzoek na jarenlang zelf niet opgetreden te hebben niet zo netjes is.”
Drijgers heeft nog goede hoop. „Uit onderzoek van twee jaar geleden zou blijken dat behoud nog wel mogelijk is. Als Het Hoompje niet als monument in stand wordt gehouden, rest een ruïne die alleen nog interessant is voor urban explorers.”
Al meteen op dag één van zijn presidentschap, op 20 januari, wil Donald Trump grijpen naar het politieke wapen van importheffingen. De president-in-spe kondigde dat maandag aan in een serie posts op zijn eigen socialemediaplatform Truth Social. Canada en Mexico krijgen een importheffing van 25 procent aan hun broek op álle producten die ze verkopen aan de VS. Alle Chinese goederen wil hij belasten met een „additionele” invoerheffing van 10 procent. Dit boven op bestaande tarieven voor China, die sinds Trumps eerste presidentschap op gemiddeld 19 procent liggen.
De invoerheffingen, schreef Trump, zijn voorwaardelijk. De heffingen op Canada en Mexico blijven van kracht zolang „drugs, vooral fentanyl, en (…) illegale vreemdelingen” via deze buurlanden de VS binnenkomen, schrijft Trump. Over China schrijft hij dat het land de drugshandel naar de VS moet aanpakken.
1 Komen die heffingen er echt?
Dat is niet zeker. Mogelijk zijn Trumps posts meer een dreigement dan een aankondiging. En kunnen de drie landen de heffingen alsnog afwenden als ze voldoen aan Trumps eisen. Welke concrete maatregelen Trump verlangt, is niet duidelijk.
Wat betreft Mexico spelen de thema’s migratie en drugs al decennia. Illegale migratie via Canada is pas de laatste jaren als thema opgerukt in de Amerikaanse politiek. Mensensmokkel via de noordgrens is ook aangekaart door de regering-Biden. Voor Trump blijkt het een aanleiding om de noorderbuur, die zijn eerdere importheffingen ontliep, nu opeens hard aan te pakken.
China, waarmee Trump in zijn eerste presidentschap (2017-2021) een handelsoorlog uitvocht, krijgt van Republikeinse én Democratische zijde het verwijt de grondstoffen te leveren van drugs die de VS binnenkomen. Over China schrijft Trump dat hem vanuit Beijing was beloofd dat drugssmokkelaars de doodstraf zouden krijgen. Dit zou China „nooit hebben opgevolgd”. Trump lijkt dus de doodstraf te eisen voor Chinese criminelen, al doet hij dit impliciet.
Trump is een transactioneel politicus, ook als het gaat om handelspolitiek. In 2018, tijdens zijn eerste presidentschap, dreigde hij de Europese Unie te treffen met invoerheffingen van 25 procent op auto’s. Maar toen toenmalig Europees Commissievoorzitter Jean-Claude Juncker beloofde meer Amerikaanse sojabonen en vloeibaar gas af te zullen nemen, waren de heffingen van de baan.
Of het in dit geval ook zo loopt, valt niet te voorspellen. Trump is behalve transactioneel ook grillig en moeilijk grijpbaar.
2 Komt deze aankondiging onverwacht?
Ja en nee. Trump is een man van „tariffs” (importheffingen). „Voor mij is dit het mooiste woord in het woordenboek”, zei hij in oktober tijdens de verkiezingscampagne. Buitenlandse regeringen herinneren zich de importheffingen die hij in zijn eerste ambtsperiode oplegde aan met name China.
Toch is het pakket waarmee hij maandag dreigde opvallend. Tijdens de chaotische campagne was Trump niet altijd even consistent over de invoerheffingen die hij voor ogen had, maar het vaakst zei Trump dit: op alle import van buitenlandse goederen – uit álle landen dus – zou een heffing komen van 20 procent (nu ligt dat tarief gemiddeld op ruim 2 procent). Import uit China zou een heffing krijgen van 60 procent (boven op het huidige gemiddelde van 19 procent).
Tot dusver legden Trump en zijn adviseurs de invoerheffingen niet zozeer uit als diplomatiek pressiemiddel, maar vooral als manier om Amerikaanse bedrijven en banen te beschermen tegen vermeende oneerlijke concurrentie (al legde Trump bij Mexico al wel de link met migratie). Daarnaast zijn importheffingen volgens Trumps adviseurs een manier om de grote belastingverlagingen die Trump heeft beloofd te financieren.
Dan helpt het niet als ze weer worden ingetrokken, zodra een land aan bepaalde politieke eisen voldoet, zoals Trump maandag suggereerde. Verschillende doelen lijken binnen het wereldje van Trump door elkaar te lopen.
Heffingen tegen andere landen zijn nog geenszins van de baan. Niet voor niets stonden dinsdag de aandelen van Europese autobouwers in de min: beleggers zijn bang dat ook de EU snel aan de beurt zal zijn.
3 Komt er een handelsoorlog?
Dat zou zomaar kunnen. In een handelsoorlog vergelden landen elkaars importheffingen (of andere protectionistische maatregelen) met eigen heffingen, waarbij een patroon van escalatie optreedt. Dit gebeurde onder ‘Trump 1’ met China. Het Amerikaanse gemiddelde importtarief op Chinese goederen nam toe van ruim 3 naar ruim 19 procent, vice versa steeg het tarief van 8 naar 21 procent. De EU werd, net als andere handelspartners van de VS, getroffen door heffingen op staal en aluminium, en sloeg terug met importheffingen op onder meer Harley Davidson-motoren, en bourbon (Amerikaanse whisky). De maatregelen werden onder Biden verzacht, de EU-contraheffingen vervolgens opgeschort.
Maandag liet China bij monde van zijn ambassade in Washington weten te hechten aan de „economische en handelssamenwerking” met de VS, die beide landen ten goede zou komen. „Niemand zal een handels- of tarievenoorlog winnen”, aldus de Chinese ambassade volgens persbureaus.
Mexico lijkt scenario’s in de kast te hebben liggen voor vergelding. „Als jij mij treft met heffingen van 25 procent, dan moet ik wel reageren met [eigen] heffingen”, zei Marcelo Ebrard, de Mexicaanse minister van Economische Zaken, deze maand in een radio-interview, zo schrijft The New York Times.
Het zou het de facto einde betekenen van het vrijhandelsakkoord van de VS, Mexico en Canada, dat al drie decennia van kracht is. Handelsketens zijn tussen de landen sterk geïntegreerd, bijvoorbeeld in de auto-industrie. Een handelsoorlog zou burgers en bedrijven in alle drie de betrokken landen pijn doen: zij draaien voor de tarieven op, in de vorm van duurdere halffabrikaten en eindproducten. Mexico en Canada zijn zeer afhankelijk van hun belangrijkste handelspartner, de VS. Voor de VS is Canada de belangrijkste afzetmarkt, gevolgd door de EU, Mexico en China.