N.B. Het kan zijn dat elementen ontbreken aan deze printversie.
Spaargeld Nederlandse huishoudens vulden hun spaarrekeningen vorig jaar met nog eens 34,1 miljard euro. Dat huishoudens daarvoor de financiële ruimte hadden is opvallend, gezien de hoge inflatie.
Nederlandse huishoudens hebben vorig jaar 34,1 miljard euro op hun spaar- en bankrekeningen gezet, waardoor het totaal is opgelopen tot 562,5 miljard euro. Dat blijkt uit deze week gepubliceerde cijfers van De Nederlandsche Bank (DNB).
Daarmee spaarden Nederlanders nog altijd flink meer dan voor de coronajaren. In de jaren tussen 2012 en 2019 werd gemiddeld 9,2 miljard euro per jaar gespaard. In de coronajaren nam dat fors toe, tot 42,6 miljard euro in 2020 en 36,8 miljard euro in 2021. Tijdens de coronapandemie drukten lockdowns de consumptie flink, terwijl de inkomsten in veel huishoudens op peil bleven door de omvangrijke overheidssteun.
Volgens DNB heeft het hogere spaarsaldo van afgelopen jaar mogelijk te maken met de onzekerheid over de economie en eigen financiën door de oorlog in Oekraïne, de energiecrisis en de daardoor veroorzaakte hoge inflatie. Hierdoor stelden huishoudens vooral grotere aankopen uit – wat economisch gezien niet per se rationeel is, omdat de inflatie een latere aanschaf duurder kan maken.
Dat huishoudens vorig jaar de financiële ruimte hadden om te sparen is wel opvallend, gezien diezelfde hoge inflatie. Ze waren immers meer kwijt aan boodschappen en energie, en trokken ook weer vaker de portemonnee voor horeca en vakantie na de coronajaren.
DNB heeft geen cijfers over de verdeling van de spaartegoeden naar inkomensgroepen, maar het is waarschijnlijk dat de groei van de spaartegoeden niet gelijkmatig gespreid is. Uit de jongste cijfers van statistiekbureau CBS, over 2021, bleek dat 20 procent van de Nederlandse huishoudens maximaal 2.500 euro op de (spaar)rekening had staan. Gemiddeld bedroeg het spaartegoed in 2022 46.300 euro per huishouden. Een op de tien huishoudens had minimaal een ton op de rekening.
Historisch weinig rente
De tegoeden namen in 2022 vooral toe op spaarrekeningen, meldt DNB, met 23,2 miljard euro. In de coronajaren ervoor werd het extra geld vooral op betaalrekeningen gestald. Het verschil is waarschijnlijk te verklaren doordat banken, na de renteverhogingen van de centrale banken, sinds de zomer weer een beetje rente geven op spaarrekeningen.
De bijgeschreven rente in 2022 was overigens historisch laag. Van de toename in spaartegoeden van 34,1 miljard euro kwam slechts een half miljard euro door bijgeschreven rente. Dat is het laagste bedrag sinds DNB in 1998 de cijfers is gaan bijhouden. Dat is wel eens anders geweest: in 2012 piekte de nettorente op 6 miljard euro. Dat was toen een derde van de toename aan spaartegoeden.
Naar verwachting is het dieptepunt van de nettorentebijschrijving nu wel bereikt. ABN Amro en Rabobank maakten afgelopen week bekend hun spaarrente de komende maanden te verhogen van 0,25 naar 0,5 procent. Andere banken volgen waarschijnlijk. Als de Europese Centrale Bank (ECB), zoals zij zelf heeft aangekondigd, de basisrente in de loop van het jaar verder verhoogt, is de kans groot dat de spaarrente meestijgt. Donderdag verhoogt de ECB de rente waarvoor banken hun tegoeden bij de centrale bank kunnen stallen waarschijnlijk van 2,0 naar 2,5 procent.