Nederlandse houding tegenover Hongarije van Viktor Orbán is splijtzwam in de coalitie

Deze conclusie kan Viktor Orbán alvast trekken: Dick Schoof is geen kopie van Mark Rutte. Rutte zocht als premier vaak de confrontatie met zijn Hongaarse ambtgenoot. Maar nu Orbán na een serie omstreden diplomatieke reizen opnieuw de boeman van de Europese Unie is, vindt hij Nederland eens niet als eerste tegenover zich.

Schoof spreekt zich beduidend minder hard uit over Orbáns optreden dan een deel van zijn eigen coalitie. Hij is, anders dan een aantal van zijn Europese collega’s, niet van plan zich aan te sluiten bij een boycot van het Hongaarse EU-voorzitterschap.

De Europese Commissie en enkele lidstaten besloten deze week dat zij niet langer Eurocommissarissen en ministers afvaardigen naar de vergaderingen die Hongarije de komende maanden als voorzitter mag organiseren. Zo ver wil Schoof niet gaan. Nederland wil per geval beoordelen of ministers wel of niet de vergaderingen bijwonen, zei de premier maandag na een bezoek aan Luxemburg. „Er is geen formele blokkade.”

De PVV is daar blij mee, maar bij VVD en NSC valt die afwachtende houding niet in goede aarde. Beide partijen hebben inmiddels Kamervragen gesteld en willen graag een hardere veroordeling van Orbán zien.


Lees ook

De Hongaarse connectie van het kabinet en PVV-leider Wilders

Geert Wilders en Viktor Orbán eind april in de Hongaarse hoofdstad Boedapest.

Gelikt beeldmateriaal

Orbán heeft zich al in de eerste twee weken van het Hongaarse voorzitterschap de woede op de hals gehaald van andere Europese regeringsleiders en de Europese Commissie. In een week tijd reisde hij naar Moskou en Beijing om te spreken met Vladimir Poetin en Xi Jinping over de oorlog in Oekraïne, gevolgd door een bezoek aan presidentskandidaat Donald Trump op diens landgoed in Florida.

Niks aan de hand, zei een sussende Hongaarse minister eerst nog. Dit was een „vredesmissie” die Orbán op eigen initiatief had ondernomen, het was helemaal geen EU-aangelegenheid. Dat verhaal werd weinig geloofwaardig geacht. Op het gelikte beeldmateriaal van zijn diplomatieke wereldreis dat Orbán zelf verspreidde, prijkt pontificaal het logo van het Hongaarse voorzitterschap.

Sindsdien zoeken Europese leiders in Brussel en in de hoofdsteden naar manieren om Orbán te kapittelen. Hij is te ver gegaan, vinden ze. Het voorzitterschap is voornamelijk ceremonieel van aard, al heeft het voorzittende land wel enige invloed op de Europese agenda. De door Orbán gekozen slogan ‘Make Europe Great Again’ deed al wat wenkbrauwen fronsen. Nu zeggen veel van zijn collega’s: doe het maar zonder ons.

De boycot vond het eerst gehoor in de lidstaten langs de grens met Rusland. Inmiddels breidt het verzet zich uit. Estland, Finland, Letland, Litouwen, Polen en Zweden hebben gezegd geen ministers meer naar Hongaarse bijeenkomsten af te vaardigen. De afgelopen dagen lieten verschillende Duitse ministers weten sterk te overwegen niet naar Boedapest af te reizen.

Nederland hoort daar (nog) niet bij. Dat valt op, omdat het tijdens het premierschap van Rutte regelmatig knetterde tussen Nederland en Hongarije. Rutte stond niet bekend als een overtuigd Europeaan, laat staan als voorstander van onderlinge bemoeienis tussen lidstaten. Maar hij maakte zich in 2020 wel hard voor een rechtsstaattoets voor Europese uitgaven. Geld uit het coronafonds en de Europese begroting komt daardoor pas vrij als landen zich aan rechtsstatelijke voorwaarden hielden.

Dat leidde tot een flinke confrontatie, die beide premiers overigens niet slecht uitkwam. Hongarije, dat al langer onder vuur ligt omdat de rechtsstaat onder druk staat, was mordicus tegen. Rutte kon wel een potje armpje drukken gebruiken om te laten zien dat hij niet zomaar akkoord ging met extra EU-geld. Een jaar later stelde hij voor dat Orbán vanwege een nieuwe Hongaarse antihomowet maar beter helemaal uit de EU kon stappen.

„Ik weet niet wat de reden is dat de Nederlandse premier mij of Hongarije haat”, verzuchtte Orbán eens. Onlangs vergeleek hij Rutte nog met Stalin.


Lees ook

De Hongaarse connectie van het kabinet en PVV-leider Wilders

Geert Wilders en Viktor Orbán eind april in de Hongaarse hoofdstad Boedapest.

Warme banden

Het nieuwe kabinet lijkt niet op die weg door te willen gaan. Dat zal PVV-leider Geert Wilders tevreden stemmen. Wilders is goed bevriend met Orbán en haalde dit voorjaar de banden met de Hongaarse premier verder aan op een congres in Boedapest. De Europese PVV zit sinds vorige week bovendien in dezelfde fractie in het Europees Parlement als Orbáns Fidesz-partij.

De VVD zou juist liever een harde keuze zien. De partij wil van het kabinet weten waarom Nederland er niet voor kiest zich aan te sluiten bij landen „die wél een grens trekken bij de provocerende acties van Orbán”. Er zijn twee logische opties, zegt VVD-Tweede Kamerlid Thom van Campen. „Ik zou zeggen: óf je gaat vol aan tafel zitten en je zegt dat het voorzitterschap hiervoor niet bedoeld is. Óf je geeft een duidelijk signaal af door de Commissie te volgen en weg te blijven.”

Ook de NSC-fractie heeft gevraagd of het kabinet „bereid” is gezamenlijk op te trekken met andere lidstaten „in hun boycot van meetings”. Europarlementariërs van NSC en VVD willen nog een stapje verder gaan: zij doen met tientallen andere Europarlementariërs een oproep om Hongarije het voorzitterschap af te nemen.

De twee partijen stuiten echter op PVV en BBB. In De Telegraaf zei PVV-Kamerlid Raymond de Roon woensdag dat hij niets voelt „voor die gekkigheid van de VVD”. BBB’er Henk Vermeer wilde alleen zeggen dat hij Orbáns acties „diplomatiek onhandig” vond en noemde een boycot „niet nodig”.

Verdeeld in Straatsburg

De verdeeldheid van de nieuwe coalitie is nog duidelijker zichtbaar in Straatsburg. Woensdag stemde het net geïnstalleerde Europarlement over een resolutie waarin de bezoeken van Orbán hard worden veroordeeld en wordt opgeroepen tot maatregelen tegen Hongarije. Terwijl Europarlementariërs van VVD, NSC en BBB vóór de oproep stemden, onthielden de zes PVV’ers zich tijdens de stemming.

In plaats daarvan stelde PVV-Europarlementariër Sebastiaan Stöteler samen met een collega van Orbáns Fidesz-partij een alternatieve resolutie op, waarin de Russische agressie sterk werd veroordeeld, maar waarin ook werd benadrukt dat er „geen militaire oplossing is voor het conflict” in Oekraïne is en alle partijen worden opgeroepen „diplomatieke kanalen te openen”. Deze resolutie werd nog voor de stemming ingetrokken.

De coalitiepartijen hebben vaak benadrukt dat ze meer ruimte willen om van mening te verschillen dan bij vorige kabinetten het geval was. Voor premier Dick Schoof is zo’n verdeelde coalitie ingewikkelder. Van hem zal, bij Europese bijeenkomsten en op het wereldtoneel, één duidelijk verhaal namens het hele kabinet worden verwacht.

Met medewerking van Clara van de Wiel