Kanariegeel porselein? Ja hoor, ook dat konden Chinezen maken

Wat dreef het echtpaar Anders-Bücher? Zat er een plan achter hun verzamelwoede? Of schuimden ze veiling na veiling af en grepen ze hun kans zodra er een Aziatisch object in keramiek te koop werd aangeboden?

Het stel verzamelde zo’n 1.400 stuks Aziatische keramiek – maar ook houtsnijwerk, geëmailleerd koper, Europese imitaties van het dure Chinese porselein, lakwerk, in wat een grenzeloze liefde lijkt voor alles wat Aziatisch is.

Volgens de inleidende zaaltekst in het Groninger Museum, dat na het overlijden van George Anders en Netty Bücher de collectie beheert met de stichting die het stel in het leven riep, streefde het echtpaar „naar een breed overzicht van Aziatische keramiek: van heel vroeg tot hedendaags, met voorbeelden van zoveel mogelijk typen”. Een eufemistische manier om te zeggen dat ze er elke cent die ze overhadden aan uitgaven? De tentoonstelling „laat met heel verschillende thema’s zien hoeveel verhalen er zijn te vertellen met Aziatische keramiek. Bijvoorbeeld over eten en drinken, over Chinese godheden en de kosmos, over verborgen betekenissen, over Japanse esthetiek.”

Vijfduizend jaar oud

Het zijn in Groningen niet alleen heel verschillende thema’s, het zijn er ook heel véél. Naast de introductietekst begint de tentoonstelling chronologisch met neolithisch aardewerk, waarvan een paar prachtige stukken rond de vijfduizend jaar oud zijn. Maar wie de ronding van de grote cirkelvormige zaal volgt, raakt al snel het overzicht kwijt. De chronologie wordt losgelaten en de thema’s, van alcohol drinken tot verschillende soorten klei, van theerituelen tot pioenrozen, alles wordt zonder duidelijke sturing over de toeschouwer uitgestort: kijk eens hoe bijzonder deze techniek is, kijk eens wat de Chinezen allemaal konden maken (en hoe vroeg al), kijk eens hoe mooi dit allemaal is!

Aardewerken pot (Majiayao-cultuur, midden derde millennium v.Chr.) Collectie Stichting Anders
Foto Groninger Museum

En natuurlijk: op deze indrukwekkend grote tentoonstelling – zeker voor keramiek, die het vaak met bescheidener exposities moet doen – is veel fraais te zien. Zoals een piepklein bolvaasje dat een houder voor vogelvoer blijkt te zijn (Yuan-dynastie, 1127-1368); een zeskantige theepot uit de Jixing-ovens van ‘paarse’ klei, die de pot diep terracotta maakt (Qing-dynastie, 18de/19de eeuw); een vitrine in de vloer met negentien schotels, schaaltjes, borden, kommen met daarop allemaal afbeeldingen van vissen als zwemmen zij in een rivier; een sierlijk beeldje van een liggende ram in celadon (in dit geval meer bruin dan groen, westelijke Jin-dynastie, 265-316); een kom in kanariegeel (!) porselein met blauwe draken (Qing-dynastie, 1875-1912). Maar ook een enkele wanstaltigheid, zoals een 20ste-eeuws tableau van de Acht Onsterfelijken, figuren uit de Chinese mythologie – ook in China wordt tegenwoordig kitsch-porselein gemaakt.

(Fabel)dieren

Naast bijvoorbeeld de zeskantige theepot staan nog een stuk of tien objecten in de paarse Jixing-klei. De gele drakenkom staat in een vitrine met tientallen stukken met allerlei (fabel)dieren, in wat een deelexpositie lijkt die is gewijd aan uitleg hoe je een kraanvogel, draak, feniks, qilin, leeuw of hert op Chinese voorwerpen moet duiden: elk dier heeft symbolische betekenis.

En dan is er ook nog een vitrine met wetenschappelijk gerei, een vitrine met Japanse ‘figuren’ (vooral vrouwen), een nis met dekseldozen, een hoekje met een houten model van een schrijn, eindeloos enzovoort. Door de opstelling met semi-transparante gordijnen in het midden van de zaal raakt de bezoeker al snel het gevoel voor richting kwijt: heb ik deze vitrine nu al gezien, of, wacht, mis ik nog een?

De hoeveelheid objecten lijkt een afspiegeling van de ongebreidelde verzamelgekte van het echtpaar Anders-Bücher. De conservatoren lijken zich net zo te hebben laten meeslepen door schoonheid als de verzamelaars. Maar heel veel mooie dingen bij elkaar zetten maakt nog geen briljante tentoonstelling.