Dinsdag 16 juliForse hobbels
Mijn dagen draaien om Wonderfeel. Van het moment dat ik ’s ochtends na een kop koffie de hort op ga totdat ik ’s avonds laat mijn bed weer in rol. Sinds een aantal weken zindert het zo heerlijk op kantoor, en die festivalkoorts loopt rap op, want deze vrijdag begint ons driedaagse festival voor klassieke muziek (met wat jazz en pop en poëzie) écht. Onze tiende editie alweer. Eigenlijk de negende, want de zesde ging niet door. Door corona. Maar we hebben besloten stug door te tellen uit respect voor die stille zomer. In die tien jaar zijn we als team forse hobbels tegengekomen, van zomerstorm tot hittegolf, die ons weerbaar en wendbaar hebben gemaakt. En hecht.
Dit schiet allemaal door mijn hoofd als ik in De Hulk – zo noemt collega Naomi haar groene Kia Picanto – naar Den Haag rijd om daar namens de Verenigde Nederlandse Podiumkunstenfestivals verhaal te halen. Waarom krijgen de festivals structureel te weinig geld? De kaarten voor de komende vier jaar zijn weer geschud: slechts 4 procent van het hele cultuurbudget van onze overheid gaat naar festivals. Godzijdank behoort Wonderfeel tot de gelukkigen, maar een aantal collega-festivals krijgt het moeilijk. Kapitaalvernietiging ligt op de loer. Hoeveel wendbaarheid kun je van een sector vragen? Festivalkoorts heeft blijkbaar twee gezichten. Ik draai aan de volumeknop en ‘Here Comes The Sun’ schalt door De Hulk.
Woensdag 17 juli Wimpers
Mijn eerste stop vanmorgen was de Wimperfabriek. Zo heet het en zo ziet het er ook uit: aan de lopende band worden er wimpers verlengd, gelift en ge-weet-ik-wat. De mijne zijn geverfd. Ik houd ervan, ondanks dat mijn pubers „Mam, wat zie je er emo uit!” roepen als ik net van de fabriek terugkom. Nooit meer mascara-gedoe. Ik kan het iedereen aanraden.
Mijn laatste stop van vandaag is de Hilversumse BMW-dealer die Wonderfeel elektrische auto’s uitleent om onze internationale musici en gasten emissievrij te vervoeren. Ik sta naar ‘mijn’ auto te kijken en durf haast niet in te stappen. Wát een joekel. Met Swarovski-glas in het interieur… „Meer glamorous wordt het niet vandaag”, zeg ik tegen mijn collega’s als ik achter het stuur kruip met mijn afgetrapte gympies. „…waar nog een beetje poep aan zit”, zeg ik met Ernie’s stem in mezelf. Én geverfde wimpers – dat dan weer wel.
Foto’s: Roger Cremers
Donderdag 18 juli Opbouwdag
Na een extra fysio-massage voor mijn voetbalblessure, haast ik me naar camping De Fransche Kamp. Daar overnachten de meeste vrijwilligers van Wonderfeel en zo ook dochter Mirthe. Vorig jaar verregende ze in de iglo-tent die ik 25 jaar geleden van mijn vader kreeg, dus die hebben we toch maar weggegooid. Na drie kwartier ploeteren met de nieuwe tent, rijden we eindelijk over het erf van boer Kemp het festivalterrein op. Vandaag is de laatste opbouwdag en het terrein krioelt van de leveranciers, vrijwilligers en crewleden. Straks volgt de schouw met de brandweer; hét moment waarop alles klaar moet zijn. Daarna fietsen mede-directeur Georges Mutsaerts en ik traditiegetrouw een avondrondje om te kijken hoe alle prikkabels het terrein sprookjesachtig verlichten en om ons even heel erg gelukkig te voelen. Het is alwéér gelukt: Wonderfeel bestaat en gaat beginnen!
Vrijdag 19 juli Vrijheid
Als ik ’s ochtends vroeg over het nog lege festivalterrein naar de backstage loop, kwetteren de vogels het allereerste concert van de dag. Nog even en de eersten van bijna 10.000 festivalgangers krijgen een polsbandje en zullen vervolgens uitzwermen over de 25 hectare natuur. Dat gemak waarmee de natuur hen absorbeert, is magisch. Zoveel mensen, zoveel optredens, en toch die rust.
De avond moet nog beginnen en ik heb er volgens mijn telefoon al ruim 10.000 stappen opzitten
Vandaag vliegt voorbij. Wonderfeel is begonnen, het weer is fantastisch, de optredens zijn nóg beter, mensen kijken blij en broeierig, de avond moet nog beginnen en ik heb er volgens mijn telefoon al ruim 10.000 stappen op zitten. Op dit moment probeer ik me mee te laten voeren door de flow van benju-speler Ustad Noor Bakhsh – wát een levende legende! – maar ik merk dat ik weer terugdwaal naar Strauss’ Vier letzte Lieder door sopraan Katharine Dain en het Ragazze Quartet, eerder vandaag op podium Het Veld. Wat een diep ontroerende muziek. Ik schiet bijna weer vol als ik aan Im Abendrot denk – volgens mij moet ik even wat eten.
Daarna gauw door naar podium Het Weiland voor de soundcheck van de grote klapper van deze dag: De Avond van Wonderfeel. Tien jaar Wonderfeel-hoogte-en-diepte-punten in muziek en verhalen.
Tien jaar Wonderfeel is ook tien jaar wrikken aan de vastgeroeste ideeën over klassieke muziek. Door in 2015 te kiezen voor het popfestivalmodel, kozen we voor vrijheid. Een dagkaart geeft niet alleen festivalgangers vrijheid om zich te laten verrassen, maar geeft ook ons vrijheid om álles te kunnen programmeren. We hoeven immers geen vermeende ‘bleeders’ met ‘cash cows’ te compenseren. Bij ons geen leidende rol voor de klassieke canon. De programma’s met jonge creatievelingen, onbekende(re) musici en componisten zitten net zo rammetje vol als die van de bekendere. En dat alles in die heerlijke festivalvibe. Of in de woorden van één van onze internationale professionele gasten: ‘Hygge [plezier] to the max.’
De soundcheck verloopt goed, maar ik merk dat ik licht zenuwachtig ben voor het uit het hoofd zingen van Bruckners Locus Iste als alt in het Wonderfeelkoor. Respect voor al die artiesten in de spotlights – ik geloof dat ik toch echt véél liever alles achter de schermen mogelijk maak.
Zondag 21 juli Kampvuur
Je knippert even met je ogen en het is zondagnacht en alles is voorbij. Ik heb na drie dagen zo’n 35 optredens achter de kiezen, zeker het dubbele moeten missen en zó ontzettend veel artiesten, crewleden, vrienden, familie omhelsd. Ik stuiter nog na van het slotconcert door FUSE met het Dianto Reed Quintet, het zingen rond het kampvuur met De Meezingbende en het dansen tot diep in de nacht in de backstage met alle vrijwilligers en collega’s. De magie van een festival. Wat. Een. Feest.
Maandag 22 juli Reeën
Opruimen. Deze maandag voelt altijd wat hol aan. Katerig. Maar het heeft ook iets moois om weer te krimpen naar de grootte van ons team. Wij samen. De tenten zijn bijna allemaal afgebroken, de vlondervloeren opgehaald, de backstage-wifi is afgesloten, de toiletwagens worden zo opgehaald, kilometers priklicht worden opgerold, en alle deco gaat weer terug de opslagcontainer in. We lezen de recensies aan elkaar voor en bekijken de honderden foto’s. Morgen kammen we het festivalterrein minutieus uit met onze prikstokken. Nog even, en de natuur is weer voor de reeën en vogels.
Lees ook
Klassieke muziek in een ongedwongen festivalsetting, lekker in de buitenlucht, dat is Wonderfeel