Vrouwenbesnijdenis blijft toch verboden in Gambia. Tegenover een overvolle publieke tribune stemde een meerderheid van het Gambiaanse parlement maandag tegen een wetswijziging die vrouwelijke genitale verminking, zoals dit omstreden gebruik ook wordt genoemd, weer zou toestaan. Was de wijziging wel aangenomen, dan was Gambia het eerste land ter wereld geweest dat een dergelijk verbod zou terugdraaien.
Nadat de voorzitter van het parlement de woorden „afgewezen” uitsprak, klonk vanaf de tribune – afgeladen met vooral vrouwen – zacht gejuich. Van opluchting, niet van vreugde. „We hebben niets te vieren. Daarvoor is de schade die al is aangericht te groot”, zegt Fatou Baldeh, een bekende vrouwenrechtenactivist, kort na de stemming over de telefoon. Op de achtergrond is te horen hoe mensen haar aanklampen. Ja, het is afgewezen, zegt ze mat tegen hen. Maar tegen welke prijs?
Het wetsvoorstel, dat na een hevige lobby van conservatieve imams in maart werd ingediend, heeft het kleine, overwegend islamitische West-Afrikaanse land de afgelopen maanden diep verdeeld. Bijna driekwart van de meisjes en vrouwen in Gambia is genitaal verminkt, een van de hoogste percentages ter wereld. Maar sinds 2015 is dit verboden. Tot woede van sommige invloedrijke imams, die het verbod „on-islamitisch” noemen. Het zou Gambia door het Westen zijn opgelegd.
Lees ook
In Gambia werd het besnijden van vrouwen in 2015 illegaal. Nu willen politici dit verbod weer terugdraaien
Cultuur uitoefenen
Ze vonden medestanders in het overwegend mannelijke parlement. Zo stelde de parlementariër Almameh Gibba, die de wetswijziging indiende, dat het huidige verbod „een schending is van de rechten van burgers hun cultuur uit te oefenen”. Gibba heeft al aangekondigd naar de rechter te zullen stappen als zijn voorstel zou sneuvelen, zoals nu is gebeurd.
In maart stemde een meerderheid van Gibba’s collega’s er nog voor zijn wetswijziging voor te leggen aan een parlementaire commissie. Die adviseerde vorige week het voorstel te verwerpen. Niet alleen benadrukte de commissie in haar rapport de (bewezen) schadelijke medische complicaties van vrouwenbesnijdenis, ook weerspraken zij daarin dat de islam dit oplegt. Volgens de commissie gaat het om een „gebruik, geen religieuze verplichting” en wegen de schadelijke effecten zwaarder.
Wereldwijd zijn volgens de laatste telling van Unicef 230 miljoen meisjes en vrouwen besneden, het merendeel in Afrika
Wereldwijd zijn volgens de laatste telling van Unicef 230 miljoen meisjes en vrouwen besneden, het merendeel in Afrika. In meer dan tachtig landen is dit verboden. Maar in diepreligieus Gambia (93 procent van de Gambianen is moslim) zijn het de woorden van de imams die voor velen het zwaarst wegen. Vrouwenrechtenactivisten en ngo’s reisden sinds het verbod in 2015 het land door om gemeenschappen ervan te overtuigen daadwerkelijk te stoppen met ‘cutting’. Toch ging de praktijk op veel plekken door, zij het zonder de grote ceremonies en feesten die daar voorheen mee gepaard gingen.
Tot echte vervolgingen kwam het niet, mede doordat de politie terughoudend leek het verbod te handhaven. Tot afgelopen zomer, toen voor het eerst drie vrouwen werden veroordeeld, nadat zij waren betrapt door een ngo-medewerker. Abdoulie Fatty, een van Gambia’s meest prominente imams, greep die zaak aan om zijn jarenlange lobby tegen het verbod op te voeren. Parlementariër Gibba, in wiens zuidelijke regio vrouwenbesnijdenis veel voorkomt, sloot zich bij hem aan.
Hun campagne de afgelopen maanden was fel. Imam Fatty dreigde onlangs nog dat het land zou „branden” als het verbod intact zou blijven. Vrouwenrechtenactivisten op hun beurt vrezen dat de voorzichtige winsten die zij de afgelopen jaren boekten, deels weer teniet zijn gedaan. „Er is de afgelopen maanden zoveel desinformatie verspreid”, verzucht Fatou Baldeh, die voor haar werk door het Amerikaanse Witte Huis werd onderscheiden. Ze vertelt dat haar organisatie de afgelopen maanden verschillende meldingen kreeg van besnijdenissen „omdat mensen dachten dat het verbod niet meer geldig was”.
Intense spanning in parlement
Baldeh en met haar vele collega-activisten evenals (veelal westerse) diplomaten deden de afgelopen maanden verwoede pogingen parlementariërs over te halen tegen het schrappen van het verbod te stemmen. De spanning in het parlement was „intens”, zegt Baldeh. Ook de imams, onder wie imam Fatty, zaten op de publieke tribune.
Uiteindelijk werden alle voorgestelde amendementen weggestemd, met 19 tegenover 34 stemmen. Een definitieve stemming over het wetsvoorstel, oorspronkelijk gepland voor 24 juli, werd daarmee overbodig aldus de voorzitter. „We weten dat het nog niet voorbij is”, zegt Baldeh, refererend aan een eventuele rechtszaak evenals mogelijke nieuwe pogingen de wet te wijzigen. „Maar wij zijn klaar voor het gevecht.”